Wat is VSO-onderwijs?
Voortgezet speciaal onderwijs, ook wel een VSO-school genoemd, is voortgezet onderwijs voor kinderen met een zwaardere ondersteuningsbehoefte. Het gaat meestal om leerlingen met een beperking, ziekte of stoornis. VSO-scholen bieden specialistische en intensieve begeleiding. VSO onderwijs is opgedeeld in vier clusters en leidt op tot een vervolgopleiding, een baan of dagbesteding.
Door aan onderwijsdoelstellingen en schoolontwikkeling te werken konden we samen bergen verzetten
VSO-school Berg en Bosch, met een locatie in Bilthoven en een in Houten, startte in 2015 met een leerKRACHT-traject. Bart van ’t Klooster, techniekdocent, mentor en hoofd van de vakgroep techniek op locatie Houten, was aanjager van het eerste uur.
‘Een paar jaar geleden hadden we een aantal klassen waar de situatie uit balans was. De druk werd veel docenten bijna teveel en het ziekteverzuim vloog omhoog. Dat hebben we als team aangepakt op de leerKRACHT-manier en zo hebben we samen bergen kunnen verzetten.’
Vertel eens wat meer over de uitdagingen van jullie school en jullie leerlingpopulatie?
‘Onze school is vooral ingericht voor leerlingen met een autistische stoornis. Onze kracht is: duidelijkheid, structuur en overzicht creëren voor onze leerlingen. Dit doen we bijvoorbeeld door zo min mogelijk verschillende docenten voor één klas in te roosteren. En door een ‘blokrooster’: elke dag van half 9 tot half 3, zonder tussenuren en elke dag op hetzelfde moment pauze. Met deze structuur werken onze leerlingen prettiger, rustiger en efficiënter.
Vroeger bewaakten wij de rust in de klassen door te selecteren of nieuw aangemelde kinderen wel pasten bij onze bestaande leerlingpopulatie. Sinds de invoering van passend onderwijs bieden we een plek aan een veel diversere groep leerlingen. Dat is soms lastig te realiseren, omdat veel van de leerlingen met autisme last hebben van angsten en veel behoefte hebben aan rust. In één klas combineert dat niet goed met kinderen die drukker zijn, adhd hebben of snel boos worden. Het is best een uitdaging om goed les te geven aan zo’n gemengde klas. Als docent wil je iedereen bij de les houden, zorgen dat alle leerlingen de juiste aandacht krijgen en zorgen dat er een balans is. Het vergt nu extra tijd, energie en waakzaamheid om een veilige en prettige setting voor de hele groep te creëren.
Hoe houden jullie dit hanteerbaar voor docenten?
‘Een paar jaar geleden hadden we een aantal klassen waar de situatie uit balans was. De druk werd veel docenten bijna teveel en het ziekteverzuim vloog omhoog. Dat hebben we als team aangepakt op de leerKRACHT-manier. We hebben een gezamenlijke dagstart van een kwartier ingevoerd. Eerst een check-in, hoe staat ieder van ons er vandaag in? Daarna delen we successen en als laatste bespreken we de nodige acties en/of mededelingen. Hier kan naar voren komen welke leerling extra aandacht nodig heeft en uit z’n doen kan zijn door bijvoorbeeld een conflict thuis. Door dit in het team te delen, zijn we beter voorbereid. We overleggen hoe we het aanpakken. Wie heeft er tijd om met de betreffende leerling in gesprek te gaan? Wie valt in bij de klas als dit nodig blijkt te zijn? We maken ook een plan B: We bespreken waar deze leerling terecht kan als hij in zijn eigen klas niet goed kan functioneren of storend is voor de groep. Het zo dagelijks – samen als team – onze zorgen rondom klassen en leerlingen bespreken op de leerKRACHT-manier, heeft enorm geholpen. Na een halfjaar hadden we de boel weer grotendeels onder controle en zijn we gaan afbouwen. Op dit moment hebben we twee keer per week een dagstart. Kortom: we schalen op of af als de behoefte groter is of juist afneemt.
