Wat is Lean?
Lean is een gedachtegoed waarbij continu verbeteren centraal staat. Dit gebeurt doordat iedereen in de organisatie (ofwel school) zich richt op het creëren van waarde voor de klant (ofwel de leerling) in alle processen. Hierbij worden verspillingen zoveel mogelijk weggewerkt. Medewerkers (ofwel leraren) worden gezien als de spil van een organisatie, waarbij samenwerken heel belangrijk is. Luisteren naar de klant is de manier om mogelijke verbeteringen zichtbaar te krijgen.
Werken met Lean in het onderwijs
Wat zijn voor jou de energievreters in je werk? Misschien de administratieve handelingen waarvan je je afvraagt voor wie je het doet? Of saaie vergaderingen die nog uitlopen ook? Of wezenlijker: je twijfelt wel eens of jullie de leerlingen bieden wat ze echt nodig hebben. Hoe kun je omgaan met dit soort vraagstukken? Het gedachtegoed van ‘Lean’ kan hierbij helpen. Het is een manier van werken waarbij je je tijd en energie stopt in dat wat echt belangrijk is voor je leerlingen, in nauwe samenwerking met je collega’s. Met meer eigenaarschap voor jou als professional maar ook voor de leerling. In deze blog leggen we uit wat het ‘Lean’ gedachtegoed is en geven we je 4 tips om de eerste stappen te zetten naar een andere manier van samenwerken.
- Tip 1: bespreek wat jullie leerlingen nodig hebben.
- Tip 2: kijk hoe je efficiënter kunt werken.
- Tip 3: kijk eens naar een lesdag of week vanuit het perspectief van een leerling.
- Tip 4: check of jouw lessen zijn afgestemd op de behoefte van leerlingen.
Lean in een notendop
Lean is een gedachtegoed dat oorspronkelijk in de jaren vijftig bij Toyota in Japan is ontstaan. Werkplaatschef Taiichi Ohno bedacht dat alleen bedrijfsprocessen waar de klant voor wil betalen of processtappen waar een klant op wil wachten nuttig zijn. Alle overige activiteiten zijn verspilling, en dus overbodig. Hiermee legde hij de kiem voor het Toyota Production System. Een manier van werken waarbij er alleen wordt gemaakt wat nodig is, wanneer het nodig is en in de benodigde hoeveelheid. In de basis is Lean een methodiek voor het optimaliseren van processen. Toch is Lean meer dan een verzameling tools, het is een filosofie en bedrijfscultuur.
Medewerkers worden gezien als het hart van de organisatie. Bij Toyota is het productieproces bijvoorbeeld zo ingericht dat problemen die medewerkers ervaren direct en structureel worden opgelost. Elke medewerker, van hoog tot laag, mag het productieproces altijd stopzetten als hij of zij denkt dat er een kwaliteitsprobleem is. Bovendien wisselen medewerkers vaak van functie zodat ze goed bekend raken met alle werkzaamheden en samen voor nog betere oplossingen kunnen kiezen. Teamgevoel is belangrijk.
Lean in Nederland
Ondertussen is het lean-gedachtegoed in de hele wereld gemeengoed geworden. Je ziet dat bedrijven, ziekenhuizen en instellingen steeds vaker het lean-werken omarmen. Dat komt omdat zo werken appelleert aan behoefte van medewerkers: dat er naar je wordt geluisterd, dat je collega’s je helpen problemen op te lossen, dat je meer kunt betekenen voor je klanten of je patiënten. Dat wil iedereen.
Wij bezoeken elk jaar met leraren en schoolleiders van leerKRACHT-scholen tientallen bedrijven en organisaties in Nederland die ‘Lean’ werken. Dat zijn bedrijven zoals Bol.com, ING en de Efteling, maar ook ziekenhuizen en andere instellingen zoals het universitair ziekenhuis in Utrecht (UMCU), de ANWB en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Leraren en schoolleiders raken enorm geïnspireerd door wat zij zien: de betrokkenheid van medewerkers, het samen met collega’s problemen oplossen, het teamgevoel en het samen zorgen dat dingen beter gaan.
Wat kun jij hiermee op school?
Laten we eens kijken hoe we de principes van Lean naar het onderwijs kunnen vertalen en welke instrumenten daarbij helpen. We maken dit concreet met 4 tips.
Lean principe 1 ‘Focus op waarde’
Tip 1: bespreek wat jullie leerlingen nodig hebben.
Bespreek met je collega’s wat jullie dit schooljaar echt belangrijk vinden voor jullie leerlingen (naast het inhoudelijke curriculum). Gebruik hiervoor de input van leerlingen. Dat kan bijvoorbeeld door het organiseren van een leerlingarena. Werk daarna jullie ambitie uit in een paar thema’s en zit deze thema’s op een zogenaamd jaarbord. Op dat bord maak je zichtbaar in welke maand(en) jullie aan welk thema(’s) gaan werken. Bijvoorbeeld: formatief leren, coachgesprekken, portfolio. Hang dit bord op. Zo houden jullie focus op wat jullie en de leerlingen belangrijk vinden. Pak vervolgens in periodes van zo’n zes weken een thema van het jaarbord en formuleer een bijbehorend doel waaraan jullie gaan werken. Schrijf dit doel op een whiteboard en bedenk welke acties nodig zijn om dit doel te bereiken. Sta elke week even met je collega’s bij dit bord om te kijken hoe het met de voortgang is. In de leerKRACHT-methodiek noemen we dat het verbeterbord.
Lean principe 2 ‘Waardestroom’
Tip 2: kijk hoe je efficiënter kunt werken.
