Verbetercultuur volgens de Paulus-methodiek
Adjunct-directeur Miranda Holster en leraren Jacqueline Langeveld en Anne Otterloo zijn vanaf het begin nauw betrokken geweest bij de zoektocht naar een nieuwe werkwijze en de introductie van een verbetercultuur. Een zoektocht die begon met toenmalig directeur Corry Nederhof, recent opgevolgd door Marieke Vreeburg. Het was destijds best spannend om de leerKRACHT-methodiek op De Paulusschool te introduceren, want Corry was net gestart als directeur op onze school.
Tegenwoordig spreekt het team van De Paulusschool niet meer van de leerKRACHT-methode, maar hebben ze het over de Paulus-methodiek. ‘We hebben de aanpak van Stichting leerKRACHT passend gemaakt voor onze school, ons team en onze leerlingen en op maat doorontwikkeld’, licht Miranda toe. ‘De methodiek is natuurlijk nooit klaar. We blijven ons steeds bewust dat er zaken bij of af moeten en we de frequentie van bijvoorbeeld bordsessies en lesbezoeken moeten opschroeven, of juist niet.’
Aan het begin van het schooljaar vertellen we hoe we gewend zijn dat dingen gaan in de klas. We vullen ook een vragenlijst op de computer in en geven tips aan de juf of meester.
‘Het urgentiebesef dat er iets moest gebeuren was bij alle collega’s aanwezig’, schetst Miranda de situatie van zo’n vijf jaar geleden. ‘Medewerkers die direct enthousiast waren over leerKRACHT namen we mee op bootcamp. Daarna werkte het als een olievlek en raakten ook de andere collega’s geprikkeld.’ De leerKRACHT-aanpak werd door de directie allereerst ingezet voor het visietraject. ‘Gezamenlijk zijn we gaan bespreken wat voor soort onderwijs we wilden aanbieden’, vertelt Miranda. ‘We gaven al les op drie niveaus, maar we wilden vooral dat leerlingen meer betrokken zouden raken bij wat ze leren. We wilden kinderen eigenaar laten worden van hun eigen leren. Ook wilden we ons onderwijs betekenisvoller maken, zodat leerlingen inzien waarom ze over bepaalde onderwerpen leren en wat ze ermee kunnen. Bovendien wilden we de wereld van buiten meer koppelen aan wat we binnen de schoolmuren doen.’
Van links naar rechts: Marieke Vreeburg, Miranda Holster, Jacqueline Langeveld en Anne Otterloo
‘We geloven in de kracht van elk kind, dat is voor ons de basis’, vervolgt Miranda. Ook na het visietraject gaven de leraren van De Paulusschool aan vaker inhoudelijk over onderwijs te willen praten dan voor die tijd. ‘Om die inhoudelijke gesprekken niet onder te laten sneeuwen door de waan van de dag met zijn logistieke perikelen konden we dankzij de leerKRACHT-aanpak structureel tijd inruimen om volgens een vast stramien van gedachten te wisselen over ons onderwijs. Niet vrijblijvend, maar met gebruikmaking van verbeterborden en het stellen van concrete doelen. In eerste instantie viel het niet mee om ons de compacte werkwijze van de bordsessies eigen te maken. Maar als je eenmaal gewend bent aan de vijftien tot twintig minuten die zo’n sessie zou moeten duren, dan is het veel praktischer en rendabeler dan bijvoorbeeld teamvergaderingen. Inmiddels willen we niet anders meer.’
Het eerste jaar op weg naar een verbetercultuur was sowieso intensief, vonden Miranda en haar collega’s. ‘We volgden verschillende bootcamps van leerKRACHT, een van onze collega’s werd als interne coach aangesteld. Ze heeft cursussen gevolgd, ook dat kostte extra tijd. De directeur en ikzelf zijn naar schoolleidersbijeenkomsten geweest en natuurlijk waren er de pizzasessies’, somt ze op.
