De tocht van goed naar beter gaat met kleine stappen
Hoe maak je als school de stap van goed naar beter? Welke rol kun je daarin spelen als schoolbestuurder? Dit verhaal gaat over twee schoolbesturen die vanaf het eerste begin besloten mee te doen met stichting leerKRACHT. Hoe is het deze scholen vergaan? Welke invloed heeft de leerKRACHT-aanpak op de collega- scholen en op het bestuursbeleid?
Identieke verhalen
Toeval of niet, de verhalen van Wilma Drenth (Noordkwartier) en Ton Groot Zwaaftink (RVKO) beginnen identiek. Beiden hoorden in de zomer van 2012 McKinsey-partner Arne Gast spreken over een internationaal onderwijsonderzoek. Daaruit bleek dat het verbetertempo van het Nederlandse onderwijs achter blijft bij andere landen, ondanks de talloze beleidsmaatregelen die er in 30 jaar genomen zijn. Het McKinsey-onderzoek toonde aan dat bij elke ontwikkelingsfase weer andere maatregelen passen, en dat Nederlandse scholen gebaat zijn bij een ander soort aanpak.
Wilma: ‘Ik raakte geïntrigeerd door deze analyse. Ik herkende het verhaal en heb contact gezocht met Arne Gast. Hij vertelde me toen dat zijn collega Jaap Versfelt van plan was te starten met een verbeterprogramma dat helpt om de stap ‘van goed naar beter’ te zetten. Na het verhaal van Jaap Versfelt was ik zo enthousiast dat ik twee directeuren van basisscholen wist te inspireren om mee te doen.’
Ton maakte op dat moment net de overstap naar de RVKO. ‘Het was juni, en Jaap vertelde dat hij snel duidelijkheid wilde of ik het nieuwe seizoen mee ging doen. De maandag daarop maakte ik voor het eerst kennis met de RVKO-schoolleiders. Ondanks enige aarzeling, heb ik mijn enthousiasme over deze aanpak met hen gedeeld. Gelijk waren er twee schooldirecteuren die hun hand opstaken. Zij vroegen wat er van hen gevraagd werd. Ik heb toen beloofd dat het bestuur garant zou staan voor voldoende ondersteuning. Dat was voor hen genoeg om zich aan te melden. Twee dagen later deden ze mee aan de eerste kennismakingscursus van leerKRACHT. Zo is het allemaal begonnen.’
Investeren
Bij beide schoolbesturen blijkt die eerste investering in de eigen ondersteuning cruciaal. Wilma: ‘Intern heb ik vanaf het begin de 2 directeuren benoemd tot bovenschools schoolcoach en 1,5 dag hiervoor vrij geroosterd. Daarmee wilde ik de aanpak breder te trekken dan twee afzonderlijke scholen, en in de hele organisatie laten landen. Dat bleek ook zo te werken. Toen andere directeuren na enige tijd hoorden welke resultaten er geboekt werden, voelden ze zich vrij om een beroep te doen op de 2 schoolcoaches. Dat eerste jaar was nog duidelijk een leerproces, zowel voor ons als voor Stichting leerKRACHT. Toch wilden daarna gelijk al weer andere scholen meedoen. Van de 11 scholen die we vanaf 1 augustus hebben, draaien er 10 mee.’ Bij de RVKO werken na vier jaar inmiddels 3 leerKRACHT-schoolcoaches die 22 (van de 66) scholen ondersteunen bij deze verbeteraanpak.
Ervaringen
Wat zijn de ervaringen met de leerKRACHT-aanpak? Annette de Deken, schoolcoach bij de RVKO: ‘De kracht van de aanpak zit in de samenhang van de drie instrumenten: bordsessie, gezamenlijke lesvoorbereiding en lesbezoek. De leerKRACHT-methodiek helpt hen zelf kleinere doelen te stellen, binnen het grotere kader, hun eigen tempo en stappen te bepalen.’ Ton: ‘En denk niet dat je aan cherrypicking kunt doen. leerKRACHT werkt door de samenhang van die instrumenten, en door de discipline. Scholen hebben duurzaam succes als ze leren om de ritmiek vol te houden. Bovendien: scholen moeten leren focus te houden. Prioriteiten stellen, en daaraan vast houden, in plaats van teveel dingen tegelijk te doen.’ Wilma: ‘De aanpak zelf kost vooral in het begin veel tijd. Daar heb ik ook niet omheen gedraaid. Maar mijn stelling is ook: juist als je het druk hebt, heb je hier wat aan. Daarbij is niet alleen de methodiek zelf van belang, maar ook de uitwisseling met andere scholen in het regionale netwerk. Leren van en met elkaar – wat is er nou leuker en effectiever dan dat?’
