Ontwikkelkracht artikel in onderwijsblad van 12 tot 18
Geschreven door: Renske Valk met medewerking van Jaap Versfelt, Iliass El Hadioui, Inge de Wolf en Arjan van der Meij
Het project Ontwikkelkracht heeft tot doel de kwaliteit van het onderwijs in Nederland duurzaam te verbeteren. ‘Wij willen het beste onderwijs voor elke leerling in Nederland’. Dat is het motto van de bijzondere coalitie van partijen uit het onderwijs die onder de paraplu van Ontwikkelkracht hun eigen opdracht verder vormgeven.
Uit welke programma’s bestaat Ontwikkelkracht op dit moment?
Groeikracht
Groeikracht is de benaming voor een traject waarmee schoolteams in staat gesteld worden om het onderwijs zelf – bottom-up – te verbeteren. Groeikracht biedt leraren en schoolleiders tijd, kennis en kunde, zodat zij vanuit de eigen praktijk, vanuit hun eigen ambitie kunnen starten en daarbij leren om kennis uit onderzoek effectief toe te passen. Op die manier werkt een team bottom-up aan een onderzoeks- en verbetercultuur op school. Groeikracht maakt gebruik van de leerKRACHT-werkwijze, aangevuld met inzichten uit het leerontwikkelingsfonds (LOF). Groeikracht wordt samen met het CAOP uitgevoerd. Kijk ook op: https://groeikrachtinonderwijs.nl/
Jaap Versfelt is initiatiefnemer van stichting leerKRACHT. Stichting LeerKRACHT werd in 2012 opgericht met als doel om het in het Nederlands onderwijs een cultuur van ‘elke dag samen een beetje beter’ te creëren.
Wat helpt leraren om gemotiveerd te blijven en ook van elkaar te blijven leren?
“Veel leraren staan er alleen voor in de klas. Dat kan enorm demotiverend zijn. Als je de ‘motivatie-theorie’ van onderzoekers Ryan & Deci erbij pakt snap je dat ook wel. Mensen hebben meer zin in hun werk als ze autonomie ervaren. Dat kan bijvoorbeeld als je weer als team regie hebt over onderwijskundige prioriteiten. Verder doe je het samen met je collega’s, relatie is belangrijk. En je wordt merkbaar beter in je vak omdat je veel van elkaar en uit onderzoek leert, dat toepast in je klas en daar feedback van je leerlingen over krijgt.
Om een blijvende cultuur te bereiken waarin je van elkaar leert zijn in de basis vier dingen nodig. Overtuiging. Het overgrote deel van het team moet geloven in de impact van wat men gaat doen. Verder is voorbeeldgedrag onmisbaar. Er moeten mensen zijn op school die het voortouw nemen. Verder doen vaardigheden ertoe. Elkaar feedback geven, doelen stellen, onderzoek vinden en gebruiken, dat vergt allemaal nieuwe vaardigheden. Die moet je samen gaan verwerven. En tot slot: onderwijs verbeter je niet in vergaderingen en ook niet in een kwartiertje. Er moet goede facilitering zijn en de bijdrage uit het Nationaal Groeifonds is bedoeld om scholen in staat te stellen deze tijd vrij te maken.”
Wat betekent dit langlopende programma voor jullie?
“We zijn drie jaar geleden, toen we het creëren van een lerende cultuur onder de knie hadden begonnen met experimenteren met het toevoegen van onderwijsonderzoek om leraren te helpen sneller en meer impact te hebben in de klas. Dat begon met het lanceren van Doorloopjes.nl (gratis beschikbaar voor alle Nederlandse leraren) en sinds een jaar hebben we het gebruik van onderwijsonderzoek volledig in de leerKRACHT-werkwijze geïntegreerd: gedurende een bepaalde periode gaat een klein groepje leraren onderwijsonderzoek verzamelen dat relevant is voor het onderwijsdoel (rekenen, taal, formatief handelen, ..) dat het team voor de volgende periode heeft geselecteerd. Het onderzoek dat ze verzamelen delen zij dan met het hele team bij de start van die volgende periode, zodat leraren zelf keuzes kunnen maken over wat zij gaan toepassen in hun klas. Dus ook wij hebben het programma weer verbeterd.
