Leerlingen aan zet: meer autonomie, betere resultaten, andere mensen

Je bent leraar. Je wilt de autonomie van je leerlingen vergroten. Ze leren plannen, keuzes maken, zelfstandig werken, voortgang evalueren en beter samenwerken. Maar je wilt als leraar wel het overzicht houden. Zien wat hun voortgang is, niks vergeten. Dat klinkt ingewikkeld. Je bespreekt dit thuis, met je man, die werkt bij TomTom. ‘Misschien moet je eens Agile gaan werken met gebruik van kanban of met scrum-borden’, zegt hij. Zo gezegd, zo gedaan. Ik was bij deze leraar op bezoek: Wina Veldkamp op de Amalia-Astroschool in Baarn. Samen met haar duo Renske Hoving draait ze daar groep 8. Wat doen zij? Wat is het effect? 
Ik kwam met Renske in contact via Twitter. Ze reageerde op mijn berichten over leerlingen die met leerKRACHT-verbeterborden in de klas werken. Renske vertelde dat zij ook zoiets deden, ik vroeg of ik mocht komen kijken. Haar school doet niet mee met leerKRACHT, dat maakte het voor mij des te interessanter.

Hoe zijn ze gestart: met Kanban/Scrum-borden voor projecten

Kanban/scrum-brod‘In het begin vonden we het best een beetje moeilijk’ vertelden drie leerlingen die ik vroeg hoe dat ging, ‘maar nu is het eigenlijk makkelijk’. Wina vertelde dat ze had gezocht naar een bedrijf dat ervaring had met kanban of scrum technieken. Dat zijn technieken die in het bedrijfsleven worden gebruikt om met een team eerst je werk te plannen en daarna samen steeds beter uit te voeren. Zij vond om de hoek in Baarn een bedrijf dat hiermee werkt en hen graag hielp (uit liefdewerk).
Ze startte in de klas met kanban/scrum-borden voor projecten. Leerlingen plannen in groepjes van 3 of 4 hun projectwerk en voeren dat uit met het bord. ‘Daarmee hebben we overzicht’, legde een ander groepje leerlingen uit, ‘bovendien weet je wie aan wat werkt en kan je zien als het af is, dat is fijn’. Wina vertelde dat vroeger het werken in projecten – zonder de borden – best lastig was: ‘het was onduidelijk waar groepjes leerlingen stonden en wat ze nog moesten doen. Daarbij liet het resultaat te wensen over’.

Toen werd het serieus: de hele week op een Kanban/Scrum-bord

Amalia-Astroschool bord2Toen ging Wina een stap verder. Ze wilde haar hele weekprogramma met een kanban/scrum-bord gaan uitvoeren. Wat deed ze? Allereerst plant ze elke week alle taken, die zet ze in de backlog op de linkerkant van het weekbord. Die taken bespreekt ze op maandag met de leerlingen, zodat zij allemaal weten wat deze week op het programma staat. Daarna selecteert ze dagelijks 3 tot 5 taken die ze bij doing hangt. Dat bespreken Wina en Renske elke ochtend met de hele klas bij het bord.
De leerlingen kunnen vervolgens zelf selecteren waar ze mee aan de slag gaan. Ze hangen hun kaartje bij de taak waar ze mee aan de slag zijn. ‘Ik zie zo op elk moment waar de leerlingen staan’, vertelt Wina, ‘ik kan helpen waar ze dat nodig hebben’.
Na de bordsessie geeft ze eerst een blokinstructie: een instructie voor de hele klas in 30 minuten op de leerdoelen voor de dag. Maar dan gaat ze niet direct door met de verlengde instructie. Ze laat dat afhangen van de voortgang van de leerlingen. Een combinatie van voortgang op het weekbord en resultaten die de leerlingen boeken op hun laptops helpen haar.
Ze weet precies wie waar staat en welke leerlingen extra hulp nodig hebben. En zijn de leerlingen klaar, dan weten ze waar ze verder mee kunnen: ‘dat zien we op het weekbord’ vertelden de leerlingen.

Wat is het effect?

Wat Wina en Renske merken is dat leerlingen zelfstandiger werken. Ze zien ook dat hun resultaten beter worden. Ze zijn enorm tevreden over de Cito-resultaten die ze met de klas boekten. Maar het gaat verder: ‘Wat gaat dit betekenen voor onze leerlingen?’ vragen ze zich af, ‘wat voor mensen worden dit?’ Wat zij hun leerlingen bijbrengen gaat namelijk veel verder dan betere resultaten.
En wat willen Wina en Renske zelf? Ze zouden het liefst met de hele school zo werken, niet alleen met de leerlingen van groep 8, maar met alle leraren en leerlingen op school. Ze zouden graag mee willen doen met leerKRACHT, maar dat vergt nog verder draagvlak bouwen.