Verbetercultuur en goed leraarschap

De Denkfiguren willen bijdragen aan goed doordacht onderwijs. Op hun website ‘Onderwijsfilosofie’ onderzoeken zij momenteel hoe wenselijk een verbetercultuur in het Nederlandse onderwijs is. Jaap Versfelt (directeur van stichting leerKRACHT) denkt hier graag over mee.

“Zoals je weet ben ik leerKRACHT begonnen als ouder van drie zonen en vriend van een aantal leraren. Van mijn kinderen hoorde ik tien jaar lang verhalen over fantastische lessen en geweldige leraren die ze nooit meer vergeten. Maar ook over leraren die lusteloos hun lesjes afdraaiden of uit armoede een Youtube filmpje opzetten en dachten dat dat een les was. Mijn leraar-vrienden vertelden hoe ze er alleen voor stonden, en dat hun besturen meer oog hadden voor schaalvergroting en voor het bouwen van tempels van glas en staal. De PABO studie die mijn vrouw in 2011 startte,  waar in een prachtig nieuw gebouw heel matig onderwijs werd gegeven en waar de directie reageerde met het meenemen van een jurist naar een gesprek over onderwijsverbetering, dat deed voor mij de deur dicht.

In andere sectoren is een verbetercultuur op de werkvloer al veel langer ingeburgerd. Daar realiseren mensen zich dat niet nieuwe gebouwen of IT systemen maar de kwaliteit van mensen op de werkvloer het verschil maakt. In het onderwijs is het niet anders: als je gaat kijken in schoolsystemen die beter onderwijs geven dan wij in Nederland, dan zie je dat daar alles draait om het versterken van de kwaliteit van de leraar. Onder het motto: ‘onderwijs kan niet beter zijn dan de kwaliteit van de man of vrouw voor de klas’. En als je dan kijkt hoe ze dat doen dan zie je dat ze de leraar niet naar hun eigen ‘Utrecht’ sturen voor een cursus, maar dat leraren daar van en met elkaar leren en verbeteren op de eigen school.

René Kneyber omschreef onderwijs eens aan mij als een ‘doelgerichte praktijk’ in tegenstelling tot een ‘methodegerichte praktijk’. Je wil immers 25 tot 30 kinderen elke dag laten leren en daar is geen standaard recept voor, dat vergt creativiteit. Die creativiteit kun je stimuleren door de deuren van je leslokaal open te gooien, met collega’s aan de slag te gaan, je in literatuur te verdiepen, nieuwe dingen uit te proberen, je kwetsbaar op te stellen, fouten te maken, te leren van je fouten en stap voor stap vooruit te komen. En dat doe je niet in een cultuur die niet gericht is op verbeteren maar op meten en afrekenen. En dat doe je ook niet in een structuur die je dwingt tot verbeteren. Je kan het in je eentje proberen, maar daar doe je je leerlingen en jezelf mee tekort. Creativiteit stimuleren doe je het best in een cultuur waar ambitie, nieuwsgierigheid, samenwerken, uitproberen en zelf leren gestimuleerd en ondersteund wordt. En zo’n cultuur wens ik iedere leraar toe.’