Wat waren onze 4 grootste fouten?
In 2012 begonnen we de leerKRACHT-aanpak te ontwikkelen. Dat deden we samen met 15 pilot-scholen, zowel basisscholen, middelbare scholen als MBO’s. Sindsdien zijn we blijven leren en verbeteren. We hebben veel geleerd van de feedback van deelnemende scholen, van successen, maar ook van teleurstellingen. Al die verbeteringen hebben we verwerkt in onze aanpak. Wat zijn de vier grootste fouten die we de afgelopen 4 jaar hebben gemaakt?
1. Voor- maar niet mét de leerling.
We begonnen met leraren, die van elkaar leren en samen het onderwijs verbeteren. Maar al snel zagen wij leraren die hun leerlingen begonnen te betrekken: zij vroegen hun leerlingen om feedback, zij hielden met leerlingen bordsessies in de klas. Wij zijn leerKRACHT gestart voor de leerling, maar we hadden niet verwacht dat de leerling zó veel kon bijdragen. Op scholen waar leraren leerlingen actief betrekken in het verbeterproces heeft dit veel effect: leraren krijgen betere verbeterideeën, zij worden nog enthousiaster, leerlingen voelen zich gehoord en raken meer betrokken. We geven daarom nu de ‘stem van de leerling’ een prominente rol in de leerKRACHT-aanpak.
2.Nog meer ruimte nodig voor lerarenteams.
Vanaf dag één van leerKRACHT lieten we het volledig aan lerarenteams over om zelf hun doelen te bepalen, doelen die goed zijn voor de leerlingen. Wij vertrouwen in de kracht van leraren. Maar we lieten de teams minder ruimte als het ging om het proces van verbeteren. We hielden ons soms vast aan ons proces, in plaats van te kijken wat echt nodig was voor impact. We weten nu veel beter wat belangrijk is voor succes, zoals leerlinggerichte doelen op het verbeterbord, het betrekken van leerlingen, een verbeterritmiek, enz. Daarom laten we nu elk leerKRACHT-team onze aanpak aanpassen aan wat zij nodig hebben.
3. Schoolleider, ga op je handen zitten.
Toen we startten zeiden we vaak tegen de schoolleider ‘ga op je handen zitten’. Het idee was zo de leraren ruimte te geven om zelf doelen te stellen en verbeteracties te bedenken. Maar al snel kwamen we erachter dat we hiermee een enorme kans lieten lopen: schoolleiders kunnen het belang van een ‘elke dag samen een beetje beter’ uitdragen, het goede voorbeeld geven door zelf feedback te vragen, hun leraren ondersteunen met tijd in te roosteren voor verbeteren en collega’s coachen in het geven en krijgen van feedback. We hebben daarom in leerKRACHT een uitgebreid programma voor de schoolleiders opgenomen, waarbij zij veel steun krijgen om hun rol in een cultuur van ‘elke dag samen een beetje beter’ vorm te geven.
4. Besturen niet overtuigd.
We wisten dat besturen een belangrijke rol kunnen spelen in het stimuleren van een cultuur van ‘elke dag samen een beetje beter’. We hebben daarom vanaf het begin een leerKRACHT besturenprogramma gedraaid. Maar onze start was niet goed: we wilden met besturen te snel tot actie overgaan, voordat zij overtuigd waren van het belang van zo’n cultuur of hun rol daarbinnen. Na 3 jaar sleutelen aan het programma zijn wij, en de deelnemende besturen, pas echt tevreden. Het programma dat we nu draaien bestaat uit 6 bijeenkomsten waarbij besturen bij bedrijven en scholen kennismaken met een verbetercultuur. Bijvoorbeeld bij Tatasteel, TomTom, ING, Heineken, Bol.com en Albert Heijn. En dat werkt. We zien deelnemende bestuurders enthousiast aan de slag gaan met hun scholen.
We hebben samen met onze scholen veel geleerd. Zijn we er nu? Nee, want leerKRACHT is continu in beweging en wij weten dat het ‘elke dag samen een beetje beter’ kan. Kortom, we blijven het programma verder ontwikkelen en verbeteren, op basis van de feedback die we krijgen van iedereen die bij leerKRACHT betrokken is. Heb je tips, dan horen we die uiteraard graag!