Voor de leerling: derde onafhankelijke impactonderzoek naar leerKRACHT start vanaf september
Het belang van evidence-informed (of ‘research-informed’) werken kan niemand zijn ontgaan. Niet om vervolgens blind stappenplannen te volgen, maar om betere en rijkere keuzes te kunnen maken om het beste voor leerlingen te realiseren.
Ze verdienen immers het best mogelijke wat we kunnen bieden.
Voor het effectief toepassen van onderzoek in de klas verwijzen we bij het werken binnen leerKRACHT vaak naar een model, dat ik ooit in een sessie van onderzoeker Tim Surma zag. Hij laat het belang van onderzoek zien én de nuancering, die er wat mij betreft bij hoort: dat onderzoek alleen niet voldoende is om de best mogelijke beslissingen te nemen. Dat de professionele ervaring en expertise van de leraar en contextfactoren daar ook altijd een rol in spelen.
In én buiten de klas
Het is belangrijk om te realiseren dat evidence-informed werken niet alleen gaat (of hoeft te gaan) over wat er in het klaslokaal gebeurt, maar net zozeer als het gaat om het werk buiten het klaslokaal. Of dat nu de organisatie van de school betreft, of gericht op de professionele ontwikkeling van de leraar.
Sinds de start van stichting leerKRACHT in 2012 laten we onafhankelijk impactonderzoek doen. Daar leren we van, waarmee we onze werkwijze verbeteren, waardoor we steeds meer impact bereiken.
Het eerste onderzoek was in 2013-2014 bij 40 deelnemende scholen, het tweede onderzoek in 2017-2021 bij 231 scholen. Dit tweede onderzoek liet een enorme vooruitgang zien ten opzichte van het eerste onderzoek: binnen één jaar een lerende cultuur op school en leraren die aantoonbaar beter werden in hun vak.
We laten in de periode 2023-2026 een derde onafhankelijk impactonderzoek doen. Zodat we de impact van onze werkwijze nog verder kunnen vergroten. De lessen die we opdoen delen we natuurlijk met scholen die in het verleden deelnamen. Daarnaast profiteren de nieuw startende scholen van al deze kennis, omdat we verbeteringen direct inbouwen in de methodiek.
leerKRACHT laat met regelmaat onafhankelijk impactonderzoek doen, om haar impact verder te vergroten
Welke vragen staan centraal in dit onderzoek?
Samen met de feedback van deelnemende scholen en de ervaringen van onze expertcoaches vormen onderzoeken de basis voor de verbetering van onze werkwijze. We zien door de jaren heen dat die steeds sterker wordt.
– In het eerste onderzoek in 2013-2014 zagen we dat uitvoering en enthousiasme sterk waren maar dat we slechts op twee van de zes dimensies van een verbetercultuur écht impact realiseerden.
– In de tweede impactmeting in 2017-2021 zagen we een enorme vooruitgang, door de verbeteringen die we in de tussentijd hadden gerealiseerd: scholen scoorden enorme vooruitgang op alle zes dimensies van zo’n verbetercultuur. Bovendien zagen de onderzoekers dat leraren al snel beter werden in hun vak. Ze keken naar zeven dimensies van lesgeven. Voor vier van die zeven dimensies hadden de onderzoekers voldoende data om een uitspraak te doen. Zij zagen op drie van die vier dimensies dat leraren aantoonbaar beter werden in lesgeven. Een mooi resultaat, maar we willen impact op alle zeven dimensies, direct omgezet in leerwinst. Om dat te bereiken verbeterden we onze werkwijze verder, door het toevoegen van onderwijsonderzoek voor het versterken van de lespraktijk van leraren.
– De derde meting voor 2023-2025 heeft als doel om vast te stellen of dat extra onderwijsonderzoek de gewenste extra impact op de kwaliteit van lesgeven heeft en of dit direct leerwinst oplevert. Leraren en schoolleiders – zo blijkt uit surveys van de onderzoekers – zien die leerwinst al. Daarom vertellen zij andere scholen over leerKRACHT en groeien wij snel. Daar zijn we blij mee, maar we willen de leerwinst (op basis van CITO-volgsystemen) op schoolniveau en over langere tijd vaststellen, om die verder te kunnen vergroten. Bovendien gaan de onderzoekers kijken naar het effect van onze werkwijze op de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen. Vandaar de derde meting.
Het onderzoek zal worden uitgevoerd door Oberon, onder leiding van Ton Klein. Om de wetenschappelijke kwaliteit en onafhankelijkheid te borgen, wordt er een klankbordgroep samengesteld van professoren. Met hen worden de onderzoeksopzet bij de start van het onderzoek besproken en de uitkomsten van de verschillende tussenrapportages.
Een onderzoeks- en verbetercultuur in het hele Nederlandse onderwijs
Het belang van een onderzoeks- en verbetercultuur voor het onderwijs is niet te onderschatten. In de afgelopen jaren werd het belang van zo’n cultuur benadrukt door o.a. de Onderwijsinspectie en McKinsey. Collective efficacy van leraren prijkt al jaren boven aan de lijst van invloedrijke factoren van John Hattie. Daarnaast zien we op steeds meer scholen, dat het ondanks alle complicaties waar leraren en schoolleiders op dit moment mee te maken hebben, dat het toch kán. Dat het realistisch en haalbaar is.
In de afgelopen tien jaar bereikten we met leerKRACHT meer dan 1300 scholen. Een prestatie waar we ongekend trots op zijn. Onze ambitie is echter groter. We zijn een goededoelenstichting met maar één doel voor ogen. Een onderzoeks- en verbetercultuur in het hele Nederlandse onderwijs, waar het vakmanschap van leraren centraal staat, ondersteund door geweldige schoolleiders.
Waar leraren de tijd hebben om te werken aan doelen en verbeterthema’s, die zij belangrijk vinden en die ze zelf kiezen. Waarbij ze zich laten ‘informeren’ door onderzoek en schooldata en waar professionaliteit en plezier hand in hand gaan. Om zo leerlingen te kunnen geven, wat we ze gunnen.
Zoals Dylan William het treffend formuleerde:
‘If we create a culture where every teacher needs to improve, not because they are not good enough, but because they can be even better, there is no limit to what we can achieve.’