Onderwijsvernieuwing tot een succes maken?

De term onderwijsvernieuwing roept wisselende reacties op. Waarschijnlijk zie jij mogelijkheden om door onderwijsvernieuwing het onderwijs te verbeteren, want anders las je dit blog niet. En tegelijkertijd zul je al wel ervaren hebben dat heel goede plannen toch stranden. Vaak is het lastig om alle collega’s mee te krijgen: ”Wie zegt dat het door vernieuwing beter wordt? De werkdruk is al hoog en vernieuwing kost tijd!” Al deze zorgen en vragen rondom onderwijsvernieuwing zijn begrijpelijk en vaak de realiteit. In deze blog geven we je 4 praktische handvatten om onderwijsvernieuwing toch tot een succes te maken. Dat doen we aan de hand van een Verandermodel van McKinsey, gebaseerd op ervaringen van duizenden teams.

Verandermodel

Het verandermodel laat zien dat mensen bereid zijn om te veranderen als er aandacht is voor vier elementen: overtuiging, rolmodel, systemen&processen en vaardigheden. Stel je roept ‘Ik wil milieubewuster leven’. Waarom lukt dat wel of juist niet? Laten we eens inzoomen op de vier elementen van het verandermodel.

Overtuiging: Ben je overtuigd? Wil jij echt milieubewuster leven? Weet je precies waarom je dat wilt? Of roep je het omdat het bij de tijdsgeest hoort en voel je zelf niet echt de noodzaak?

Rolmodel: Heb je mensen in je buurt die voor jou een rolmodel kunnen zijn? Die oplossingen gevonden hebben die werken? En die voor jou een inspiratie kunnen zijn? Of heb je juist alleen mensen om je heen die hun twijfels hebben over het klimaatprobleem en jou niet echt zullen stimuleren?

Systemen: Heb (of kun je) je je leven zo ingericht dat je milieubewuster kunt leven? Een zuinige auto bijvoorbeeld, of zonnepanelen. Of kleiner: heb je twee prullenbakken in de keuken zodat je makkelijk afval kunt scheiden?

Vaardigheden: Weet je hoe je milieubewuster kunt koken? Weet je hoe je je tuin kunt inrichten zodat insecten en vogels er baat bij hebben?

Kortom,  een succesvolle verandering vraagt om antwoorden op alle vier de elementen van het verandermodel. En begint eigenlijk altijd met overtuiging als startpunt.

Vaak gaat het bij onderwijsvernieuwing voornamelijk over wat de vernieuwing moet zijn. Bijvoorbeeld vraaggestuurd leren in het voortgezet onderwijs, herziening kwalificatiestructuur mbo of adaptief onderwijs in het basisonderwijs. Het kennen van de ‘wat’ is eigenlijk de laatste stap. Daaraan vooraf gaat de vraag waarom. Willen jullie tegemoet komen aan de verschillende leerbehoeftes van leerlingen omdat je ervan overtuigd bent dat ze alleen tot leren komen als ze intrinsiek gemotiveerd zijn? Dan heb je het waarom te pakken.

Dan ben je er nog niet, zoals in de introductie aangegeven heeft het succes van onderwijsvernieuwing enorm veel met de hoe te maken. Het verandermodel helpt je aan de hand van de vier kwadranten om over die hoe na te denken. Per kwadrant stel je jezelf een aantal vragen die helpen om te bepalen waar jullie nog mee aan de slag moeten om de vernieuwing tot een succes te maken.

Hieronder lopen we die vier vlakken na en geven voorbeelden:

Overtuiging: wat gaat de vernieuwing opleveren?

