Flipping the classroom?

Vier instrumenten om het samen met collega’s en leerlingen tot een succes te maken

Je gelooft in het concept van ‘Flipping the classroom’. Maar de realiteit is dat een goede video maken tijd kost, die niet voor het oprapen ligt. En leerlingen zijn gewoontedieren. Dus een opmerking als ‘legt u het nu maar gewoon even uit’, stimuleert niet echt om werk te maken van ‘Flipping the classroom’. Daarbij, iets nieuws proberen is spannend. Hoe begin je en waar ga je tegenaan lopen? Hoe krijg je hulp van je collega’s? We bieden je vier instrumenten die je helpen om te starten en stap voor stap vorm te geven aan ‘Flipping the classroom’.


Vier instrumenten om van flippen een succes te maken

Als je gaat starten met flippen, heb je een paar uitdagingen:

  • Je weet nog niet precies hoe het werkt en wat er werkt
  • Leerlingen moeten er van overtuigd raken dat flippen hen gaat helpenFlipping the classroom
  • Het kost tijd om lessen te flippen

We reiken je daarom vier instrumenten aan die je hierbij gaan helpen. Niet alleen bij ‘Flipping the classroom’ maar bij elke vernieuwing die je wilt oppakken.  De instrumenten helpen je om de vernieuwing samen met je collega’s en leerlingen op te pakken, zodat je er niet alleen voor staat. Daardoor wordt de kans van slagen veel groter. En het is leuker!


1. Stem van de leerling

Wat is het?
De stem van de leerling is niet meer en niet minder dan het luisteren naar wat leerlingen te zeggen hebben over wat zij nodig hebben om goed te kunnen leren. Dus als je op een andere manier wilt gaan lesgeven, laat dan eerst de leerling erover aan het woord. Want voor hen doe je het!

Wat levert het op?
Er zijn drie redenen om de stem van de leerling te horen. Ten eerste voelen leerlingen zich gezien en gehoord. Dit  vergroot hun betrokkenheid bij het onderwijs en je creëert draagvlak. Ten tweede krijg je wellicht bruikbare nieuwe informatie en/of je eigen ideeën worden bevestigd. Beide is winst. Ten derde kun je een hulpvraag neerleggen, wellicht zijn er leerlingen die kunnen editen of helpen zoeken op internet naar geschikte video’s.

Tips

  • Bedenk een goede werkvorm om het gesprek over ‘Flipping the classroom’ met leerlingen te voeren. Daarbij kun je denken aan een leerlingarena. Of verdeel de klas in kleine groepjes en laat leerlingen per groepje via post-its input geven op een paar vragen waar jij hun mening over wilt horen.
  • Vertel de leerlingen ook hoe het proces verder gaat en wat je met hun input gaat doen.

2. Het verbeterbord

Wat is het?
verbeterbordHet verbeterbord is een fysiek bord waarop onder andere doelen en acties staan. Het lerarenteam gebruikt het bord om te focussen en met elkaar in gesprek te gaan over onderwijs.

Wat levert het op?
Gebruik als team het verbeterbord om het ontwikkelproces van ‘Flipping the classroom’ te ondersteunen. Het zorgt ervoor dat je de investeringstijd verdeelt over de collega’s, je stap voor stap draagvlak creëert en elkaars expertise benut. Natuurlijk is het geen probleem om eerst wat voor je zelf te experimenteren. Maar wil je het serieus aanvliegen, pak het dan als team aan.

Tips

  • Bespreek met elkaar voor welke vakken en voor welke stof ‘Flipping the classroom’ geschikt is. Begin klein. Bijvoorbeeld met één vak. Of één onderwerp per vak.
  • Bepaal (en zet op bord) wat je hoopt te bereiken met ‘Flipping the classroom’ en hoe je gaat meten of het werkt (Doelen).
  • Spreek af wie wat doet (Acties).
  • Sta wekelijks met je collega’s bij het bord (15 minuten) en bespreek de voortgang.

3. Gezamenlijk lesontwerp

Wat is het?
Bij gezamenlijk lesontwerp gebruik je elkaars expertise bij het nadenken over de opzet van je lessen. Bij ‘Flipping the classroom’ gaat het dan over het samen ontwikkelen van de video’s maar ook over het nadenken hoe je de les invult nadat de leerlingen thuis de video hebben bekeken.

Wat levert het op?
Samen met iemand van een ander vak een video ontwikkelen kan heel veel opleveren. Voor jou is de leerstof van je collega waarschijnlijk minder gesneden koek. Dus je kunt beter beoordelen of de uitleg op de video helder is. Ontwikkel je juist samen met een vakcollega, dan is het waardevol om eerst allebei zelf na te denken over de inhoud van de video en dan de ideeën naast elkaar te leggen. Grote kans dat de video er rijker van wordt.

