Wat is burgerschapsvorming?
Burgerschapsvorming is het vormen van leerlingen die actief meedoen aan de samenleving en een positieve bijdrage leveren aan de samenleving. Het is geen vak, maar een taak van de school. Scholen zijn wettelijk verplicht om deze taak uit te voeren, de inspectie ziet hierop toe. Bij burgerschapsvorming gaat het vooral om de houding en de vaardigheden van de leerlingen. De school is hier een geschikte oefenplaats voor. Er zijn drie domeinen die de kern van burgerschapsvorming zijn: Democratie (door democratie kunnen verschillende opvattingen op een vredige manier tot oplossingen komen. Participatie (door een bijdrage te leveren aan de eigen leefomgeving en de verantwoordelijkheid ervoor te nemen) en door identiteit (door te handelen vanuit je waarden en normen).
Aan de slag met burgerschapsvorming
Onderwijs is meer dan leerlingen kennis bijbrengen. Vraag leraren wat ze echt belangrijk vinden aan onderwijs en je hoort termen als ‘sociale ontwikkeling’, ‘eigenaarschap’, ‘talentontwikkeling’ of zelfs ‘Bildung’. Kort samengevat: burgerschapsvorming. Maar hoe doe je dat? Hoe richt je je onderwijs in zodat je niet alleen met leerlingen praat over burgerschap, maar er ook mee aan de slag gaat? Want alleen door te doen, ontwikkel je bij leerlingen vaardigheden om straks hun leven in de maatschappij op een goede manier vorm te geven. We geven drie praktische instrumenten om burgerschapsvorming dagelijkse handen en voeten te geven.
- Verbeterbord
- Leerlingarena
- Leerlingfeedback
Waar lopen scholen tegenaan?
Wie je ook spreekt in het onderwijs, iedereen vindt het belangrijk om leerlingen voor te bereiden op de samenleving. Leraren en directeuren vinden het echter nog niet zo makkelijk om aan te geven hoe ze dat dan doen. Een plan of uitgewerkte leerdoelen heeft de school vaak niet. Daarmee is de invulling afhankelijk van de individuele leraar. Nu is het maken van een papieren plan natuurlijk geen oplossing. Maar er liggen veel kansen, constateert ook de onderwijsinspectie, om meer doelgericht en in samenhang te werken aan burgerschapsvorming.
Ook in het mbo speelt de uitdaging om burgerschap naar een hoger plan te krijgen en nog meer te integreren met de beroepsgerichte vakken en loopbaan oriëntatie. In je eentje burgerschap vormgeven is lastig. Daarvoor heb je je collega’s nodig om te bespreken op welke manier jullie dat gaan doen. Want je kunt niet volstaan met de aanschaf van een methode rondom burgerschap. Het gaat juist om voorbeeldgedrag van de leraar en het actief betrekken van de leerlingen bij allerlei thema’s. En dan helpt het om hier concrete instrumenten voor te hebben die je samen met je collega’s inzet.
Wat je in de eindtermen ziet van het Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling (SLO), is dat je leerlingen moet laten meedenken over het reilen en zeilen op school en in de klas (zie kader). Dat is goed nieuws. Want je kan daarmee een driedubbel effect bereiken. Niet alleen werk je zo ongemerkt aan burgerschapsvorming van leerlingen, je krijgt ook hun ideeën over hoe het onderwijs op school nog beter kan én je verhoogt hun betrokkenheid en motivatie.
Op honderden leerKRACHT-scholen in heel Nederland zijn leraren aan de slag gegaan om leerlingen op deze manier te betrekken. Daarvan geven we hier drie voorbeelden, die je elk in je eigen klas toe kunt passen. Ongeacht of je nu in het basis-, voortgezet- of beroepsonderwijs werkt. Van elk van deze voorbeelden zijn er op onze site praktische materialen beschikbaar die leraren direct kunnen gebruiken:
1. Verbeterbord in de klas
Wat is het?