Een paar jaar terug kozen veel scholen voor iPads voor alle leerlingen. Ook als lang niet alle teamleden overtuigd waren van de meerwaarde voor het onderwijs. Zomaar met een vernieuwing meegaan zonder dat je een duidelijk beeld hebt van waarom je deze vernieuwing inzet, werkt niet. Besteed daarom eerst aandacht aan jullie onderwijsvisie. Ga het gesprek hierover met elkaar aan. Respecteer verschillen en onderzoek wat er nodig is om te geloven in een bepaald onderwijsconcept. Dat is voor iedereen anders. Er is ook niet één waarheid. Scholen zoals !mpuls in Leeuwarden of Agora in Roermond, besteden bij zowel leerlingen als leraren veel aandacht aan dit aspect. Bij de intake van leerlingen en bij het sollicitatiegesprek met leraren gaat het over de vraag ‘geloof je in onze manier van werken?’ Bij !mpuls tekenen zowel leerlingen, leraren als ouders de ‘Eed van !mpuls’. Daarmee onderschrijf je de visie van de school en maakt men je bewust van wat dat van jou gaat vragen en wat je mag verwachten van anderen. Bij een vernieuwing bij een reeds bestaande school, is dit gesprek met leraren en leerlingen net zo waardevol. Uiteindelijk gaat de verandering alleen werken als de leraren en leerlingen zich erin kunnen vinden.

Rolmodel: waar gebeurt het al of wie doet het al?

Vaak zijn er al scholen die volgens een bepaald onderwijsconcept werken die overeenkomt met de onderwijsvernieuwing die jullie voor ogen hebben of een deel daarvan. Ga daar kijken ter inspiratie en om te leren. Soms zijn er ook rolmodellen op je eigen school te vinden. Stel je wilt het eigenaarschap voor het leren bij leerlingen verhogen en een collega heeft al veel ervaring met het voeren van coachgesprekken met leerlingen. Bedenk dan een manier waarop jullie zijn of haar ervaring kunnen inzetten zodat iedereen daarvan kan leren. Bijvoorbeeld door bij gesprekken die hij voert met leerlingen, aan te schuiven. Vergeet niet dat je zelf ook een rolmodel bent. Naar je collega’s toe, maar zeker ook naar je leerlingen toe. Iedereen heeft daarin een rol. Een schoolleider die een open cultuur op school belangrijk vindt, zal daarin zelf het voortouw moeten nemen door bijvoorbeeld om feedback te vragen. En als je leerlingen op zichzelf wilt leren reflecteren, laat dan als leraar zien dat je ook op jouw handelen reflecteert en hoe je dat doet.

Processen en systemen: hoe richten we de school, lokalen, lerarenteams, leerlingen in?

De manier waarop de school letterlijk en figuurlijk is ingericht, moet ondersteunend zijn bij het onderwijsconcept zoals jullie voor ogen hebben. Bij Agora werken ze bijvoorbeeld met Challenges, waarbij leerlingen zelf op zoek gaan naar antwoorden op vragen die ze hebben en dit verwerken in een eindproduct. Deze vorm past binnen hun onderwijsvisie waarbij ze leerlingen de wereld en zichzelf willen laten ontdekken. Scholen die vorm geven aan gepersonaliseerd leren volgens het Kunskapsskolan concept, hebben elke dag met de leraren een dagstart waarbij ze de bijzonderheden van de dag doornemen en de laatste zaken met elkaar afstemmen. Dit is een bouwsteen van het totale concept waarbij ze als leraren nauw bij elkaar en bij de leerlingen betrokken willen zijn. Kortom, wanneer je je onderwijs vernieuwt,  is het goed om opnieuw naar alle processen en structuren te kijken die je in je schoolorganisatie hebt. En vervolgens te bepalen hoe je ze wilt inrichten zodat het bijdraagt aan jullie onderwijsconcept.

Vaardigheden: wat moeten leraren en leerlingen kunnen om met de onderwijsvernieuwing uit de voeten te kunnen?