Wil je echt tijd hebben om aan de onderwijsinhoud te werken die jullie belangrijk vinden? Hou samen met collega’s een week bij waar je tijd in gaat zitten. Bespreek na die week waar jullie de verspilling zien. Dit kun je doen door jullie activiteiten onder te verdelen in drie rubrieken: kerntaak (voegt direct waarde toe aan leerling, zoals lesgeven), kerntaak ondersteunend (bijvoorbeeld les voorbereiden) en verspilling (je verplaatst je van het ene naar het andere lokaal, het aan de praat krijgen van computers en beamers, etc). Denk samen na over hoe je je verspillingen kunt verminderen. Voor de kerntaakondersteunende activiteiten kun je gebruik maken van een organisatorisch bord. Dat is een simpel bord met ‘Te doen’, ‘Mee bezig’ en ‘Gedaan’. Daarop plan je efficiënt alle organisatorische zaken rondom bijvoorbeeld Kamp, Open dag, Sinterklaas. Op elke actie staat een naam, zodat je weet wie waar mee bezig is.
Lean principe 3 ‘Flow’
Tip 3: kijk eens naar een lesdag of week vanuit het perspectief van een leerling.
Hoe zit het met de ‘flow’ als je kijkt naar hoe een lesdag of lesweek van een leerling eruit ziet? Om hier een antwoord op te krijgen, is het geen gek idee om eens een lesdag met een leerling mee te lopen. Daarmee krijg je zicht op allerlei mogelijke verstoringen in de ‘flow’. Hoe gaat de school bijvoorbeeld om met tussenuren? Is dat wachten op de volgende les door te hangen in de kantine of heeft de leerling ook de mogelijkheid om op een rustig plekje te werken? Is huiswerk geven verstandig in het kader van ‘flow’ of kun je beter het leerproces op school laten plaatsvinden? Is het nodig dat een literaire stroming bij alle talen apart behandeld wordt of kun je daar beter één geheel van maken. En de afname van een toets op het moment dat een leerling zelf al kan inschatten dat hij of zij de stof nog niet beheerst, welke waarde voegt dat toe? Als je echt naar het belang van de leerling kijkt (binnen het vraagstuk ‘hoe verhogen we het leerrendement’) en daar het proces omheen inricht, dan wil je misschien wel dat een leerling zelf, binnen kaders, keuzes maakt in wat hij of zij op welk moment leert en op welke manier. Zodat ze verantwoordelijk worden voor hun eigen ‘flow’. Kortom, kijk eens kritisch naar hoe de ‘flow’ voor jullie leerlingen is. Ook hier zou je goed de eerder genoemde leerlingarena in kunnen zetten om te horen hoe ze dat zelf ervaren.
Lean principe 4 ‘Pull’
Tip 4: check of jouw lessen zijn afgestemd op de behoefte van leerlingen.
Een les (of lessenreeks) is het meest effectief als deze aansluit bij wat de leerling op dat moment nodig heeft om een stapje verder te komen. Maar hoe weet je dat? Door aan begin te checken waar leerlingen staan. Wat kennen en kunnen ze al ten aanzien van het leerdoel van de les? Hierbij heb je twee dingen nodig: een helder leerdoel en een werkvorm om snel te checken wat de beginsituatie is. Vervolgens pas je daar de les op aan en check je ook gedurende de les en op het eind wat de vorderingen zijn ten opzichte van het leerdoel. Hoe je dat praktisch doet, is best lastig te bedenken. Daarbij, het is niet echt ‘lean’ om in je eentje het wiel uit te vinden. Ga daarom samen met een collega een les voorbereiden waarin zo’n begincheck is ingebouwd. Bovendien, door regelmatig met collega’s aan lessen te werken, hou je elkaar scherp en maak je gebruik van elkaars kennis en ervaring. Als je dit met wisselende collega’s doet, ontstaat er ook afstemming en stroomlijning van lessen doordat je meer zicht krijgt op elkaars lessen.
Lean principe 5 ‘Perfectie’
Tip 5: bezoek elkaars lessen om ze nog beter te maken.
Heb je een les met een collega voorbereid? Bezoek dan deze les. Daardoor zie je of dat wat jullie bedacht hebben ook echt uit de verf komt. Daarna bespreek je samen de les (liefst ook nog even kort met een paar leerlingen) en bedenken jullie hoe de les nog weer een beetje beter kan. Als je dit in een ritmiek doet met verschillende collega’s, maken jullie samen de lessen steeds perfecter.
Begin morgen
Begin bij jezelf. Hou deze week eens bij hoeveel tijd je waar instopt. Bedenk bij de dingen die je doet: wat is nu echt van toegevoegde waarde voor leerlingen? Probeer tijdverspilling te reduceren en zo meer tijd te hebben voor wat er echt toe doet. Bevalt dat goed? Probeer dan met collega’s in gesprek te gaan over deze vier tips. Je hoeft niet met alle vier tegelijk te beginnen, begin met datgene waar jullie de meeste winst van verwachten en bouw het stap voor stap op. We raden aan om dit te doen met kleine teams, van zo’n 6 tot 8 collega’s. Daarbij is het handig als jullie een gezamenlijkheid hebben, bijvoorbeeld doordat je aan dezelfde leerlingen lesgeeft (bouw, leerjaar) of het zelfde vak(gebied) hebt.
Wil je over lean in het onderwijs met ons in gesprek?
Meer informatie
NRO: Leanprincipes in het onderwijs
Lean-principes kunnen zich goed lenen om het eigenaarschap bij leerlingen te vergroten.
Wij-leren: versterking eigenaarschap door Lean
Lean-principes kunnen zich goed lenen om het eigenaarschap bij leerlingen te vergroten.
Jay Marino over continu verbeteren
Alleen vanuit intrinsieke motivatie lukt het ontwikkelingen echt duurzaam in de school en in de klas te krijgen.