KWC Culemborg en Liemers College Zevenaar over de werking van leerKRACHT

Hoe maak je als school de stap van goed naar beter? Welke rol kun je daarin spelen als schoolbestuurder? Dit verhaal gaat over twee scholen die gekozen hebben voor de verbeteraanpak van Stichting leerKRACHT. Van wie kwam het initiatief? Hoe hebben ze het aangepakt? Hoeveel inzet kost dit ? En hoeveel energie levert het op? Welke invloed heeft deze aanpak op de resultaten – en op de schoolcultuur? Wat betekent dit voor de rol van de schoolleiders, de leraren, en voor de schoolorganisatie? En nog belangrijker: merken de leerlingen hier iets van? Over deze en andere vragen spreken de schoolleiders en leraren van het KWC in Culemborg en van het Liemers College in Zevenaar zich in dit artikel uit.Kennismaking met leerKRACHT
Hoe zijn jullie voor het eerst in aanraking gekomen met stichting leerKRACHT? Harald: ‘Bij ons op het Liemers College lagen in 2013 de plannen klaar voor de nieuwbouw van het VMBO. Daarbij gingen we uit van een nieuw onderwijsconcept, met meer nadruk op zelfstandig leren en met leerpleinen. Toen kwam de vraag van docenten of ze konden leren van collega’s die hiermee ervaring hadden. Op datzelfde moment kwam er bij mij een email binnen van Jaap Versfelt. Daar is het VMBO toen op ingesprongen. Twee leraren gingen direct na de zomer naar een bootcamp en kwamen enthousiast terug. Zo is het balletje gaan rollen.

Het KWC werd vorig jaar aan het denken gezet na een bezoek van de Inspectie ‘Nieuwe Stijl’. Martin: ‘We zijn een heel actieve school, met ELOS, Entreprenasium, veel sport en cultuur. We stellen hoge eisen aan onszelf en aan de leerlingen.’
Joke: ‘We werken met lessen van 70 minuten, en kennelijk brengen niet alle docenten daarin voldoende afwisseling. De Inspectie noemde ons onderwijs ‘docentgericht’. We scoorden gemiddeld op didactisch handelen, en hier en daar ook op inhoud. Dat viel ons tegen.’ Maar ook de Staatssecretaris droeg zijn steentje bij. Charlotte: ‘Vorig jaar hadden we op onze school de opening van het schooljaar. Daar wierp Staatssecretaris Sander Dekker de vraag op: hoe geven jullie vorm aan maatwerk voor leerlingen? Dat zette ons aan het denken.’

De levenspartner van Fred, die op een leerKRACHT-school werkt, had hem al eens eerder aangespoord daarmee aan de slag te gaan. Fred: ‘Toen ik dat voorstelde waren de eerste reacties nogal afhoudend: ‘komt dat er óók nog bij?’. Uiteindelijk zijn we met 6 mensen naar een Open Middag gegaan.’ Martin: ‘Fred en ik kwamen daar enthousiast vandaan. We hebben daar vervolgens met onze VWO-collega’s over gesproken, en zijn dit jaar met 12 mensen begonnen. Met ‘zij die willen’, ‘En kunnen’, vult Fred aan. ‘Want het vergt wel wat van je. Vooral in het begin is het een extra belasting. Ik ben voor een deel vrijgesteld van teambijeenkomsten om de trainingen te kunnen bijwonen. Dat hielp’.

Eerste stappen

Hoe hebben jullie het proces daarna aangepakt? Joeri: ‘ik begon in die tijd op het Liemers College als aanjager. De eerste 3 teams (60 leraren, 600 leerlingen bovenbouw VMBO) startten enthousiast. Dat sprak zich rond in de school. Toen we een jaar later overgingen naar de nieuwbouw hadden alle docenten in de bovenbouw in drie ‘golven’ kennis gemaakt met de nieuwe aanpak, en een start gemaakt met bordsessies, gezamenlijk lesontwerp, lesbezoeken en feedback. Dat had veel impact.’ Harald: ‘Dat kun je wel zeggen.’ In september 2013 stonden Kader en Basis (beroepsgerichte leerwegen – ph) nog in het rood. Toen de Inspectie een jaar later kwam zeiden ze tegen me: ‘Wat is hier gebeurd?’ Ze waren verbaasd over de snelle verbetering van het onderwijs! Bovendien had de nieuwe aanpak effect op de positie van het VMBO-bovenbouwteam. In het begin was dat meer een eiland. Heerste er een zekere Calimero-houding. Nu namen ze ineens het voortouw, stonden vooraan in de vernieuwing. Er was een soort trots ontstaan: nieuw gebouw, nieuw elan door leerKRACHT, positief oordeel van de Inspectie. Dat versterkte elkaar.’

Fred: ‘We hebben er op het KWC voor gekozen om voorlopers de ruimte te geven. Daardoor creëer je rolmodellen.’ Joke: ‘Het mooie is, dat na enkele maanden de nieuwe aanpak als een sneeuwbal door de school begon te rollen. Er is nu een tweede team gestart van 6 mensen, maar er vinden ook andere initiatieven plaats.’ Martin: ‘Zoals bij de sectie Engels waar ik samen met een collega voorstelde om een bordsessie te doen. In een uur hadden we heldere afspraken staan over alle onderwerpen. Als ‘notulen’ hebben we een foto gemaakt van het bord (zie foto) en die direct verspreid. Daarna hadden we eindelijk eens tijd voor een gezellig gesprek.’ Charlotte: ‘Vanuit de eerste groep komen nu aanjagers voort, die ambassadeur zijn van deze aanpak en andere delen van de school enthousiasmeren. Ook het VMBO is nu geïnteresseerd.’