Daarom zijn we enorm blij met deze steun van het Nationaal Groeifonds. We vonden het eigenlijk erg vreemd dat een goededoelenstichting de drijvende kracht moest zijn achter het creëren van een professionele, lerende cultuur in het onderwijs. Door het Groeifonds-project is het ministerie nu (eindelijk) over de brug en werkt, met ons en anderen, op deze manier hard mee aan het creëren van een lerende cultuur in het onderwijs. Dat geeft ons vertrouwen dat de missie waar wij 10 jaar geleden mee aan de slag gingen nu ook echt gaat slagen!”
Zijn er zaken waar je extra op gaat letten?
“Vele! Een voorbeeld: we moeten erg opletten dat scholen mee gaan doen met groeikracht, niet omdat ze er subsidie voor krijgen, maar omdat ze een lerende cultuur willen, met daardoor nog betere leraren die meer bereiken met hun leerlingen. Daarom zijn de eisen voor deelname fors: een draagvlaksessie waarin minimaal 80% van het team zich uitspreekt voor deelname, het vrijmaken van 2 tot 5 leraren als schoolcoach voor 4 uur per week, een schoolleider die meedraait in het Groeikracht-team met deze schoolcoaches en zelf het goede voorbeeld geeft en bovendien 1,5 tot 2 uur per week inroostert voor alle leraren op school om te werken aan beter onderwijs. Maar als een school dat allemaal doet, dan krijgen zij er ook veel voor: beter onderwijs, meer werkplezier en bereiken ze meer met hun leerlingen.”
De Transformatieve School
De Transformatieve School is een professionaliserings- en cultuurveranderingsprogramma voor scholen, bedoeld voor leraren en schoolleiders, en gericht op het laten groeien – het klimmen op de schoolladder – van alle leerlingen. Dat klimmen kan onder druk komen als leerlingen te veel moeten laveren tussen de (vaak verborgen) sociale codes van hun thuiscultuur, de peergroup en hun schoolcultuur. Het programma werkt met scholen aan het voorkomen van deze dynamiek of het keren ervan, door in te zetten op een effectieve verbetercultuur gericht op didactische en pedagogische kwaliteit, en op schoolleiderschap dat het professioneel kapitaal van de school kan mobiliseren en versterken.
Kijk ook op: https://detransformatieveschoo…
Iliass El Hadioui is onderwijssocioloog, verbonden aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij is de grondlegger en programmaleider van De Transformatieve School, en auteur van verschillende boeken.
Wat betekent het voor jullie deel uit te maken van het programma Ontwikkelkracht?
“De Transformatieve School heeft nooit als geïsoleerd programma gefunctioneerd. Het programma is altijd onderdeel geweest van een breder programma. Zo zijn we begonnen in 2013 in een driejarig project, toen nog onder minister Asscher (SZW), en ook nu functioneren we al jaren als lid van de Gelijke Kansen Alliantie. Die inbedding heeft De Transformatieve School de ruimte gegeven om het programma te blijven doordenken en doorontwikkelen. Het programma is begonnen als een didactisch en pedagogisch programma voor scholen in een grootstedelijke omgeving, en is verder getransformeerd tot wat het nu is: een programma dat werkt aan een verbetercultuur op scholen, van po tot mbo, nog altijd in de grote steden maar net zo vaak daar buiten. En nu maakt het deel uit van Ontwikkelkracht. Ontwikkelkracht is een omvangrijk project met een looptijd die je niet vaak tegenkomt. Ik vind dat bijzonder. Het programma komt daarmee ook los van de politieke zandlopers. En ik moet zeggen, ik heb nog nooit in zo’n breed gezelschap zoveel focus op de onderwijsinhoud meegemaakt.”
De Transformatieve School is geen ‘quick fix’ maar een programma dat om toewijding en tijd vraagt. Kun je een paar belangrijke dingen noemen die jullie geleerd hebben, terugkijkend?
