‘Samen op reis om wijs te worden’

Waarom is een onderzoeks- en verbetercultuur voor OBS Wereldwijs topprioriteit?

‘Samen op reis om wijs te worden is ons schoolmotto’ vertelt schoolleider Paula Hoonhout van Openbare basisschool Wereldwijs in Amsterdam Zuid-Oost. Dat geldt niet alleen voor de kinderen en onze ouders, maar ook voor ons team. Iedere dag opnieuw ontdekken wij samen hoe we het steeds een beetje beter kunnen doen voor onze kinderen. Als je de teamkamer binnenkomt, zie je direct wat ze bedoelt. Daar hangt een lange slinger met leerling-successen die leerkrachten hebben ervaren in hun klassen. Paula vertelt gepassioneerd over de onderzoeks- en verbeterreis die hieraan ten grondslag ligt.

wereldwijs
paula hoonhout

Wat is Wereldwijs voor een school?

Vlak bij de Bijlmerweide ligt – in een onverwachts groene omgeving – Openbare basisschool Wereldwijs. ‘De school draagt de naam van ons motto’, vertelt Paula. Voor ons betekent dit credo dat we samen willen zorgen voor onderwijs waar iedereen op zijn of haar manier wijs gaat worden, zijn kwaliteiten leert kennen en iedereen zich kan ontwikkelen. Ik kan met trots zeggen dat we dit in alle lagen van de school voor- en doorleven. We stellen ons allemaal lerend op: kinderen, ouders, leerkrachten en schoolleider. Dat is volgens Paula ook dé drijvende kracht van hun onderzoeks- en verbetercultuur!

Wat was voor jullie de aanleiding om aan de slag te gaan met een verbeter- en onderzoekscultuur?

Paula vertelt: ‘Toen ik hier 12 jaar geleden startte, was net de kwaliteitsaanpak van gemeente Amsterdam achter de rug. Hun kritische meekijken naar de didactische en pedagogische aanpak op scholen, bracht ons als Wereldwijs de focus om de taalresultaten van de leerlingen te verbeteren’. We wilden dat in leerteams verder ontwikkelen. Hoewel we enthousiast van start gingen, merkten we al snel dat het lastig was om samen écht tot verbeteren te komen. We zagen toen alleen nog niet waar dat mee te maken had. Precies op het juiste moment kwam leerKRACHT op ons pad. Deze methodiek heeft ons geholpen om te versnellen en te verdiepen op de onderwijsverbeteringen die we voor ogen hadden. Taalontwikkeling was daarbij nog maar het begin.

Hoe ziet jullie onderzoeks- en verbetercultuur er in de praktijk uit?

Allereerst zijn onze jaardoelen opgesteld op leerlingniveau, gegroepeerd rond een paar speerpunten. In alles wat we doen staat namelijk centraal: wat schiet de leerling ermee op? Periodiek kiezen we een van deze leerlingdoelen uit. Op basis van de vraag: Waarin hebben we echt iets te doen en is nog onduidelijk wat de hefboom naar verbetering is?

Daaropvolgend starten we met het hele team een (zelf)onderzoek, met een nieuwsgierige onderzoeksvraag als basis. We doen nu bijvoorbeeld onderzoek naar de vraag: welke aanpak begrijpend lezen/luisteren werkt het beste bij onze leerlingen en hoe kunnen wij het aanbod en de differentiatie daarbij zo optimaal mogelijk afstemmen? Oftewel, een vraag waar we als team het antwoord nog niet op weten. Bij dit onderzoek gebruiken we onze data (leerlingresultaten en observaties), literatuuronderzoek (wat vertelt de wetenschap ons?), scoren we onszelf met behulp van relevante criterialijsten en is er een nulmeting met behulp van lesbezoeken (wat doen we al wel en wat doen we nog niet?). Ook halen we input op bij onze leerlingen door ze bijvoorbeeld vragen te stellen in een leerlingarena of door interviews.

