Ouders, hoe kies je een goede school?

De Onderwijsinspectie publiceerde haar verslag over het onderwijs: er is geen land waar het verschil in kwaliteit tussen scholen zo groot is als Nederland. Dat is schokkend. Miljoenen kinderen missen zo kansen. Maar jij kunt als ouder ervoor zorgen dat jouw kind op een goede school zit: met 2 simpele vragen voor leraren en leerlingen.

Wat constateert de Inspectie?

Dat er geen ontwikkeld land is waar de verschillen in kwaliteit zo groot zijn als hier. Zowel in het basisonderwijs, het middelbaar onderwijs als het mbo. En dat verschil is zo groot dat het voor kinderen met eenzelfde achtergrond 1 of zelfs 2 verschillen in niveau uit kan maken. Oftewel voor een kind betekent dat dat een matige basisschool leidt tot een vmbo-vervolgopleiding terwijl een zeer goede basisschool het kind zou hebben voorbereid op het vwo. Bovendien constateert de Inspectie dat een kind dat naar een matige basisschool is gegaan de achterstand op de middelbare school niet meer inloopt.

Wat maakt scholen goed?

Dit is wat de Inspectie constateert: goede leraren, die in hechte teams van elkaar leren en samen het onderwijs verbeteren. Op zulke scholen wordt goed les gegeven, zijn leerlingen en ouders meer betrokken en worden betere resultaten geboekt. Bovendien hebben zulke scholen goede schoolleiders en bestuurders die samenwerken vanuit een gedeelde visie en ambitie. Professionalisering wordt aangemoedigd en leraren weten wat hun leerlingen kennen en nodig hebben. Oftewel, zo’n school heeft een verbetercultuur. Het goede nieuws is dat de Inspectie vanaf augustus dit jaar bij haar schoolbezoeken gaan controleren of scholen zo’n cultuur hebben, of niet.

Hoe herken je een school met zo?n cultuur?

Het slechte nieuws is dat er op dit moment geen publiek rapport beschikbaar waar je als ouders kunt zien of de school van je kinderen of een vervolgschool in de buurt zo’n verbetercultuur heeft. Daarom moet je zelf aan de slag. Het is een beetje behelpen, maar er zijn twee simpele vragen die je een antwoord kunnen geven. Die vragen kun je stellen op de school van je kinderen, of op een open dag van vervolgopleiding:

1 – Aan leraren

‘Wanneer heb je het laatst een les van een collega bezocht en feedback gegeven?’
Als het antwoord is ‘nog nooit of maanden geleden’ dan is het waarschijnlijk niet zo’n beste school. Op echt goede scholen zie je dat leraren elkaar veel vaker bezoeken, om van elkaar te leren en elkaar feedback te geven. Een geweldig antwoord zou zijn: ‘ergens in de afgelopen twee weken.’

2 – Aan leerlingen

‘Wanneer hebben ze jullie voor het laatst feedback gevraagd?’
‘Wanneer hebben ze jullie voor het laatst feedback gevraagd?’ Als het antwoord is ‘er was een enqu?te, maar ik weet niet wat er mee is gebeurd, of ‘dat kan ik me niet herinneren’ dan mag je opnieuw twijfelen aan de kwaliteit van de school. Op echt goede scholen verwachten we dat leerlingen antwoorden: ‘onze leraren vragen ons elke week mee te denken over hoe hun lessen beter kunnen.’
Het antwoord op deze twee vragen geeft je een eerste idee. Mocht je twijfelen, vraag door. Vraag wat de school doet aan professionalisering van docenten. Vraag hoe ze feedback van leerlingen op hun lessen verzamelen om het onderwijs beter te maken. En neem hiervoor de tijd: je kind verdient een goede school!