“Wat we steeds beter beseffen is hoe belangrijk het is om goed te analyseren waar onderwijsvraagstukken werkelijk betrekking op hebben. Er worden vaak didactische oplossingen aangedragen voor wat eigenlijk pedagogische of sociologische vraagstukken zijn, en andersom. Of scholen proberen individueel iets op te lossen wat eigenlijk een collectief probleem is en waarover ook collectief nagedacht moet worden. Het is belangrijk om beter te begrijpen met welke type mechanismen een school te maken heeft. Dat kan alleen als scholen vertragen en teams samen goed kijken wat er aan de hand is. Dan bouw je professioneel kapitaal op in je school en heb je als leider ook steeds de mogelijkheid om de dominante mindset te richten op de hogere doelen, en die hebben altijd met de leerling te maken. Verder werkt De Transformatieve School vanuit het standpunt: het begint bij de school en niet bij een wetenschappelijke theorie. Wat heeft een school nodig, op dat moment, in die context, om verder te komen? Wetenschap heeft primair een dienende rol aan het handelen, en niet andersom. De school is niet alleen maar een datafabriek voor de wetenschap. Andersom moet de school zich wel degelijk rekenschap geven van waardevolle wetenschappelijke kennis. Maar professionals in de praktijk maken hun eigen keuzes en in die lemniscaat, die interactie tussen wetenschap en handelen in de praktijk ontstaat relevantie.”
Waar ligt een belangrijke focus, de komende tijd?
“Misschien moet je zeggen: kans. We hebben straks een ongekend aantal scholen, die over langere tijd deelnemen, die samen de diepte in gaan als het gaat om schoolontwikkeling op verschillende niveaus en vanuit verschillende invalshoeken. Hoe ga je naar deze impact kijken en wanneer besluit je dat je opbrengst hebt? Of ‘evidence’? De relatie tussen bijvoorbeeld collectieve efficacy en individuele teacher-efficacy is sterk maar lang niet altijd aan te tonen met leerlingresultaten. We hebben nu wel de kans om een aantal mechanismen te onderzoeken en misschien wel om twee tradities te verbinden: de ‘hardcore evidence’ school en de pedagogische en sociologische invalshoek. De selectiecommissie voor Ontwikkelkracht heeft het programma gekozen onder andere vanwege de bewezen effectiviteit. De intentie is nu om dieper te investeren in die miraculeuze relatie tussen het pedagogisch-didactisch handelen in de klas en de verbetercultuur in de backstage professionele ruimte.”
Education Lab: Onderzoek en praktijk verbinden
Het Education Lab is een onderzoeksnetwerk dat werkt aan de verbetering van het onderwijs door ervoor te zorgen dat het onderwijsbeleid en de onderwijspraktijk op wetenschappelijk bewijs zijn gebaseerd. Zij doen dat door onderzoeksresultaten toegankelijk te maken, praktische onderzoeksmiddelen te bouwen en zo, samen met het onderwijsveld, praktijken te ontwerpen, te implementeren en te evalueren.
Kijk ook hier: https://education-lab.nl/
Inge de Wolf, hoogleraar aan de Universiteit Maastricht, werkt voor NRO aan een landelijk kenniscentrum voor het onderwijs en is directeur van Education Lab.
Jullie schrijven dat je werkt aan complexe vraagstukken uit de praktijk. Wat moet de lezer zich daarbij voorstellen?
“Een voorbeeld van een complex vraagstuk is de grote uitval onder beginnende leraren. Maar liefst een op de drie startende leraren vertrekt in de eerste jaren voor de klas. Dat is vaak niet gewenst, niet door henzelf en niet voor hun collega’s en schoolleiders. Door deze weglek blijft het dweilen met de kraan open. Scholen in bijvoorbeeld Den Haag en Amsterdam werken daarom met een kansrijk inductie-programma, waarin beginnende leraren intensief begeleid worden. We verrijken deze inductieonderzoeken met kennis uit onderzoek en kijken ook of ze in de praktijk effectief blijken en wat we kunnen leren van de succesvolle voorbeelden. Zo komen we samen tot een sterke en bewezen aanpak waar alle scholen wat aan hebben.
Een ander voorbeeld is preteaching, een mooie manier om leerlingen bij wie het leren minder makkelijk gaat, toch mee te laten doen met de les. Het vergroot hun betrokkenheid en hun zelfvertrouwen. Met leraren van een aantal Amsterdamse basisscholen werken we aan kansrijke aanpakken, versterken we deze met inzichten uit onderzoek, proberen we de aanpakken uit en monitoren we hoe het gaat op de scholen. We bouwen zo een lerend systeem dat resulteert in kansrijke aanpakken waar iedere leraar en schoolleider wat aan kan hebben.”
En waarin zit dan die versnelling?