Voor het literatuuronderzoek kijken we graag op sites als Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) en Onderwijskennis of in onderwijsvakblad Didactief. Hier vinden we kwalitatief goed onderzoek en leesbare artikelen die vaak ook praktijkvoorbeelden in zich hebben. Daar worden de onderzoeksresultaten toch net iets levendiger van. We hebben verschillende manieren om dit literatuuronderzoek met elkaar handen en voeten te geven. Bijvoorbeeld door met een klein voorbereidend team te grasduinen naar passende artikelen en te komen tot een eerste kwalitatieve selectie. Ook gebruiken we verschillende coöperatieve werkvormen om wetenschappelijke informatie in het grote team met elkaar te verwerken. We hakken een artikel bijvoorbeeld in tweeën en in duo’s leest iedere leerkracht een gedeelte van de tekst. Daarna overlegt het duo over de belangrijkste bevindingen uit de tekst en deelt deze in de grote groep: Wat zegt dit onderzoek over wat werkt en hoe denken wij dit in onze praktijk het beste te gebruiken? Voor de onderzoeksvraag waar we de komende periode mee aan de slag gaan, pakken we het weer anders aan. Nu nodigen we een externe expert uit die zijn kennis met ons deelt.

Op basis van het (zelf)onderzoek bedenken we met elkaar welke doelen we die periode willen stellen voor onze leerlingen. Wat willen we dat ze aan het einde van de periode kunnen, weten, doen en voelen? Op de afbeelding hieronder staat het leerling doel van de afgelopen periode.

leerlingdoel

Wil je horen hoe je formatief handelen kan neerzetten op jouw school?

Bekijk het webinar met Paula Hoonhout ’Een duurzame verbeter- en onderzoekscultuur’ terug

Met deze focus gaan de leerkrachten aan de slag in de klas, maken ze met collega’s samen een lesontwerp en ontdekken ze – wanneer ze bij elkaar op bezoek gaan in de klas – wat al werkt en welke aanscherping nog nodig is om het gestelde leerling doel te bereiken. Tussendoor delen we onze successen in het team. Dat laatste geeft een enorme boost om iedere dag opnieuw het onderwijs samen weer verder door te ontwikkelen. Zo noemen we de verbetercultuur trouwens het liefste; ontwikkelcultuur. Want dat is wat we doen; ontwikkelen. Allereerst voor onze kinderen en in de tussentijd ontwikkelen we onszelf ook. Niet omdat het moet, maar omdat we dit zelf willen.

‘Daar heb ik een prachtig voorbeeld bij’: zegt Paula. We draaiden een keer het bespreken van de onderzoeksliteratuur en het uitvoeren van de 0-meting om. Toen ik in de klassen kwam om te observeren wat de beginsituatie was, zag ik overal dat leerkrachten zelf al aan de slag waren gegaan om die lessen te geven die aansloten bij de bevindingen uit het literatuuronderzoek. Weg 0-meting, maar wat was ik blij om dit te zien!

Laten we eens dapper doen, laten we het proberen

Direct na de start met leerKRACHT merkten we al snel waarom de leerteams waar we eerder zelf mee waren gestart in de praktijk onvoldoende werkten. We misten een vast ritme in de bijeenkomsten. We geloofden direct dat dit cruciaal was om de verbetercultuur te laten slagen, maar tegelijkertijd had het opstarten van een vast ritme van bordsessies en werksessies ook wel wat voeten in de aarde. Wat deden we namelijk met de bouwvergaderingen? Paula zegt: ‘Ik voelde dat als we met een vast ritme gingen werken er ook iets vanaf moest’. Schrappen dus die bouwvergaderingen. Het MT steunde dit voorstel en het team ook, maar we vonden het ook wel heel spannend om te gaan doen. Paula vertelt hoe ze dit heeft aangepakt. Ze zei tegen haar team: ‘Ik vind het ook spannend, laten we eens dapper doen. Laten we het proberen. We kunnen altijd terug als het niet blijkt te werken’. We zijn nooit meer teruggegaan. Voor alle organisatorische zaken gebruiken we nu het organisatorische bord. Het duidelijke ritme geeft ons rust en overzicht. Daarnaast is de deelname aan de verbetersessies niet onderhandelbaar. Ook nieuwe leerkrachten laten we direct aansluiten. Lukt het een leerkracht niet, dan kijken we wat er van het bordje kan. De leerKRACHT ritmiek helpt ons om met aandacht bezig te zijn met de juiste dingen, namelijk het verbeteren van het onderwijs voor de leerlingen. Deze focus versterken we door in ons jaarplan alleen doelen op leerlingniveau op te nemen en door leerlingen deelgenoot te maken van het leerlingdoel in de betreffende periode. We vertellen daarbij dat we hier als leerkrachten lerende in zijn. We zeggen hetzelfde als we een nieuwe les geven in de klas. Zo ontdekken de leerlingen dat niet alleen zij zich ontwikkelen, maar dat we dit samen doen.

