Werken met twee borden

OBS De Leilinde is een daltonschool in Papendrecht. We werken met een zeer bevlogen team van 14 mensen aan de ontwikkeling van onze school en goed onderwijs. Dit realiseren we vanuit onze visie:

‘Maak gebruik van elkaars competenties’ en ‘De leerkrachten weten wat belangrijk is om goed onderwijs te realiseren’. Ter ondersteuning van deze visie maken we gebruik van een digitaal instrument: De WerkWijzer van VIA4. (informatie: via4.nl)

In het schooljaar 2013-2014 zijn wij gestart met LeerKRACHT op De Leilinde. Het team was enthousiast omdat we ervan overtuigd zijn dat goed onderwijs start bij de leerkracht. Toch liepen we al snel tegen wat problemen aan die wij hebben omgezet naar kansen door onze eigen borden te ontwerpen. We hadden vooral moeite met het realiseren van doelen die zich niet altijd leenden voor groepsbezoeken en gezamenlijke lesvoorbereidingen. We zijn daarom op een andere manier naar onze borddoelen gaan kijken en het formuleren van de doelen hebben we gekoppeld aan verschillende manieren van meten. Daarnaast werken we met veel parttimers, wij hebben hiervoor de oplossing gevonden in het opdelen van het team in een maandagploeg en een donderdagploeg. Iedere leerkracht neemt deel op een vaste dag, één keer per week.

Twee borden

We maken tijdens de bordsessies gebruik van twee borden die cyclisch aan elkaar zijn verbonden.
Op bord 1 staan de teamdoelen, de planning, de metingen van onze acties en onze successen, bord 2 is het actiebord.

Bord 1:
We starten vanuit onze teamdoelen, deze nemen we over vanuit de WerkWijzer, ze zijn vooraf bepaald en ingepland. Doordat de teamdoelen vaststaan (en heel belangrijk: als team zijn vastgesteld!) winnen we heel veel tijd gedurende het schooljaar.
Bij de teamdoelen formuleren we subdoelen. Deze krijgen een nummer en een steekwoord. Vervolgens verplaatsen we de subdoelen naar bord 2.

Bord 2:
Dit is het actiebord. Hierop staan onze subdoelen in steekwoorden en we bepalen de manier van meten.
In onze praktijk bleek dat het bepalen van de meting een prima graadmeter is voor het aanscherpen van je subdoel.? Is het doel niet meetbaar, dan hebben we het doel niet goed geformuleerd?. Daarnaast maakt een duidelijke meting het succes zichtbaar. Tijdens een bordsessie hebben we de verschillende mogelijkheden van meten bepaald en deze gevisualiseerd d.m.v. picto’s. Eén van de leerkrachten (soms een groepje) neemt de algemene coördinatie van het subdoel op zich.

De coördinator:

  • is het aanspreekpunt
  • ontvangt de mails bij een inventarisatie
  • brengt de uitkomst van een inventarisatie/evaluatie in tijdens de bordsessies
  • begeleidt de acties tijdens de bordsessies
  • heeft de leiding over de meting en brengt het succes in kaart
  • maakt van de afspraken een borgingsdocument in de WerkWijzer

Dit is een wisselende rol, bij een volgend doel wijst men een nieuwe coördinator aan.
Na het formuleren van het doel en het bepalen van de meting bepalen we de acties die we willen ondernemen om ons subdoel te behalen. We zetten deze acties altijd uit in een weekoverzicht.

De acties bespreken we tijdens onze bordsessie. Als we onze acties hebben uitgevoerd wordt er een groene sticker op geplakt. Als de acties niet zijn uitgevoerd krijgen ze geen sticker. Tijdens de bordsessie bespreken we waarom de actie niet is uitgevoerd. Antwoorden als ‘vergeten’ of ‘geen tijd gehad’ zijn onacceptabel omdat hierdoor de hele groep wordt belemmerd. Het kan ook zo zijn dat het niet haalbaar bleek om de actie uit te voeren, bijvoorbeeld: De actie was het printen en plastificeren van picto’s maar de lamineervellen bleken niet van de juiste kwaliteit. In zo’n geval wordt een rode sticker bij de acties geplakt. Dit betekent dat we een actie moeten invoegen. Als er al vervolgacties waren gepland dan schuiven deze een plek op.

De belemmering kan ook complexer zijn. Het is weleens voorgekomen dat we het nog niet helemaal eens waren over een actie in de groep (bv het visualiseren voor de kinderen van het instructiemodel). Dan kan een langere uitprobeer periode een actie zijn om vervolgens tot een gedragen besluit te komen.

Nadat alle acties zijn voltooid is de laatste actie meten. We maken de uitkomst van de meting altijd zichtbaar op bord 1, zodat we het succes kunnen vieren of hieraan vervolg acties kunnen verbinden.

Als we een doel afsluiten wordt hiervan een borgingsdocument gemaakt in de WerkWijzer. Aan dit document zijn succesindicatoren verbonden. Deze succesindicatoren gebruiken wij als kijkwijzer. Deze kijkwijzer is digitaal en op deze manier kunnen we heel makkelijk reflecteren op ons eigen gedrag en dat van een ander. Het houdt de afspraken levend zodat eerder bereikte doelen niet verloren gaan.

Effecten:

We maken nu als team duidelijke keuzes, gericht op de effectiviteit van ons onderwijs, dus gericht op hogere opbrengsten voor de kinderen en meer werkplezier voor de leerkrachten. Dit geeft rust en overzicht.