Pizzasessies zijn maandelijkse, informele bijeenkomsten voor leraren van verschillende scholen uit de regio die met de leerKRACHT-aanpak werken, om elkaar te ontmoeten en ervaringen uit te wisselen. ‘Allemaal heel nuttig, maar die tijd moet je wel investeren. Het goede nieuws is dat de geïnvesteerde tijd zich snel terug verdient, doordat je als team veel doelmatiger werkt.’
In de klas werken we met het doelenbord. Start wil zeggen dat we ergens mee willen starten. Keep betekent dat we iets moeten blijven doen. Less betekent dat we iets minder moeten doen en stop betekent dat we ergens mee stoppen.
Ook hebben we doelenboekjes, waar alle leerlingen hun eigen doelen voor een bepaalde periode in kunnen zetten. Na die periode kijk je of je je doelen hebt gehaald. Dat boekje is alleen voor jezelf, je ouders en je juf of meester. In het boekje schrijf je ook hoe dingen gegaan zijn, je reflecteert en bespreekt het met je juf of meester.
Het team van De Paulusschool bestaat uit 37 collega’s. In eerste instantie werden vier heterogene golven samengesteld uit de collega’s van groep 1 tot en met 8, om per golf bordsessies, lesvoorbereidingen en lesbezoeken te doen. ‘Die heterogeniteit zorgde ervoor dat niet alle collega’s zich in dezelfde mate verbonden voelden met hun golf. Daar hebben we flink mee geworsteld’, vertelt groep 8-leraar Jacqueline Langeveld, aanjager van een van de golven. ‘Na het eerste jaar hebben we dan ook voor een andere samenstelling van de golven gekozen. De leraren van groep 1/2 vormen sindsdien twee golven en de andere twee golven bestaan uit leraren van groep 3 tot en met 8.’
Alle vier de golven gingen voortvarend met zelfgekozen doelen aan de slag. De doelen konden behoorlijk uiteenlopen of juist veel overlap vertonen, terwijl de leraren in de verschillende golven dat niet van elkaar wisten. ‘Vorig schooljaar zijn we gestart met een gezamenlijke doelenbijeenkomst. De twee golven 3 t/m 8 werken, op basis van de jaarplanning, aan dezelfde doelen en zelfs op een gezamenlijk bord. De acties verschillen echter, zodat we geen dubbel werk doen. Zo werkt het ook voor de twee golven van leraren die voor groep 1/2 staan’, legt Jacqueline uit.
Anne Otterloo staat voor groep 1/2 en is aanjager van een van de golven van de kleuterleraren. Ze vertelt: ‘Duocollega’s die in verschillende golven zaten, wisten vaak niet wat er in de andere golven gedaan werd. Afstemming ontbrak. Daarom zijn we verbindingssessies gaan organiseren. Elke periode, sprint genoemd, sluiten we af met een verbindingssessie waar het hele team bij aanwezig is. Zo weet iedereen van elkaar waar de anderen mee bezig zijn geweest. Dat werkt erg goed. De sprints lopen van vakantie naar vakantie. In de twintig minuten tot een half uur die een verbindingssessie duurt praten we elkaar bij over de doelen waaraan is gewerkt, wat daarvan de resultaten zijn en of er bijstellingen zijn. In het begin was eerlijke feedback geven nog best lastig. Nu zijn we opener naar elkaar toe, maar dat hebben we echt moeten leren. De keuze om iets uit te proberen en te besluiten daarmee te stoppen is ook een keuze.’
Miranda vult aan: ‘Die verbindingssessies zijn voor ons heilig. Ze zijn noodzakelijk om af te stemmen en zijn heel waardevol doordat we ervaringen uitwisselen. We sluiten af met een borrel om onze successen te vieren. Zo combineren we het nuttige met het aangename.’