Veranderingen
En? Zie je ook enige verandering door de aanpak? Wilma: ‘Natuurlijk merk je de eerste stappen bij de leraren zelf. Ze ervaren ruimte, nemen zelf de regie. Ik wil het gevoel van eigenwaarde, het zelfbewustzijn versterken. Maar er is meer. We leven hier in een omgeving die ‘krimpt en beeft’ zoals ik dat wel eens noem. Dat heeft nogal wat impact op de mensen. Daarom is het zo belangrijk de omgeving en de leerlingen erbij te betrekken. Daarom zijn al onze scholen betrokken bij de vorming van kindcentra.
Door deze aanpak, en door de participatie in regionale netwerken, wordt er meer echt samengewerkt en zijn leerkrachten meer eigenaar geworden van het ontwikkelingsproces van de school. Ook de doorvertaling van de methodiek naar leerlingen wordt beter zichtbaar. We doen niet alleen meer de leerlingenarena, waarbij leerlingen ons teruggeven wat anders en beter kan, maar bovendien zijn er nu groepen die zelf hun verbeterbord hebben. Het lukt zo beter om ook de minder gemotiveerde leerlingen erbij te betrekken.’
Kwaliteitsbeleid
Werkt leerKRACHT op elke school? Ton: ‘leerKRACHT moet wel passen bij het verhaal van je eigen organisatie. Anders wordt het een kunstje, en werkt het niet.’ Annette: ‘De RVKO heeft een helder kwaliteitsbeleid. Dat kwaliteitsbeleid vormt voor scholen de ruggengraat.’ Ton: ‘We hebben ons kwaliteitsbeleid in een aantal sessies geformuleerd. In het begin was er nog wel wat terughoudendheid. Dat hebben we proberen te doorbreken door elke bijeenkomst een van de directeuren zijn of haar verhaal te laten vertellen. Het was een vorm van ‘leren van en met elkaar’.’ Annette: ‘Daarmee is het een kwaliteitsbeleid geworden van de scholen zelf. De ambities en waarden hebben we samen bepaald. Het hoe is nu aan de scholen. Daar sluit leerKRACHT perfect bij aan.’
Inspireren en stimuleren
Wat is je eigen rol hierin? Wilma: ‘Natuurlijk heeft mijn enthousiasme voor leerKRACHT veel invloed gehad. Ik vind dit een heerlijke plek om te werken – kan zo veel invloed hebben. Maar ik ben niet bezig om de leerKRACHT-aanpak ‘uit te rollen’. Ik probeer de directeuren te inspireren en te stimuleren. Het moet wel hun eigen keus zijn.’ Ton: ‘Deze aanpak is een onderdeel van onze brede strategie om écht lerende organisatie te worden. Overal zoeken we hoe we elkaar kunnen versterken. We zoeken zo naar ‘alignment’ van alle lagen en professionals.’
Landelijk beleid
Hoe goed sluit het landelijk beleid aan op deze aanpak? Ton: ‘Scholen verkeren in een onrustige politieke omgeving. Het McKinsey-rapport wijst daar ook op. 27 beleidswijzigingen in de afgelopen 20 jaar! Dan moet je niet raar opkijken als uiteindelijk maar weinig echt slaagt.’ Wilma: ‘Kijk nu eens naar het jongleren met de positie van de CITO-toets. Nog geen anderhalf jaar geleden is dat veranderd, en nu willen ze alweer terug naar af. Ik wil ernaar toe dat we gedisciplineerder blijven volhouden aan de koers die we hebben ingezet. Dat is ook zo goed aan leerKRACHT: dat is gebaseerd op discipline, op het stellen van doelen en op het wekelijks uitvoeren van verbeterstappen en terugkoppelen aan elkaar. In plaats van afhankelijk te zijn van de politiek en de Inspectie moeten we meer onze eigen lijn trekken. Onze scholen moeten zelfbewuster worden. In plaats van bibberend af te wachten, moeten ze zelf de Inspectie uitnodigen, op een moment dat ze er iets aan hebben.’