Een verbeterbord is een fysiek bord dat zichtbaar in de klas hangt. Aan de hand van de inhoud op het bord heeft de klas in een vaste ritmiek een gesprek met elkaar. Dit gesprek gaat over hoe het met de leerlingen gaat, over leer- en gedragsdoelen die de leerlingen willen behalen en de bijbehorende acties.
Hoe draagt het bij aan burgerschapsvorming?
Leerlingen leren regie te nemen over hun leerproces. Maar ook zicht te hebben op de ander en hulp aan te bieden of aan te nemen. Ze leren samen doelen te bepalen en daar acties aan te koppelen zodat je een situatie kunt verbeteren. Ze krijgen verantwoordelijkheid. Ze ondervinden dat je door kleine stapjes te nemen, verder kunt komen.
Wat kun je morgen al doen in de les?
Hang drie smileys op in de klas (vrolijke, neutrale en droevige). Vraag in de ochtend en aan het eind van de dag (of begin en einde van een les) hoe het met de leerlingen gaat. Dit kan simpel door bijvoorbeeld een eigen knijper/icoontje op te hangen bij de juiste smiley of door vingers op steken en te turven. Koppel daaraan de vraag of iemand zijn smiley wil toelichten. Let op, verplicht een leerling hier niet toe. Vraag ook wat anderen kunnen doen om te helpen. Kijk hier hoe je met de bordsessie kan beginnen.
2. Leerlingarena
Wat is het?
De leerlingarena is een gespreksvorm waarbij leerlingen hun mening geven over onderwijsgerelateerde onderwerpen. Zo’n acht tot tien leerlingen zitten in een binnenkring met een gespreksleider (leraar). Alle andere leraren zitten erom heen en mogen alleen luisteren. Leraren dragen van tevoren onderwerpen aan waarop ze de mening van leerlingen over willen horen. De antwoorden van de leerlingen gebruiken de leraren om tot verbeterideeën te komen.
Hoe draagt het bij aan burgerschapsvorming?
Leerlingen leren naar elkaar te luisteren. Maar vooral ook om hun mening te bepalen en op een constructieve manier te uiten. Ze oefenen hiermee invloed uit op hun omgeving. Koppel daarom altijd aan leerlingen terug wat jullie met hun input gaan doen. Want dan merken ze dat ze serieus genomen worden.
Wat kun je morgen al doen in de les?
Een leerlingarena kan je ook in en met je klas doen. Bedenk een aantal vragen die je graag aan je leerlingen wilt stellen over jouw lessen. Vraag een aantal leerlingen om in de binnenkring plaats te nemen. Zet de andere leerlingen daar om heen om te luisteren. Leg de vorm en de bedoeling uit. Vraag een leerling om op een flap de antwoorden op te schrijven of vraag een collega dit te doen. Bedenk samen met de hele klas wat jullie met de antwoorden kunnen doen om de lessen nog beter te maken. Wil je weten wat er gebeurt als er leeringen gaan vertellen, kijk dan hier deze video.
2. Leerlingfeedback
Wat is het?
Het woord zegt het al: je vraagt feedback aan leerlingen. En dan gaat het over feedback over de les(activiteiten) en jouw rol als leraar daarin. Het gaat niet om een oordeel, maar om informatie te verzamelen aan de hand waarvan je je lessen steeds beter kunt maken.
Hoe draagt het bij aan burgerschapsvorming?
Door feedback te vragen, vergroot je het eigenaarschap van leerlingen. Ze leren om zich uit te spreken over wat ze nodig hebben om te leren. Daardoor nemen ze regie over hun eigen leerproces. Ze worden zich daarbij ook bewust van hun eigen rol daarin.
Wat kun je morgen al doen in de les?
Begin veilig en positief. Geef leerlingen elk 3 post-its. Op elke post-it schrijven ze een kenmerk van een goede les. Verzamel deze post-its op een groot vel en cluster ze. Vraag leerlingen aan het eind van de les om een stip te zetten bij de kenmerken die ze terug hebben gezien in de les. Herhaal dat een aantal keer. Wil je dit verder uitbouwen en/of eens op een andere manier aanpakken? Kijk dan hier.