Tips

  • Om klein te beginnen, kun je gebruik maken van al bestaande video’s. Zoek op Youtube naar wat al beschikbaar is.
  • Geef om te beginnen maximaal twee soorten verwerkingsopdrachten voor de leerstof uit de video. Dit kun je later uitbreiden en leerlingen laten meedenken over wat zij nodig hebben om de leerstof toe te passen.
  • Geef elkaar feedback op video’s. Spreek van te voren af waar je elkaar feedback op gaat geven en op welke manier. De ultieme video bestaat niet, dus na één verbeterronde is het tijd om de video in je lessen in te zetten.
  • Wil je weten hoe je video’s kunt maken? De website van Leraar24 helpt je op weg met handige tools.

4. Lesbezoek en feedback

Wat is het?
Bij lesbezoek gebruik je de extra ogen van een collega om te kijken naar het effect van jouw gedrag (oftewel jouw didactiek) op de leerlingen. Bij ‘Flipping the classroom’ kan een collega dus kijken hoe de nieuwe didactische keuze in de praktijk uitpakt.

Wat levert het op?
Bij ‘Flipping the classroom’ is de leerling tijdens de les meer aan zet. Jij als leraar hebt een faciliterende rol. Het effect op leerlingen is heel lastig om zelf te bekijken als je druk bezig bent met het ondersteunen van leerlingen. Je collega inzetten om te observeren, is daarom een cadeautje. Hij kan kijken of leerlingen goed aan de slag kunnen en waar ze eventueel tegenaan lopen.

Tips

  • Maak gebruik van een observatieformulier. Dat helpt je collega om heel gericht te kijken naar de geflipte les. Jij kan daarop aangeven waar je graag feedback op wilt.
  • Plan een gesprek met je collega in om rustig te bespreken wat hij of zij gezien heeft. Bij een goed feedbackgesprek luister je naar de observaties (wat heeft je collega gezien/gehoord en welk effect had dat op leerlingen) en daarna vertel je jouw perspectief. Wissel daarna uit over mogelijke verbeterideeën.
  • Bedenk dat jullie aan het experimenteren zijn! Niet alles kan en hoeft direct perfect.

Start gemaakt? Organiseer dan regelmatig een ‘retrospective’!


Je hebt van te voren bedacht waar ‘Flipping the classroom’ aan moet bijdragen. Dat staat beschreven als doelen op het verbeterbord. Het is goed om regelmatig een retrospective te organiseren om te zien of je deze doelen ook behaalt. Bij een retrospectieve kijk je terug op een korte periode en bepaal je wat er werkt, wat er een beetje werkt en wat helemaal niet werkt. Aan de hand van de uitkomst kun je verbeterideeën bepalen om ‘Flipping the classroom’ nog beter voor elkaar te krijgen.

Je kunt een retrospective houden met leerlingen, met collega’s of in combinatie. Werkvormen voor een retrospective vind je door op internet te zoeken of via leerKRACHT.

Bedenk vooral dat ‘Flipping the classroom’ een middel is om leerlingen beter te laten leren. Het is geen doel op zich. Lijkt het aan beter leren bij te dragen? Bouw het dan stap voor stap verder uit.

Flipping the classroom, wat is het en wat levert het op?
Laten we nog even stilstaan bij wat ‘Flipping the classroom’ is en wat het jou en de leerlingen kan opleveren. Want, wil je een verandering succesvol maken, dan moet je eerst zelf de juiste overtuiging hebben.

Er zijn verschillende manieren waarop je een les kunt flippen oftewel omdraaien. De omslag die je maakt, is dat je als leraar de klassikale tijd niet of minder besteedt aan het uitleggen van de leerstof. Het eigen maken van de leerstof, dat doen leerlingen zelf. Thuis of op school. Dat kan zijn door een online video te bekijken met alleen uitleg, of een video met uitleg en opdrachten.

Als leraar zet je jezelf in als hulpmiddel voor de diepere verwerking van de leerstof, op maat instructie, vraagbaak en coach in het leerproces. Datgene waar ze jou bij uitstek bij nodig. Het is een didactische keuze. Wat het kan opleveren, is dat je meer tijd overhoudt om leerlingen te leren de stof toe te passen, ze uit te dagen of extra ondersteuning te bieden. Ook kan het leerlingen helpen in het eigenaar worden van hun eigen leerproces. Want leerlingen hebben 24/7 beschikking over uitleg van de leerstof.

Even een voorbeeld: thuis heeft de leerling jouw uitleg over het vervoegen van werkwoorden in de verleden en voltooide tijd bekeken met bijbehorende invuloefeningen. Op school bepaalt de leerling of hij de leerstof gaat verdiepen door met een groepje een opstelopdracht te maken, of extra te oefenen met jou als hulpbron op de achtergrond of een formatieve toets te maken om aan te tonen dat hij de stof beheerst. Zie je mogelijkheden? Dan is het investeren in het ‘flippen’ van je les een goed idee.