Neem nog even het voorbeeld van de iPad. Als je daarmee gaat werken, dan vraagt dat wat van je vaardigheden als leraar. En dat gaat verder dan weten hoe hij aan en uit moet en welke apps erop staan. Vaak vraagt een nieuw onderwijsconcept om een vernieuwde didactische aanpak. En daar moet je in investeren. Bij !mpuls in Leeuwarden hebben ze een eigen Academie, in samenwerking met NHL Stenden. Leraren krijgen veel ruimte om te leren, passend bij hun eigen ontwikkeling maar ook bij het onderwijsconcept van de school. En dat geldt net zo goed voor de leerlingen. Als je je onderwijs vernieuwt,  moet je je ook afvragen wat dit betekent voor wat betreft de benodigde vaardigheden van leerlingen. En als je deze vaardigheden in beeld hebt, op welke manier leerlingen deze vaardigheden kunnen verkrijgen. Zo hebben veel vernieuwingsscholen ruimte gecreëerd voor het intensief coachen van leerlingen. Daarbij ontstaat er zicht bij de leerling en leraar waar een leerling tegenaan loopt en wat er nodig is om verder te komen.

Aan de slag met het verandermodel..

Hoe kun je nu met dit verandermodel aan de slag? Dat kun je doen in drie stappen:

  • Stap 1: Kijk samen terug
    Als jij denkt dat het verandermodel nuttig is om over de hoe na te denken wil niet zeggen dat je team dat ook vindt. Om het model voor iedereen te laten leven vraag je hen eerst ervaringen op te halen. Laat iedereen terug laten kijken op een vernieuwing waar zij bij betrokken zijn geweest, klein of groot. In het onderwijs of daarbuiten. Aan welke kwadrant van het verandermodel hadden zij (nog) meer aandacht moeten besteden? Waarom? Als je dit daarna met elkaar deelt met het model erbij dan zie je snel genoeg dat alle vier vlakken aandacht behoeven.
  • Stap 2: Plan vooruit aan de start van een vernieuwing
    Stel jullie willen een bepaalde onderwijsvernieuwing inzetten, bijvoorbeeld het oprichten van een tienerschool of kleiner ‘het voeren van ontwikkelingsgesprekken met leerlingen’. Laat groepjes collega’s (4 tot 6 mensen per groep) een flap maken met de vier kwadranten. Per kwadrant mag elke collega een post-its plakken om aan te geven wat er nu al gebeurt ten aanzien van de gewenste onderwijsvernieuwing. En ook een post-it per kwadrant waarop ze aangeven wat er nog nodig is (gebruik hiervoor een andere kleur). Je loopt dan als groepje elk kwadrant door, bespreekt wat er hangt. De opbrengst van de verschillende groepjes kan bij elkaar gebracht en uitgewerkt worden door 1 of 2 collega’s. Vanuit dit totaaloverzicht, formuleer je per kwadrant de benodigde actie. Op deze manier creëer je binnen het team draagvlak voor de vernieuwing en een gezamenlijk beeld van wat nodig is om deze vernieuwing tot een succes te maken.
  • Stap 3: Evalueer tijdens de uitvoering
    Stel je bent al bezig met een onderwijsvernieuwing maar de ontwikkeling lijkt wat stil te staan of het enthousiasme daalt. Gebruik dan het verandermodel als evaluatiemiddel om te bepalen binnen welk kwadrant er acties nodig zijn. Dat kan op dezelfde manier als hierboven beschreven. Ook als jullie al een tijdje op weg zijn en het loopt goed, dan kun je het verandermodel gebruiken om te bepalen hoe het nog weer beter kan.

Zelfs met het verandermodel in je achterhoofd zal het heus niet altijd allemaal goed verlopen. Maar je hebt nu wel een instrument in handen waarmee je samen met je collega’s van te voren, tijdens en na afloop van een vernieuwing de balans kan opmaken en acties kunt bepalen. Wil je meer uitleg over het verandermodel? Bekijk dan de onderstaande video uit de leerKRACHT academie.