Stichting Confessioneel Primair Onderwijs Waterland CPOW (in de regio Purmerend) startte acht jaar geleden met leerkracht. Intussen werkt de hele stichting met de methodiek, zowel de zestien scholen als het directieoverleg als het bestuurskantoor. Verandercoaches Marjolijne Mulders en Ingrid van Koningsbruggen houden de boel actief en levendig; zij zorgen voor de ‘pokon’ voor de onderwijsvernieuwing en de verbetercultuur.
Marjolijne en Ingrid hebben wat ze zelf noemen ‘een dubbele duobaan’. Ze zijn samen schoolleider op basisschool De KlimOp en ze zijn samen verandercoach voor CPOW.
Ingrid: ‘Er ligt een goede basis, alle scholen hebben het trainingstraject van leerkracht gevolgd. Hierdoor spreken we stichtingbreed dezelfde taal en gebruiken we dezelfde methodieken om tot verbeteringen te komen. Toen wij vijf jaar geleden een nieuwe bestuursvoorzitter zochten, hanteerden we als belangrijk selectiecriterium of die zich kon verbinden aan onze verbetercultuur. Dat bleek een gouden greep. Degene die we aannamen is meteen ook als schoolcoach een school gaan begeleiden. Zo raakte onze stichting steeds steviger doortrokken van deze aanpak.’
Marjolijne: ‘De basis is er, maar om goed gefocust te blijven, is continu onderhoud nodig. Daarom zijn wij tweeën aangesteld om scholen zo te begeleiden dat ze blijven vernieuwen en verdiepen. Want als er sleur binnensluipt, verliest ook een goede methodiek z’n kracht.
We organiseren activiteiten op verschillende niveaus; iedereen woont daar elk jaar een aantal (naar keuze) van bij:
Ook onze eigen ontwikkeling qua kennis en vaardigheden vergt onderhoud, daarom volgen wij als verandercoaches zelf de leergang ‘leankracht’, een verdieping op de leerkracht-methodiek.
Wij zijn heel enthousiast over onze aanpak en de werking ervan. Als verandercoachduo zien we dagelijks wat deze aanpak teweeg brengt.’
Marjolijne: ‘We gaan het onderling leren meer op de voorgrond zetten. Daarbij gaan we uit van de speerpunten die naar voren komen uit de cultuursurveys. Op basis daarvan koppelen we scholen aan elkaar tot een soort mini-cirkels. Zo kunnen ze met elkaar de verdiepingsslag maken naar: ‘Hoe pakken we dit nou op een leerkracht-manier aan?’´
Ingrid: ‘Het allerbelangrijkste is dat er tijd en formatie beschikbaar is voor mensen met een taak als de onze. Begeleiden van onderhoud aan en verdieping van de verbetercultuur doe je nou eenmaal niet in een achternamiddag. Wij hebben hier samen drie dagen per week voor, dat komt aardig overeen met wat nodig is.
Daarnaast is het essentieel om iedereen binnen een stichting te betrekken bij de verbetercultuur: van kleuterleerling tot medewerker op het bestuurskantoor.’
Marjolijne: ‘Wij adviseren om de activiteiten – zeker in het begin – verplicht te stellen voor alle medewerkers. Dat zorgt ervoor dat iedereen betrokken is en dat de cultuur van ‘samen elke dag een beetje beter’ ook stichtingbreed geborgd wordt. De aanvankelijke weerstand tegen die verplichting verdwijnt al snel als blijkt dat de inhoud van de activiteiten zo goed aansluit bij de praktijk, dat deelnemers er morgen mee aan de slag kunnen. Daar wordt iedereen enthousiast van. In onze organisatie wordt van een fulltimer verwacht jaarlijks bij minimaal drie activiteiten naar keuze betrokken te zijn.
Tenslotte is het belangrijk om vol te houden, om het lef te hebben om door te zetten als er een – onvermijdelijk – dipje ontstaat.’