leerlingen

Drie handvatten om van schoolplannen op papier naar impact in de klas te gaan

Een voorbeeld van een basisschool die aan de slag ging met meer- en hoogbegaafdheid

Veel schoolleiders en leraren zullen het herkennen. Het schoolplan is opgesteld en de speerpunten zijn helder. Maar dan? Als het op papier staat, betekent het nog niet dat de leerlingen ervan profiteren. Dus hoe zet je visie om in actie? En hoe kom je tot beleid dat echt werkt en waar iedereen achter staat? In deze blog drie handvatten om op school aan de slag te gaan. Gebaseerd op de aanpak van de Krijtmolen in Amsterdam-Noord.

1. Bepaal met welk thema je aan de slag wilt en op welk moment

In het jaarplan staan vaak verschillende thema’s vermeld, die in samenspraak met het team zijn opgesteld. ‘Meer- en hoogbegaafdheid was een thema waar we als school absoluut mee aan de slag wilden’, vertelt de schoolleider Natasja Spackler van de Krijtmolen tijdens een gesprek. ‘We kwamen er tijdens de analyse van onze resultaten achter dat we veel aandacht hadden voor differentiatie en ondersteuning aan de onderkant, maar minder aan de bovenkant. Omdat we voor alle leerlingen het best mogelijke onderwijs willen bieden, namen we dit speerpunt op in ons jaarplan. We bepaalden ook op welk moment we met het thema aan de slag gingen. Dat geldt dan voor alle leraren, zodat iedereen mee kan denken over dit onderwerp. We weten dan wat we gaan doen en wanneer. En dat is eigenlijk pas het begin.’

2. Doe onderzoek naar wat werkt, voordat je aan de slag gaat met het stellen van doelen

In de periode dat er aan een thema gewerkt gaat worden, beginnen de teams niet meteen met het stellen van doelen.
Natasja: ‘Het bleek dat het zonder de juiste informatie heel lastig kon zijn om de juiste doelen te stellen. Als we nu starten met een thema, nemen we dan ook de tijd om ons eerst te verdiepen in de literatuur, zodat we een goede basis hebben. Ook de gesprekken worden daardoor rijker. Na het lezen van de literatuur kwamen we er bijvoorbeeld achter dat het ons niet altijd lukte om meer- en hoogbegaafdheid te herkennen. Daar brengen we nu samen verandering in.’

3. Ga in een vast ritme met het thema aan de slag en betrek de leerlingen

Hoe? Op een specifieke manier. De Krijtmolen werkt sinds 2015 met de leerKRACHT-aanpak. Om ervoor te zorgen dat het niet alleen bij plannen op papier blijft, gebruikt het team de leerKRACHT-instrumenten. De bord- en werksessies van een sprint staan bijvoorbeeld in het teken van meer- en hoogbegaafdheid.
‘Op de borden hebben we onze doelen genoteerd en schrijven we onze acties op, bijvoorbeeld het bedenken en delen van hogere-orde vragen. We wisselen ook kennis en artikelen uit,’ vertelt Natasja. ‘Als de doelen helder zijn gaan leraren onderling aan de slag met het ontwerpen van lessen en kijken bij elkaar in de les om te zien wat het effect op de leerlingen is. Wat we nog meer zouden willen doen is de stem van de leerling betrekken bij dit thema. Aangezien we in alle klassen ook bordsessies met de leerlingen houden, ben ik ervan overtuigd dat dit zeker gaat volgen’, aldus Natasja. ‘Aan het einde van de periode kijken we gezamenlijk wat we hebben bereikt en hoe we dat vertalen in schoolafspraken.’

Het effect van focus, puzzelen en blijven zoeken

‘We merken dat deze manier van werken een duidelijke gezamenlijke focus oplevert. Door samen aan de slag te gaan ontstaat er een collectieve bewustwording van hoe we de dingen doen. Dat is elke keer puzzelen en blijven zoeken, maar juist daardoor kom je er bijvoorbeeld achter dat niet alle afspraken helder zijn. Dat wordt niet duidelijk als je niet met zijn allen de schouders eronder zet. Daarbij is het voordeel dat als er ergens onduidelijkheid over bestaat, we die direct op kunnen lossen. Op die manier geven we samen het beleid van de school vorm.’
En de leerlingen? ‘We richten ons deze sprint op de groep meer- en hoogbegaafden, maar als wij onderling krachtige vragen bedenken en uitwisselen, helpt dat ook andere leerlingen weer verder. Net als de lessen die we samen ontwerpen en die we steeds weer verbeteren. Uiteindelijk hebben alle leerlingen op de Krijtmolen daar plezier van.’