19 november 2021 • Leestijd: 5 minuten
We weten dat de werkdruk in het voortgezet onderwijs hoog is. En dat ondanks het harde werk van leraren, de leerlingresultaten onder druk staan en de kansenongelijkheid toeneemt. Dat is frustrerend, maar gelukkig kennen we ook de oplossing. Kort gezegd: leraren die in kleine teams, rondom een groep leerlingen, met een vaste ritmiek doelgericht samenwerken. In dit blog leggen we uit waarom dat werkt en wat ervoor nodig is om zo te gaan werken.
Wat is er mis met de huidige teamindelingen?
Op middelbare scholen werken docenten samen in secties. Sectieoverleg is perfect voor ontwikkeling van vakinhoud. Daarnaast zijn er werkgroepen, bijvoorbeeld voor onderwijsvernieuwing of juist voor praktische zaken. Wat echter vaak ontbreekt is een team dat verantwoordelijkheid neemt voor een groep leerlingen. Een docent ziet wekelijks zo’n 180 leerlingen aan zich voorbij trekken. Dat zijn er teveel om je écht verantwoordelijk voor te voelen. Ben je er dan met teams rond groepen leerlingen? Nee, want vervolgens heb je ook een structuur en ritmiek nodig waarin zo’n team gericht werkt aan het realiseren van doelen voor deze groep leerlingen. Als je zo’n teamindeling en bijbehorende ritmiek mist, dan zul je als docententeam ervaren dat je ondanks jullie harde werken toch te weinig resultaat boekt voor je leerlingen.
Dit is de bijdrage die een school levert aan de ontwikkeling van een leerling op drie gebieden: kwalificatie, persoonsvorming en socialisatie. Daarbij kun je drie lagen onderscheiden: de basiskwaliteit (waar de inspectie op toetst), additionele eisen en verwachtingen (die door de politiek zijn gesteld) en de schooleigen ambitie.
Een uniek probleem? In bedrijven werkt dit net zo: hoe ING haar app verprutste
Bij de ING werkten ze aan hun ING-app tot een paar jaar terug in teams van specialisten: een marketing team, een team van programmeurs, een team van software-testers, et cetera. Een soort ‘vaksecties’ dus. Het effect van deze indeling was dat niemand zich écht verantwoordelijk voelde voor hoe de klant de ING-app ervoer. En die app scoorde daardoor laag in de app-stores van Google en Apple. Zoals een klant zei ‘ik geef je één ster, want nul sterren kan niet’.
Om de klant beter te bedienen zijn ze gaan werken in multidisciplinaire teams. In zo’n gemengd team bouwen verschillende specialisten samen aan één onderdeel van de ING-app (bijvoorbeeld de QR-code scanner). Bijvoorbeeld een team met een grafisch ontwerper, twee programmeurs, een software-tester en een marketeer. Zij voelen zich samen verantwoordelijk voor hoe de klant dat ene onderdeel ervaart. En maken die klant-ervaring steeds beter.
Daarbij ontwikkelen ze niet in één keer de hele app, om er vervolgens achter te komen dat de klant toch iets anders wil, maar ze werken in korte sprints van zo’n twee weken waarin ze een bepaalde functionaliteit bouwen, opleveren, testen en feedback vragen aan de klant. Met deze nieuwe inzichten bouwen ze weer verder.
De verschillende specialisten blijven zich ondertussen wel ontwikkelen in hun vak. Zo komen de software-testers uit alle teams om de drie of vier weken samen om van elkaar te leren. Dan staat even niet de klant centraal, maar hun vak. Denk daarbij aan je ‘sectieoverleg’ op school.
Zo heb je het beste van twee werelden: beter worden in je vak en een blije klant, die nu de app een 4,6 score geeft in de app-store van Apple.
Kan dit wel in het onderwijs?
Het korte antwoord is ‘ja’. Ben van der Hilst, oud-schoolleider, promoveerde in 2019 met het proefschrift ‘Teamgericht organiseren in het onderwijs. Sturen op kwaliteit, wendbaarheid en werkplezier’. Hierin onderzoekt hij het werken in kleine teams van ongeveer zes tot acht leraren rond groepen van ongeveer honderd leerlingen. Deze zogenaamde onderwijsteams krijgen uitgebreide bevoegdheden om hun verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van een bepaalde groep leerlingen waar te maken. Zo werken leidt volgens Van der Hilst tot een professionele schoolorganisatie, waarin met plezier aan kwaliteitsverbetering wordt gewerkt en waar docenten echt de baas zijn van hun professionele praktijk. Hij laat in zijn onderzoek zien hoe je dit praktisch organiseert.
Hoe kan ik hiermee aan de slag op mijn school?
Als jullie ervaren dat je ondanks hard werken onvoldoende resultaat boekt met je leerlingen, dan is het tijd om je teamindeling en manier van samenwerken in die teams aan te pakken. Concreet betekent dit:
Bij de indeling van teams zijn een aantal principes belangrijk:
Hoe dit er in de praktijk uitziet? Laten we een VMBO als voorbeeld nemen. Je kunt een indeling maken met leergangen (van de eerste tot de vierde klas). Als je dan 400 leerlingen op je school hebt betekent dit dat je 4 teams creëert die elk verantwoordelijk zijn voor 100 leerlingen, met per schooljaar één klas. Een ander voorbeeld: de bovenbouw van Havo/VWO. Die zou je bijvoorbeeld op kunnen delen naar de vier profielen waar leerlingen uit kunnen kiezen. Wil je je hierin verdiepen, pak dan het onderzoek van Ben van der Hilst erbij.
Om de teams effectief te laten samenwerken is structuur nodig:
Je bent er niet met deze teamindeling. Zorg dat je na een periode van zo’n 6 weken uitwisselt met andere teams. Om van elkaar te leren en schoolbrede afspraken te maken over invoer van verbeteringen die in de teams zijn uitgeprobeerd. Daarnaast blijft het essentieel om je in vaksecties te verdiepen in je vak en onderling afspraken te maken. Maar, net als in het ING voorbeeld, dat kan in een wat lager ritme, bijvoorbeeld eens in de drie weken.
Neem contact met ons op
Door je in te schrijven ga je akkoord met ons privacybeleid en geef je toestemming om updates van Stichting leerkracht te ontvangen.