Volgende stap
En wat wordt de volgende stap? Wilma: ‘Vanaf nu komt het moment dat we ook als bestuur en directie zelf een transitie maken. Ook voor ons telt het belang van onderling vertrouwen, van goede feedback. Wat betekent het als je de verantwoordelijkheid voor onderwijskwaliteit in de scholen, bij leraren legt? Hoe lean zijn we eigenlijk als bestuur en directie zelf met onze vergaderingen en processen? Dat wordt een mooie uitdaging’.
Ton: ‘Consolideren van deze vernieuwing vraagt veel aandacht. Je moet eerlijk durven zijn. Erkennen dat ook na vier jaar nog steeds fouten gemaakt worden, en daarvan leren. Langzamerhand de stap zetten van vaardigheden en instrumenten naar gedrag, naar een nieuwe cultuur.’ Annette: ‘Daarvoor moet je ook weer dicht bij de praktijk blijven. Om te leren heb je een omgeving nodig die je toestaat om fouten te maken, toestaat om te vallen. En vervolgens weer opstaan, leren en doorgaan.’ Ton: ‘Dat is de essentie. Je moet het leren steeds koppelen aan het werk van de mensen zelf. Dat vraagt geduld. Mensen moeten zelf de verbeterstap willen zetten.’
Wilma: ‘Wat ik waardeer van de stichting leerKRACHT is dat ze dat samen met ons verder willen ontwikkelen. Het is ons eigen leerproces, geen voorgeschreven ontwikkelingstraject, maar wel volgens de vaste principes van leerKRACHT. De expertcoaches ondersteunen ons daarbij. Zo worden de ervaringen vanuit andere besturen doorgegeven en leren we ook hierin weer van elkaar.’
Annette: ‘Wij zijn al gewend om zelf de regie te nemen in de begeleiding van onze scholen. Als je zover bent, praat je niet meer alleen over leerKRACHT. We zijn nu bijvoorbeeld zelf bezig een spel te ontwikkelen ‘Deel je succes’. Daarin borduren we zelf voort op de principes van leerKRACHT.’ Ton: ‘De jaarafsluiting doen we met directies en alle werkgroepleden ook anders. In plaats van een evaluatie-vergadering houden we voor de zomervakantie een ‘helicopter-sessie’. Daarin delen we met elkaar de successen van alle innovaties. Zo ga je met een goed gevoel de zomervakantie in.’
Tips
Hebben jullie ook een tip voor andere schoolbesturen? Ton: ‘Als eerste: als leerKRACHT geen integraal onderdeel wordt van je beleid, dan werkt het niet. Dat moet je je vanaf het begin realiseren.’ Annette: ‘Bovendien is de stichting leerKRACHT wel een goede aanzwengelaar, maar uiteindelijk moet je het zelf doen, er zelf je vorm aan geven, zonder cherry picking. Dan wordt het van je zelf, en wordt het duurzaam.’
Dit artikel is gebaseerd op twee afzonderlijke interviews met Wilma Drenth, directeur-bestuurder van de Stichting voor Chr.PO Noordkwartier te Delfzijl, en Ton Groot Zwaaftink en Annette de Deken resp. bestuurder en schoolcoach van de RVKO te Rotterdam.
Pieter Hettema is zelfstandig onderwijsadviseur en voor 1 dag per week verbonden aan Stichting leerKRACHT als coördinator van het Besturenprogramma. In 2007 publiceerde hij de bundel ‘Van wie is het onderwijs?’ (Uitg.Balans, Amsterdam).