“Door kennis uit de praktijk en wetenschap samen brengen komen we eerder tot een goede diagnose van de vraagstukken. Leraren en schoolleiders weten ook vaak goed in welke hoek de oplossingen gezocht moeten worden, op basis van hun ervaringen. Onderzoekers helpen om inzicht te krijgen in de werkzame mechanismen, op basis van onderzoek uit andere landen. Ook komen onderzoekers met kansrijke aanpakken waar we in Nederland nog niet veel mee doen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan programma’s voor schoolleiders tegen het verloop van leraren en het inzetten van mede-leerlingen voor tutoring bij lezen. De praktijk geeft vervolgens weer aan welke oplossingen op hun eigen scholen passen en welke niet.”
Wat betekent dit langlopende programma voor jullie en waar gaan jullie extra op letten, de komende tijd?
“Door Ontwikkelkracht kunnen we twee co-creatielabs ontwikkelen. Dat vergroot onze mogelijkheden. We willen tot duurzame oplossingen komen voor de grote uitdagingen in het onderwijs, zoals het lerarentekort of het taalonderwijs. We hopen het vakmanschap van leraren en schoolleiders te helpen versterken. Dit werkt goed met de scholen waar we nu mee werken. Tegelijkertijd realiseren we ons dat dit vooral sterke scholen zijn die zelf ook de samenwerking opzoeken. Voor ons is de grootste uitdaging ook iets te betekenen voor een veel grotere groep scholen, namelijk scholen die onderzoek nog niet gebruiken om hun les- en schoolpraktijk stapsgewijs verder te verbeteren.
Onze tweede uitdaging is de aansluiting van collega-wetenschappers bij deze beweging. Ze kunnen meer impact hebben met hun onderzoek en ook iets betekenen voor leerlingen, maar lang niet iedere wetenschapper vindt dit belangrijk. De vraag is dus ook of we voldoende goede wetenschappers mee kunnen krijgen. Tot nog toe lukt dit goed, maar ook hier geldt dat onze ambitie is een grotere groep mee te krijgen. Ons ideaal is een beweging die ‘research informed’ werken ondersteunt. Willen we echt wat betekenen voor leerlingen, dan is dit op grotere schaal nodig.”
Education Endowment Foundation
De Education Endowment Foundation (EEF) is een onafhankelijke stichting in de UK, gestart in 2011, die zich ten doel gesteld heeft om de negatieve impact van de sociaal-economische achtergrond op schoolse prestaties te bestrijden. Zij doen dat door kansrijke onderwijsaanpakken voor het onderwijs te maken, zoals een landelijke tutorprogramma voor kwetsbare leerlingen en toolkits voor leraren en schoolleiders. Hun motto is ‘closing the gap’ en hun inspanningen hebben succes, zo zegt men. Binnen Ontwikkelkracht wordt regelmatig gekeken naar EEF.
Expertscholen: duurzaam leren van elkaar
Binnen het programma Ontwikkelkracht wordt gewerkt aan een netwerk van scholen die doordachte en beproefde werkwijzen succesvol inzetten en actief hun kennis en kunde met andere scholen delen. Het idee is te komen tot een netwerk van ambassadeurs en expertleerkrachten, schoolleiders en schoolteams.
Arjan van der Meij is coördinator Expertscholen bij Ontwikkelkracht. Hiervoor was hij 28 jaar Natuurkunde- en NLT-docent. Ook stond hij aan de wieg van het Maakonderwijs in Nederland.
Wat is de bedoeling en het idee achter expertscholen?
“Het idee is dat scholen die sterk zijn in hun schoolontwikkeling en evidence-informed werken, hun expertise delen met andere scholen. Zeg maar, scholen die een stevig verankerde verbetercultuur hebben, scholen waar professionals weten wat ze doen en waarom ze het doen, scholen die heel goede schoolleiders hebben – de rol van de schoolleider verdient echt nog meer aandacht, vind ik. Die scholen kunnen andere scholen helpen om beter te worden. Op die manier ontstaan er netwerken van scholen, die van elkaar leren. Duurzame schoolontwikkeling. Het idee is geïnspireerd op de Research Schools in Engeland waarin op deze manier gewerkt wordt onder regie van de Education Endowment Foundation (EEF). Daar zijn het er 38. Binnen dit project gaat het getal van 150 rond, een grote ambitie voor dit kleine land.”