‘Ik vind het belangrijk om een lerend rolmodel te zijn voor het team en de kinderen’, geeft Paula aan. ‘Als ik iets niet weet, zal ik dat zeggen. Als ik iets lastig of spannend vind ook.

‘Ik vind het daarnaast belangrijk om een lerend rolmodel te zijn voor het team en de kinderen’: geeft Paula aan. Als ik iets niet weet, zal ik dat zeggen. Als ik iets lastig of spannend vind ook. In de praktijk zie ik dat anderen zich hierdoor ook lerend opstellen en dat verlaagt bijvoorbeeld ook de drempel om in de klassen te komen kijken. Ik zeg daarnaast voorafgaand aan een lesbezoek altijd dat ik kom om te coachen op de dingen die ze zelf nog lastig vinden in het bereiken van het leerlingdoel in die periode. De successen die ik in de groepen zie, deel ik vervolgens graag tijdens de bordsessies.

We houden ons als school scherp in de nieuwe onderwijskundige inzichten doordat we elkaar voeden. Ik vind het zelf belangrijk om hierin up to date te zijn en de experts hier deelgenoot van te maken. Andersom doen zij bij mij hetzelfde. Hierdoor blijven we samen steeds opnieuw weer geïnspireerd. Daarnaast hebben we één keer in het jaar een dag waarop alle leerkrachten naar een andere school gaan om kennis op te doen met hun eigen leervraag als basis. Om 15.30 uur verwachten we iedereen weer terug op school om ervaringen te delen en samen te onderzoeken wat we bij Wereldwijs kunnen met al deze nieuwe inzichten.

Een andere belangrijke succesfactor is volgens Paula dat we zoveel als mogelijk luisteren naar verbeterideeën van collega’s en van de kinderen. Zo starten we binnenkort – op basis van de wens van leerlingen – onze eerste kooklessen. ‘Zo kan ik nog wel even doorgaan’: zegt Paula lachend.

Leerkracht en adjunct-directeur Linda – die zich bij het gesprek voegt – haakt hierop in: ‘omdat we met elkaar lesontwerpen maken, krijgen we veel meer onderling begrip’. Ze vervolgt: ‘inmiddels werken we in bouwdoorbrekende teams, dat draagt ook bij’. We zien hierdoor bijvoorbeeld hoe collega’s in de onderbouw de leerlingen lessen meegeven die voor de collega’s in de bovenbouw enorm waardevol zijn. Ook zien we nu veel sneller dan voorheen hoe de doorgaande leerlijn kan zijn en hoe we hier samen – ieder van ons in de eigen klas – handen en voeten aan kunnen geven. Ten slotte voelen we ons als leerkrachten nu samen verantwoordelijk over de tijd. Hierdoor lopen gezamenlijke sessies zelden meer uit en houden we weer meer tijd over voor het werk in onze eigen klas.

Op deze school leren we onderzoeken

Paula sluit het verhaal af met de belangrijkste winst, namelijk voor de kinderen zelf.

Het allermooiste compliment kregen we laatst toen een van de leerlingen zei: ‘op deze school leren we onderzoeken’! Hoe dat onderzoek in de praktijk kan werken, legt Paula daarna uit. We werken dit jaar – als onderdeel van de NPO menukaart – met halve groepen. De leerlingen van de twee groepen 7 gaven aan dat ze alles prima vonden, maar niet tijdens gym. Daardoor konden ze namelijk niet met hun eigen klas gymen, terwijl ze dat juist zo belangrijk vonden voor de teamspirit. Goed punt vonden wij. Dat bracht ons wel op een uitdaging hoe de inzet van de leerkrachten te verdelen. Samen met de leerlingen hebben we onderzocht wat hierin mogelijkheden waren. En wie kwam met de beste oplossing? Je raadt het al.. de kinderen.