Het Paulus-team moest ook groeien in het samen voorbereiden van lessen en het bezoeken van elkaars lessen. ‘Tegen elkaars lessen bezoeken zagen we behoorlijk op’, weet Anne zich nog goed te herinneren, ‘maar het is mooi hoe snel we de waarde daarvan in gingen zien.’ De afgelopen periode hebben de leraren van De Paulusschoolhet allemaal behoorlijk druk gehad en schoten de lesbezoeken en het samen lessen ontwikkelen er soms bij in. Anne: ‘Bij onze laatste ‘retrospective’ constateerden we dat we het echt missen als we niet zo vaak bij elkaar in de les kijken, dus dat gaan we weer regelmatig inplannen. Juist omdat we de lesbezoeken koppelen aan het samen lessen ontwikkelen, rekenen we elkaar niet af op hoe je lesgeeft, maar werk je samen aan het verbeteren van onderdelen uit je lesaanbod. Daarbij gebruikt elke leraar z’n eigen talenten en leer je van en met elkaar.’
Een doel uit het doelenboekje van een leerling
Ook in de midden- en bovenbouw schieten de lesbezoeken er te vaak bij in. Jacqueline: ‘Voorlopig kunnen we dat niet oplossen. Bij ziekte nemen we elkaars klassen over. Er is bijna geen vervanging te krijgen, het bekende probleem, helaas. Gezamenlijk lessen voorbereiden blijven we wel doen. Feedback kun je natuurlijk altijd vragen en krijgen, dat doen we sowieso één op één. Maar voorlopig hebben we helaas nauwelijks tijd om bij elkaar in de les te kijken. Dit willen we wel graag weer oppakken.’
Als je niets verbetert dan kom je niet verder. Ik vind het fijn om te werken met doelen die je jezelf stelt. Zo’n doel staat duidelijk op papier en zit niet alleen in je hoofd.
Leerlingen moeten zich gehoord voelen. De Paulusschool betrekt ze dan ook volop bij ontwikkelingen binnen het onderwijs, maar ook bij ontwikkelingen in de maatschappij. Eén van de middelen is de leerlingenarena. ‘Iedere golf organiseert er een, zo komen we aan vier leerlingenarena’s per jaar. ‘Nu gaan de leerlingenarena’s nog veel over het milieu en over het schoolgebouw en het schoolplein. Miranda hoopt dat de leerlingen ook steeds meer over het onderwijs zelf gaan praten.
‘We organiseren ook leerlingenarena’s met de kleutergroepen’, vult Anne aan. ‘Dat is nog wel lastig. De leraren proberen dan met kleine, behapbare thema’s kleuters te laten nadenken over mogelijke verbeteringen. We houden dat er wel in, omdat ze daar op zo’n jonge leeftijd meteen aan gewend raken. Vorig jaar zijn we ook gestart met lerarenarena’s, zodat onze leraren hun stem nog meer kunnen laten horen. Een van de eerste lerarenarena’s ging over de werkdruk en hoe we de werkdrukgelden wilden besteden. We doen zo’n arena volgens de leerKRACHT-principes, waardoor we snel tot concrete acties komen.’
We hebben veel plannen om het afval op school te scheiden en we willen zonnepanelen op het dak van de school. Dat hebben we besproken tijdens onze leerlingenarena.
Tot besluit heeft Miranda enkele adviezen voor collega’s in het land. ‘Hou het klein, probeer geen reuzenstappen te maken. Dat is de enige manier om het leuk en positief te houden in de drukte van het lerarenbestaan. Op De Paulusschool doen we dat ook. Daarom is 2019 voor ons een jaar van borgen, bezinnen en vertragen. Het is belangrijk om niet te blijven doorjakkeren met veranderingen.’
Miranda’s tweede advies is: hou vol. ‘Wij dachten af en toe ook ‘Is dit het nu wel?’ en ‘Moeten we dit wel willen?’. Maar één ding wisten we zeker, we willen niet meer terug naar de oude situatie. Als we bij elkaar komen gaat het over ons vak, over onderwijs. Dat is zoveel winst. We gaan zeker op de ingeslagen weg door, en natuurlijk zullen we onze Paulusmethodiek telkens aanpassen aan de tijd. Het motto van leerKRACHT ‘elke dag een beetje beter’, is ook ons motto geworden. En dat doen we samen, we leren met en van elkaar!’