Evidentie lijkt me een kernbegrip in dit programma. Hoe vatten jullie dit lastige begrip op?
“Evidence-based, evidence-informed, research-based, research-informed. Tja. Er zijn mensen die graag een kennisinstituut zien verschijnen, dat de scholen vertelt: ‘Als je het precies zo doet, dan komt het goed.’ Er zijn mensen in deze Haagse toren die daarin geloven, er zijn mensen op scholen die daarin geloven, er zijn mensen in onderzoeksinstituten die daarin geloven. Ik niet, en ons team van Ontwikkelkracht gelooft dat ook niet. Als leraar neem je 100 beslissingen in een lesuur, die allemaal invloed hebben op de uitkomst van je les. Dat heeft te maken met hoe je jezelf voelt, hoe de kinderen zich voelen, met het uur van de dag, met de temperatuur in je lokaal… Er zijn onvoorstelbaar veel variabelen van invloed. Dat ontslaat je echter volstrekt niet van de plicht om een zo goed mogelijke les af te leveren. En daarin kan kennis uit onderzoek over wat werkt van belang zijn. Neem Retrieval Practice. Even terughalen in de les wat je de vorige keer hebt geleerd, maar ook wat je twee weken geleden hebt geleerd, en zelfs daarvoor. Dat werkt. Sommige leraren doen dat van nature, andere kunnen hierin een routine opbouwen. Dat is docenthandelen, gebaseerd op onderzoekskennis. Andersom kun je ook lessen trekken uit het vakmanschap van een collega. Dat kunnen praktijken zijn die intuïtief tot stand komen of zelfs vanuit een ideologie. Het is lastiger om die te ontrafelen en overdraagbaar te maken, maar je kunt ze wel gebruiken om betere lessen te maken. De opvatting van evidentie is wat ons betreft een genuanceerde.”
Waar richt jij je op, de komende tijd?
“Mijn opdracht is: uitzoeken hoe we zo’n systeem van expertscholen in Nederland kunnen opzetten. Dat betekent dat we gaan kijken in Nederland én daarbuiten op welke plekken al op deze manier wordt gewerkt. Een concept maken, een model: zo zou het kunnen. En dan een pilot en op basis van die informatie uitzoeken hoe we het beste verder kunnen gaan. Dat is kortgezegd de werkwijze. Er zijn natuurlijk vragen te over op dit moment. Om maar eens te beginnen: hoe leren scholen van elkaar? Bekend is dat gelijkwaardigheid daarin belangrijk is, maar hoe werkt dat dan als je een school op bezoek krijgt die kennelijk beter is dan jouw school? En wat heeft een school nodig om z’n expertise ook over te dragen? Daarin moet je ook competent worden, leraren lesgeven is geen sinecure, hoe ondersteunt het programma daarin? In Engeland hebben ze nu tien jaar ervaring met dit project en het wordt gewaardeerd. Maar wat doe je als schoolleidingen enthousiast zijn, maar de ‘werkvloer’ een stuk minder? Andere kwestie: hoe zorg je ervoor dat niet alleen de scholen meedoen die toch al goed bezig zijn? Van die dingen.”
Evidentie
David Lawrence Sackett (1934 – 2015) was een Amerikaans-Canadees arts en een van de wetenschappers die zich hard maakte voor medisch handelen gebaseerd op wetenschappelijk bewijs, evidence-based in plaats van authority-based. Daarbij werd al snel kennis uit verschillende bronnen gewaardeerd. De bekendste drie zijn:
- bewijs uit wetenschappelijk onderzoek: research-based kennis
- ervaringskennis van praktijkwerkers en ervaren professionals: expert-based of practice-based kennis
- inzichten vanuit het client-perspectief: cliënt-based kennis namelijk: inzichten over wat werkt worden mede bepaald door kennis over opvattingen voorkeuren en ervaringen van cliënten
Hier wordt – met name in de jeugdhulp – vaak nog een vierde bron aan toegevoegd:
- kennis over ethische overwegingen en waarden in het opgroeien en opvoeden van jongeren.
