Brede basisschool De Vuurvogel in Helmond: hoe je kunt starten met het versterken van leerlinggedrag

BBS De Vuurvogel is een grote basisschool in Helmond. Sinds 2013 werken zij met Groepsdynamisch Onderwijs (GDO) voor hun pedagogische aanpak en als leidraad voor hun visie. Na jaren van veranderingen in het team, met nieuwe collega’s, werd ‘verbastering’ van deze visie zichtbaar. Vanuit de veiligheidsmonitor kreeg het team signalen dat datgene wat ze deden, niet voldoende bleek voor alle leerlingen: het pedagogisch klimaat van de school en de veiligheidsbeleving gingen achteruit. Hier wilde het team schoolbreed verandering in realiseren.

Het team wilde dit bewerkstelligen door de routines vanuit GDO die goed werkten te behouden en aan te vullen met inzichten uit Tom Bennett’s boek ‘Regie in de klas’ over leerlinggedrag. Het team wilde vaste routines die schoolbreed worden toegepast. Zij zijn daar schooljaar 2023-2024 mee gestart, na een workshop van leraar Gert Verbrugghen van het Alfrinkcollege.

In deze casus bespreken we:

  1. Waarom het team koos voor het verbeteren van leerlinggedrag
  2. Wat het team vervolgens deed
  3. Wat het effect was op leerlingen, leraren en het leren
Linda van de Voort

Vuurvogel

Dit artikel is tot stand gekomen met de input van:

Linda van de Voort, leerkracht BBS De Vuurvogel in Helmond

1. Waarom het team koos voor het verbeteren van leerlingedrag

De regels en routines die het team sinds hun start met groepsdynamisch onderwijs hadden afgesproken werden niet meer consequent door alle teamleden gehanteerd. Het team zat niet meer op één lijn. Het effect was steeds meer ‘brandjes blussen’ bij problematisch gedrag van leerlingen, wat ten koste ging van de onderwijstijd én onderwijskwaliteit.

Uit het leerlingvolgsysteem bleek een lager gevoelde veiligheidsbeleving en een hoger gevoelde pestbeleving bij kinderen. Kinderen zochten op het schoolplein steeds meer de grenzen op, er waren conflicten, zowel verbaal als fysiek. De afspraak was dat fysieke conflicten altijd gemeld zouden worden door leerlingen. Bovendien dat als een kind een ander kind pijn deed, altijd de ouders van het kind dat zich misdraagt zouden worden gebeld en dat een sanctie volgt (zoals bijvoorbeeld binnenblijven dag erna bij een pauze). Maar niet elke leraar die surveilleerde deed dit consequent. Met als gevolg dat leerlingen het gevoel kregen ‘er gebeurt hier toch niets’ en zij soms flink boos uit een pauze de klas binnen kwamen. De leerkrachten wilde dit dan uitpraten, wat ten koste ging van de lestijd. De conflicten begonnen daardoor ook het lesgeven te raken. Het was tijd om verandering aan te brengen.

Het team besloot daarom dit schooljaar (2023-2024) te starten met ‘sociaal-emotioneel’ (SEO) als één van de drie speerpunten (naast rekenen en taal.). BBS De Vuurvogel werkt met ontwerpteams die elk één van die drie speerpunten op zich neemt. Elk van de circa 45 teamleden kiest voor een ontwerpteam dat bij hem past. Zo werken vier teams van elk ongeveer 10 leerkrachten elk aan één speerpunt van de school. Elk trimester staat een ander speerpunt centraal en in het eerste trimester dus SEO. Hierbij werd ingestoken op een gezamenlijke visie op sociaal emotioneel leren en het verbeteren van het pedagogisch klimaat voor alle leerlingen, door juiste afstemming in leerkrachthandelen en samen routines af te spreken.