Veranderingen

En? Zie je ook dingen veranderen in de school? Charlotte: ‘Die bordsessies zorgen voor veel meer interactie, omdat je allemaal staat, direct afspraken maakt. Normaal zit je een vergadering uit. Nu verloopt die actief.’

Peter: ‘Misschien is ‘het bord’ wel het meest herkenbare element. Dat blijft staan. Dit zijn de doelen, dat de acties en de successen. De volgende week kom je daar dan op terug. Het helpt je om écht beter te worden.’

Harald: ‘Ook als ik bij locatiedirecties van het Liemers kom, staan daar borden. Dat wordt nu normaal. Zelfs op leerlingenniveau gebeurt het nu. Ik zag laatst zo’n leerlingenbord bij Handel&Administratie. Daar had een meisje dat altijd 3-en scoorde, nu een 5 gehaald voor Engels. Dat had ze bij de smileys gezet. Andere leerlingen reageerden daar positief op. Zo kan het ook voor leerlingen stimulerend werken.’

Peter: ‘Lesbezoek bij elkaar is ook heel leerzaam. Je leert bovendien hoe je elkaar feedback kunt geven. Dat kun je dan ook naar leerlingen gebruiken. Charlotte: ‘We zijn op het KWC nu met twee grote projecten aan de gang. Met RTTI (toetsing en evaluatie vaardigheden) en met leerKRACHT. Wat we door de vraag van Dekker hebben ontdekt is, dat die twee heel goed bij elkaar aansluiten. RTTI is het instrument waarmee docenten werken. leerKRACHT is het instrument waardoor je dat werk goed kunt doen – samen met collega’s je onderwijs kunt optimaliseren. Deze aanpak helpt om de WHY-vraag van Sinek in beeld te houden.’

Impact

Wat is de impact op de cultuur? Peter: ‘Je kon vroeger op het Liemers College makkelijk wegduiken in een grote vergadering, en daarna weer veilig naar je klas terug. Nu spreek je elkaar aan in je team. Nu ben je zichtbaar.’ Joeri: ‘In de huidige teams kan iedereen zijn stem laten horen. En als 80% ergens voor is, gaat ook iedereen het doen. Verstoppertje spelen lukt niet.’

Harald: ‘Ook als MT moeten we daarin mee. Dat is nog een zoektocht. De huidige overlegstructuur paste niet meer. Ook wij beginnen nu op donderdagochtend met onze bordsessie. Dat vergroot de transparantie.’

Joeri: ‘je kunt zien dat mensen echt blij zijn met deze werkwijze. Dat ze echt veranderen. We hadden laatst overleg over een vergadering aan het begin van het schooljaar. Zeiden enkele collega’s: ?Dan kunnen we niet – dan hebben we een leerlingenarena.’ Toen hebben we de vergadering op een ander moment gezet. Dat zou vroeger heel anders gegaan zijn. Waarschijnlijk hadden ze toen gelijk hun afspraak afgezegd, omdat ze zich toen geen eigenaar voelden. Nu wel.’

De rol van het bestuur en de directie

Wat betekent dit nu voor bestuur en directie? Werken jullie nu ook met deze methodiek? Joke: ‘Nee, wij nog niet. Maar we zijn hier niet zomaar mee begonnen. Ik geloof in deze aanpak. Het leidt tot het bundelen van krachten. Het is het beste programma dat we in jaren gehad hebben.’

Fred: ‘Wij als teamleiders hebben een expert-coach in het MT gehad. Die heeft tips gegeven hoe we deze aanpak zouden kunnen hanteren. Daar werd positief op gereageerd. Maar je moet wel je eigen vorm vinden. Niet alles is voor onze school bruikbaar.’ Harald: ‘Op het Liemers College zijn we nu overal, in alle delen van de scholengemeenschap, bezig met deze aanpak. Ook in de directie. Daar werken we nu met een digitaal bord, met dezelfde opbouw als de teamborden elders in de school.’

2020

En? Hoe gaat het verder? Waar willen jullie in 2020 staan? Harald: ‘Ik hoop dat we dan een cultuuromslag hebben kunnen maken richting maatwerk voor leerlingen. Daar kan leerKRACHT goed bij helpen: de omslag maken van docentgericht naar leerlinggericht werken.’ Peter: ‘Ik hoop dat mensen zich dan echt zelf verantwoordelijk voelen voor het onderwijs. Nu zijn veel teams vaak nog behoorlijk naar binnen gericht. Als docenten zich verantwoordelijk voelen voor de hele school, staan ze meer open om van elkaar te leren.’

Joeri: ‘Ik hoop dat mijn rol als afdelingsleider dan veel meer begeleidend is, meer gericht op binding. Dat teams meer toekomen aan het zelf ontwikkelen van het onderwijs. Dat ze hun kracht en kennis beter benutten, zodat er meer schwung in komt.’

Joke: ‘Ik verwacht dat dit op een heel natuurlijke manier het KWC in gaat groeien. De schoolleiding zit nu in een transitie. We hebben nu nog twee sectordirecteuren, boven de 7 teamleiders. Straks gaat de laag van sectordirecteuren er tussenuit, en hebben we 7 teamleiders met een duidelijker leidinggevende verantwoordelijkheid, en ieder een portefeuille die schoolbreed is. De leiding wordt platter, maar ook breder. Docenten stellen nu de vraag om eigenaarschap. Zij willen zich wel committeren aan een opdracht, maar wel op hun eigen manier. Deze verbeteraanpak kan helpen om dat stap voor stap te realiseren.’

Dit artikel is gebaseerd op twee afzonderlijke interviews met het KWC in Culemborg en het Liemers College in Zevenaar.