NRO: Borgen en delen
Versterken van de kwaliteit van onderwijs met kennis uit onderzoek. Dat is waar het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) zich hard voor maakt. De activiteiten van het NRO richten zich op wetenschappers, onderwijsprofessionals, lerarenopleiders en onderwijsbeleidsmakers. Het NRO werkt mét en vóór hen, via drie hoofdactiviteiten: 1) programmeren en financieren van onderzoek voor alle sectoren van het onderwijs; 2) kennis uit onderzoek over belangrijke thema’s vindbaar, toegankelijk en bruikbaar maken voor onderwijsprofessionals, lerarenopleiders en onderwijsbeleidsmakers; 3) bouwen aan een landelijke data-infrastructuur op het gebied van onderwijs. Wil je meer weten? Kijk op nro.nl.
Veronique van der Perk is Hoofd Kennisdeling bij het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO), dat samen met wetenschappers, onderwijsprofessionals, lerarenopleiders en onderwijsbeleidsmakers werkt aan het versterken van de kwaliteit van het onderwijs met kennis uit onderzoek.
Jullie werken al geruime tijd aan het toegankelijk maken van kennis uit onderzoek voor onderwijsprofessionals. Wat is hierin belangrijk voor leraren en schoolleiders, vanuit jullie jarenlange ervaring?
“Als onderwijsprofessional wil jij je dagelijkse lespraktijk kunnen verrijken met kennis van hoge kwaliteit. Maar de informatie is niet altijd makkelijk vindbaar, toegankelijk of bruikbaar. Het NRO biedt toepasbare kennis over belangrijke onderwijsvraagstukken. Dit doen we op basis van wat er leeft in het onderwijs én in nauwe samenwerking met onderwijsprofessionals en onderzoekers.
Leraren en schoolleiders hebben een schat aan kennis: zij weten als geen ander wat er gebeurt in hun klas en op hun school. Daarom vinden we het belangrijk om samen te werken met mensen die meedenken vanuit hun expertise en ervaring vanuit de onderwijspraktijk. Ook bij het toepassen van inzichten uit onderzoek is de eigen expertise belangrijk: kijk goed naar jouw eigen situatie en leerlingen. Wat past bij jouw klas of school? Kennis uit onderzoek geeft houvast bij het versterken van je vakmanschap. Het biedt geen volledig antwoord op wat werkt in elke school, maar vraagt een professioneel oordeel en een vertaalslag naar de eigen praktijk.”
Wat betekent het om betrokken te zijn bij Ontwikkelkracht, een programma met zo’n lange looptijd?
‘Vanuit Ontwikkelkracht werken we aan toepasbare kennis voor iedere leraar, schoolteam of schoolleider. Je vindt deze kennis via Onderwijskennis.nl, Kennisrotonde.nl, en kennisdelingsbijeenkomsten en netwerken. Hiermee kun jij het verschil maken voor jouw leerlingen.
Op Onderwijskennis (onderwijskennis.nl) brengen we bestaande kennis uit onderzoek over de belangrijkste onderwijsvraagstukken bij elkaar. Die verzameling van kennis blijft groeien: eind dit jaar vullen we Onderwijskennis aan met content over meertaligheid en woordenschat. Ook werken we aan nieuwe leidraden met diverse thema’s voor het primair en voortgezet onderwijs: klassenmanagement, sociaal-emotionele ontwikkeling, lezen/taal en rekenen/wiskunde. De eerste daarvan verschijnen volgend jaar. Je kunt dus nog een hoop toepasbare kennis van ons verwachten, die we samen met onderwijsprofessionals ontwikkelen. Zo blijft Onderwijskennis groeien als kennisknooppunt van en voor het onderwijs.
Als je een specifieke onderwijsvraag hebt en wil weten wat daarover bekend is uit onderzoek, dan kun je je vraag insturen naar de Kennisrotonde (kennisrotonde.nl). Je krijgt een op onderzoek gebaseerd antwoord over wat wel en wat niet werkt. Dat antwoord kan jou weer op weg helpen én andere scholen die tegen dezelfde vraag aanlopen. Ook die verzameling antwoorden op onderwijsvragen blijft groeien: meer dan 700 professionals kregen al een antwoord op hun vraag.’
Kan het onderwijsveld zelf nog een (pro)actieve rol spelen?
‘Je kunt nu al actief bijdragen. We zijn altijd op zoek naar onderwijsprofessionals die met ons willen meedenken. Zo kunnen we onze kennisproducten nog beter laten aansluiten bij de praktijk. Je kunt je aanmelden via onderwijskennis.nl/denk-mee.’