De Mariaschool en de stem van de leerling

Aaaa, oooo, iiii roepen de kleuters van de Mariaschool in Rotterdam. Ze willen laten zien welke klinkers ze beheersen. In de klas hangen vier (4) uit karton geknipte bergen, ieder een eigen kleur. In de eerste berg staan eenvoudige medeklinkers zoals de b, k en p. In de laatste berg staan moeilijke klinkers als ui, eu en ie. Boven iedere berg hangen pasfoto’s van de kleuters. Wanneer een pasfoto boven een berg hangt betekent dit dat het kind de klinkers die in de berg staan beheerst. Een kind bewijst dat door bij de leraar een testje te doen. Geslaagd? Dan schuift de pasfoto op naar de volgende berg.

De klinkers beheersen de leerlingen van groep 3 en 4 al. Klokkijken nog niet helemaal. Dus hangen er in beide klassen 6 klokken aan de muur. Bij de eerste staat de grote wijzer op de 12 en de kleine wijzer op de 1. Bij de tweede klok staat de grote wijzer op de 6 en de kleine op 2. Het is 1 uur, half 2 en op de derde klok is het kwart over 1. De vierde introduceert digitaal klokkijken, de vijfde klok is digitaal kijken in kwartieren en op de laatste klok is het 3 minuten over 8. Ook hier laten de pasfoto’s zien wie op welk niveau zit.
De leerKRACHT-aanpak op de Mariaschool in Rotterdam
Het voordeel van dit systeem is dat kinderen beter weten waarom ze iets leren en welke stappen daarbij horen, zegt directrice Judith van Wijngaarden. De kinderen krijgen inzicht in hun eigen leerproces. En dat helpt ze bewust bezig te zijn met het lesmateriaal. Waarom getallen belangrijk zijn? Omdat je getallen overal tegenkomt, zoals wanneer je iets koopt en moet afrekenen bij de kassa.

Deze manier van werken is vernieuwend ten opzichte van anderhalf jaar geleden. Want zo lang doet de Mariaschool mee met Stichting leerKRACHT. Eerder lag de focus op het afkrijgen van een opdracht. Was een kind klaar met een taak dan gaf de leraar een compliment. Daar bleef het bij. Nu staat de zelfregulatie van de kinderen centraal. Dit betekent dat de kinderen zelf bepalen waar ze staan, welke stap ze moeilijk vinden, welke stap ze al kunnen en wat de volgende stap is in het leerproces.

De leraren hebben meer een coachende rol in de klas. En dat wil de Mariaschool ook, aldus Liesbeth Thomassen adjunct-directeur. Het is fijn als leerlingen onderling meer samenwerken, elkaar stimuleren en minder instructie nodig hebben van de leraar. De school voert dan ook geen oudergesprekken meer, maar verwachtingsgesprekken.

Ook hebben de leraren regelmatig kindgesprekken. Een leraar gaat dan een persoonlijk gesprek aan met de leerling. Inhoudelijk gaat het niet alleen over cognitieve zaken als rekenen en taal, maar ook over het welzijn. Hoe ervaart het kind de klas, het schoolwerk en hoe gaat het thuis. Leuk detail: een tijdje terug vroeg de school aan haar leerlingen wat volgens hen een goede leraar is. Het antwoord was verrassend. Een goede leraar is vooral lief, aardig en heeft goed gelakte nagels.

De leraren zijn anders dan hiervoor veel bewuster bezig met het onderwijs en de kinderen. Het meest tastbare resultaat is de stijgende lijn in het leerlingvolgsysteem. Ook de kinderen merken het verschil. Ze vinden de lessen leuker. Ja, ik vind school leuk!, beaamt Younis El Hadouchi (11jr). ‘Ik vind het leuk om te leren en omdat ik op school mijn vrienden zie.’