‘Ik kan de impact van een verbetercultuur op de leerlingen niet beter zichtbaar maken dan het verschil in reactie tijdens twee verschillende leerlingarena’s’.

‘Ik kan de impact van een verbetercultuur op de leerlingen tenslotte niet beter zichtbaar maken dan het verschil in reactie tijdens twee verschillende leerlingarena’s’: zegt Paula. Op de vraag Wat is volgens jullie een goede leerling? Gaven de leerlingen bij de eerste arena het antwoord: als je goed luistert, je best doet, rustig bent en oplet. Dat was een schok voor ons team. Dit was niet wat we wilden bereiken. We willen graag dat ze onze school verlaten als zelfbewuste en zelfregulerende kinderen, niet als makke schapen. We ontdekten dat onze eigen woordkeuzes in de klas hier debet aan waren en we hebben vervolgens vol ingezet op ander taalgebruik. Toen we later in het jaar dezelfde vraag weer stelden, waren de antwoorden verrassend anders. Een goede leerling werd getypeerd als iemand die doorzet, die leert van fouten en ze durft te maken, vragen stelt en samenwerkt. Dit is de afgelopen jaren onveranderd gebleven en inmiddels hebben we hier al een hele schoolgeneratie in begeleid.

Missie geslaagd; dit is waar we het voor doen. Onze leerlingen ontwikkelen tot wereldwijze kinderen die we vol vertrouwen verder op reis kunnen sturen richting de grote mensen wereld.

Waarom is een verbetercultuur niet alleen belangrijk voor Wereldwijs, maar voor het hele Nederlandse onderwijs? 

Gemiddeld genomen gaat het goed met het Nederlandse onderwijs. De verschillen tussen scholen zijn alleen groot en worden in plaats van kleiner, nog groter. Wat onderscheidt scholen die meer bereiken met hun leerlingen van scholen die kinderen minder kansen bieden? Zowel de Inspectie als McKinsey deden hier in 2020 onderzoek naar. Hun conclusies zijn hetzelfde: goede scholen hebben een verbetercultuur. Daar werken leraren samen aan hun lespraktijk en zijn schoolleiders vooral met onderwijsinhoud aan de slag. Net als bij Wereldwijs. 

Welke plek neemt onderzoek in bij het verbeteren van het onderwijs?

Het is de kunst om effectief te werken aan het versterken van je lespraktijk binnen de onderwijstijd die je hebt. Daarvoor is het belangrijk om te weten wat werkt voor het onderwijsdomein waar je op wil verbeteren. Combineer kwalitatief betrouwbaar onderzoek met je eigen praktijkkennis. Om jezelf tijd te besparen, kun je kiezen voor meta-onderzoeken. In dergelijke onderzoeken worden diverse individuele studies samengevoegd en hebben onderzoekers voor jou al een analyse gemaakt van de onderzoekskwaliteit van de betrokken studies. Van Steensel heeft bijvoorbeeld zo’n studie verricht naar het versterken van begrijpend lezen met 7 ‘werkzame principes’ als vergroten woordenschat, vergroten kennis van de wereld en verhogen leesmotivatie. Ook op het gebied van rekenen zijn betrouwbare meta studies te vinden, zoals bijvoorbeeld van Van Hickendorff. Wanneer je dergelijke onderzoeksresultaten combineert met jouw kennis en ervaring in en met jouw klas, ben je als leraar in staat hèt verschil te maken voor jouw leerlingen.

Kortom, werken aan een onderzoeks- en verbetercultuur maakt dat je – net als Wereldwijs – je leerlingen de juiste onderwijsinhoud biedt op een manier die werkt. Iedere dag opnieuw.

Wil je horen hoe jij formatief handelen kan neerzetten op jouw school?

Bekijk het webinar met Paula Hoonhout ’Een duurzame verbeter- en onderzoekscultuur’ terug