2. Wat het team vervolgens deed

Het team gebruikte een drietal instrumenten

  • Het afspreken van de gewenste routines. Het hele schoolteam volgde vlak na de zomervakantie een workshop van docent Gert Verbrugghen van het Alfrinkcollege zie het artikel Een sterk leerklimaat op school met klassenmanagementOver het belang van goed leerlinggedrag en wat dat van leraren vraagt) over leren en leerlinggedrag. In het nieuwe schooljaar ging het team verder met het maken van afspraken over gewenst leerlinggedrag. Het ontwerpteam ‘sociaal emotioneel’ bereidde hierover gesprekken met het hele schoolteam voor. Daartoe las het ontwerpteam steeds hoofdstukken uit ‘Regie in de Klas’ van Tom Bennett. En zette de inzichten uit dit boek om in stellingen om te bespreken met het schoolteam. Uit het gesprek hierover volgen dan afspraken met het hele team.
Gert Verbrugghen

FOTO: GERT VERBRUGGHEN VAN HET ALFRINKCOLLEGE

Omgaan met weerstand in het team

Niet elk idee dat je hebt wordt direct omarmd door het team. Zo’n idee doordrukken zonder draagvlak heeft geen zin. Hoe kun je draagvlak creëren? Een voorbeeld van BBS De Vuurvogel:

Weerstand in het team
Eén van de routines die het ontwerpteam wilde afspreken was de wekelijkse ‘socio-kring’ weer goed uit te voeren, zoals destijds volgens GDO was afgesproken. Sommige teamledenwaren wat sceptisch: ‘Ik besteed op mijn eigen manier aandacht aan SEO en hoef dat niet altijd met die opbouw en regels van de socio-kring.’ Of ‘Het is veel werk om in een kring te gaan met meer dan 20 kinderen’. Bij de routine socio-kring hoort namelijk een lege kring, zonder tafels in het midden, met een vaste zitplaats voor de leerlingen.

Uitproberen wat het effect is
In gesprek met het team is afgesproken het toch uit te proberen onder het motto ‘we hebben genoeg gepraat, we gaan het gewoon doen zoals afgesproken om het door de hele school hetzelfde aan te pakken en te kijken wat het oplevert’. Bovendien sprak het team af om bij elkaar te gaan kijken bij het uitvoeren van deze kringgesprekken en met een kijkwijzer te observeren welke aspecten waardevol waren om voort te zetten of juist niet. Dit leidde vervolgens tot enthousiaste gesprekken over mooie verwoordingen van leerlingen naar elkaar over hun gedrag, over wat zij zelf kunnen doen om de omgang met elkaar te verbeteren en het geven van complimenten aan elkaar.

Een gedragen besluit
Na een aantal weken uitproberen volgde een gesprek met het hele team met de vraag ‘Gaan we dit voortaan allemaal zo doen’. Na het lezen van ‘Regie in de Klas’ en de workshop van Gert Verbrugghen, wist het team hoe belangrijk het is om samen achter een besluit te staan en dit uit te voeren. Daarom werd gestemd over de socio-kring en nu is de routine afgesproken, met een ‘Vervuurvogelde’ routine van deze socio-kring. Kortom, het draagvlak werd gecreëerd door niet te beginnen met zo’n besluit, maar pas nadat de routine haar effect had bewezen op een passende manier voor de leerlingen en het team.

  • Het werken met leerKRACHT-verbeterborden om wekelijks doelgericht en praktisch samen aan de routines te werken. Het team wacht niet tot de visie af is, maar begint meteen in het eerste trimester. Dat doen zij met doelen die zij op ‘verbeterborden’ zetten. Voorbeelden van acties bij deze doelen zijn ‘bij het teken van de hand-klap ben ik stil en kijk ik naar de juf’, ‘ik begroet de juf bij de deur’, ‘stil in de gang’ en ‘ik draag bij aan veiligheid door te melden (speelplein)’. Voor elk van deze doelen nemen leraren actie: instructie geven in deze routines. Bijvoorbeeld voor de routine ‘goedemorgen zeggen’ zijn de acties van de leraren op tijd bij de deur staan en een verwachtingsvolle houding aannemen. Een ander voorbeeld, voor ‘stil in de gang’ heeft een van de leraren een filmpje opgenomen over hoe je hier expliciete directe instructie over kunt geven aan de leerlingen, wat alle leraren vervolgens in hun klas uitvoerden. In wekelijkse bordsessies bespreekt het team de voortgang en het effect. Zo wordt snel succes geboekt.