Jullie hebben de leerKRACHT-methodiek ook gebruikt bij het vormgeven van nieuw onderwijs?
‘Ja, dat klopt. In 2016 is landelijk, op initiatief van het ministerie OCW, een grote onderwijsvernieuwing doorgevoerd: ‘vernieuwd vmbo’. Dat betekende dat (een deel van) ons onderwijs op de schop moest, zowel wat betreft de invulling van de lessen als qua examenprogramma. Voor mijn vak techniek kwam er een flinke verzwaring van exameneisen – en dus van de lesstof. Verder werden nieuwe onderwerpen ingevoerd, zoals 3D-tekenen in combinatie met 3D-printen.
Voor alle vmbo-scholen was dat omgooien van het onderwijs een hele klap werk; en voor een klein schooltje als het onze was het een megaklus. Persoonlijk vind ik dat we dit heel slim hebben aangepakt: iedere fulltimer was twee uur per week uitgeroosterd voor leerKRACHT. De docenten die met dat vernieuwingsproject bezig waren, staken daar hun leerKRACHT-uren in. Zo konden we als groep tegelijkertijd aan onderwijsontwikkeling werken, met heldere doelstellingen. Zo konden we samen bergen verzetten.
Werken jullie ook met de andere aspecten van leerKRACHT?
‘Niet met alle elementen zijn we even actief. Lesobservatie bijvoorbeeld, zo’n belangrijk onderdeel van de leerKRACHT-methode, blijft bij ons behoorlijk lastig. Onze leerlingen hebben namelijk enorm veel behoefte aan regelmaat en zekerheid. Vandaar dat we werken met het vaste rooster waar ik al over vertelde, met zo min mogelijk wisselingen van docenten. Collega’s uitroosteren voor lesobservaties vergt bij ons een hoop kunst- en vliegwerk.
Wel hebben we leerlingen een stem gegeven in de vernieuwingen. Zo wordt op verzoek van de leerlingen in het nieuwe programma nu meer praktijk en meer stage aangeboden. Ze hebben ook meegedacht over mogelijke keuzedelen. We hebben bijvoorbeeld het keuzevak gamedesign ingevoerd, omdat dat goed aansluit op de vervolgopleiding die sommige leerlingen willen doen. Veel leerlingen met een technisch profiel (PIE, produceren, installeren en energie) wilden heel graag ook niet-technische vakken volgen, zoals koken of EHBO. Die keuzevakken bieden we nu ook aan.’
Is jullie onderwijs er beter van geworden?
‘Het grote voordeel van zo met ons allen op de leerKRACHT-manier werken aan onderwijsvernieuwing, is dat er veel meer eenheid is gekomen. Al onze profielen steken grotendeels op dezelfde manier in elkaar. Onze examenprogramma’s hebben hetzelfde format en de overlappende eindtermen voor de LOB-doelen, de stage-eisen en de regels voor de opbouw van stageverslagen zijn nu voor alle klassen hetzelfde. Heel overzichtelijk – voor iedereen!’
Jullie zijn bijna vijf jaar bezig met leerKRACHT, loopt het nu anders dan in het begin?
‘We zijn in 2016 begonnen, we krijgen nu geen begeleiding meer vanuit stichting leerKRACHT. We hebben ervoor gekozen om nieuwe aanjagers naar voren te roepen die met een frisse blik hun eigen weg zoeken. Dus we werken niet meer precies volgens het leerKRACHT-boekje. Het is mooi om te zien dat we onze eigen draai gegeven hebben aan (een deel van) de methodiek. Maar hierdoor verdwijnen wel sommige onderdelen naar de achtergrond waar we als school veel baat bij zouden kunnen hebben, zoals dat onderling lesbezoek.
Wat mij een goed idee lijkt is om nieuwe aanjagers van scholen die – zoals wij – niet meer door een expertcoach begeleid worden, alsnog een versnelde leerKRACHT-training te laten doen. Ik denk dat het belangrijk is dat ook zij de theorie achter de praktijk kennen.’