Het effect van samen aan de slag gaan: minder gedoe op het schoolplein door betere conflicthantering

De leraren surveilleren actief en hebben afspraken gemaakt over hoe om te gaan met meldingen door kinderen. Er komt dan een driehoeksgesprek. Dat werkt als volgt. Als een kind zich meldt omdat het gepest is of pijn is gedaan, dan vraagt de leraar het kind dat incident te melden om zodoende het kind te kunnen halen dat pestte of pijn deed. In een gesprek met de leraar en de ‘dader’ vraagt de melder ‘Waarom deed je dat?’. De leraar is de gespreksleider en vraagt door, bijvoorbeeld: ‘Wat vind je ervan dat je dat deed?’ Je probeert de dader zich te laten verplaatsen in de ander. Het effect is dat kinderen die gepest werden zich gehoord voelen (de juf komt voor mij op). Uit het logboek dat de surveillerende leraren bijhouden blijkt dat het wangedrag op het schoolplein sterk is verminderd.

  • Het inzetten van ‘Doorloopjes’ met wetenschappelijke inzichten over lesgeven. De keuze van belangrijke routines zijn niet uit de lucht komen vallen, maar gebaseerd op wat onderzoek zegt. Voor dat onderzoek maakt het team gebruik van Doorloopjes, een website gebaseerd op drie boeken over lesgeven met zo’n 150 bewezen effectieve technieken. Het team gebruikt technieken zoals ‘Herhaal routines’ (voor het oefenen van routines), ‘Positief framen’ (voor het aanspreken van leerlingen), ‘Communiceer hoge verwachtingen’ (om te zorgen dat ze krijgen wat ze verwachten). Het team vertaalt de stappen uit elk doorloopje in afspraken over leerlinggedrag. Bijvoorbeeld voor de routine ‘Ik loop stil in het schoolgebouw en loop niemand voorbij’ was het binnen twee dagen na de start stil in de gangen. Zelfs de kleuters konden dat.
herhaal routines

3. Het effect op leerlingen, leraren en het leren

Ondanks dat BBS de Vuurvogel pas net gestart is met deze werkwijze zijn de resultaten direct merkbaar:

  • Effect op leerlingen. Het afspreken van routines en daaraan vasthouden heeft een aantal effecten. Allereerst dat de leraren kinderen die zich niet goed gedragen beter kunnen helpen. Andere leerlingen merken dat ze minder gepest worden. Bovendien voelen de leerlingen zich eigenaar van het uitbannen van pesten en ander wangedrag, en dragen zij bij aan een veiliger leerklimaat binnen de school.
  • Effect op leraren. Het team was heel blij dat ‘sociaal emotioneel’ aan de beurt als thema. Het team vormt nu weer meer een geheel als het gaat om pedagogisch klimaat en leerkrachthandelen. Doordat iedereen dezelfde regels hanteert, wordt het gezag van leraren niet door collega’s ondermijnd. Daarnaast merken leraren dat ze door samen te werken aan een onderwerp als deze snel effect kunnen realiseren, dat motiveert en draagt bij aan een sterk team met een gedeelde visie
  • Effect op leren. Er is minder verstoring, dus meer effectieve lestijd. Als het hoofd van leerlingen vol zit komen ze minder tot leren. De verstoringen door gedoe op het speelplein of door herrie op de gang zijn nu veel minder.

Is het team er nu? Er zijn nog veel routines om af te spreken, leerlingen in te instrueren, te oefenen en vast te houden. Die routines, bijvoorbeeld rond lessen-wisseling, gaan helpen het lesgeven nog beter te maken.

Wil jij dit artikel lezen?

‘Een sterk leerklimaat op school met klassenmanagement – Over het belang van goed leerlinggedrag en wat dat van leraren vraagt’

Lees hier het hele Kennisbank-artikel

Wil jij met ons in gesprek over een sterk leerklimaat op school met klassenmanagement?

Neem contact met ons op