schoolleiders

Vijf tips voor schoolleiders om het jaar goed op te starten


Vijf tips voor schoolleiders om het jaar goed op te starten

Auteur: Celia van der Does | Datum: 22 oktober 2018 | Leestijd: 4 min.
Het schooljaar is weer begonnen. Leuk om collega’s en leerlingen weer te zien, fijn dat iedereen uitgerust is, spannend hoe nieuwe leerlingen zich gaan ontwikkelen. Maar het is ook altijd een drukke tijd. De groepsvorming vraagt veel aandacht. Nieuwe collega’s hebben ondersteuning nodig om in hun rol te groeien. Laatste wijzigingen in het lerarenteam waardoor roosters aangepast moeten worden, etcetera.

Maar eigenlijk sta je te popelen om al je aandacht te geven aan het mooie jaarplan met een aantal belangrijke onderwijskundige doelen die jullie samen willen realiseren. Hoe doe je dat in een omgeving waar de realiteit van de dag veel van het team vraagt?

Hier volgen vijf tips:

1. Focus op doelen die betrekking hebben op het handelen van de leraar in de klas

Focus op de doelen in het jaarplan die betrekking hebben op het handelen van leraren in de klas. Ik zie dat op scholen  veel wordt vergaderd over leerlingen en organisatorische zaken. Maar er wordt weinig met elkaar gesproken over datgene waar leraren het grootste deel van de dag mee bezig zijn, namelijk hun handelen in de klas en het effect daarvan op de leerling. Dat is wat leraren bezighoudt. Dus door op deze doelen te focussen creëer je draagvlak om samen de schouders eronder te zetten.


2. Houd doelen klein

Veel goede ideeën stranden omdat ze te groot zijn en realisatie ervan te lang duurt. We hebben succeservaring nodig om door te zetten. Formuleer daarom samen met het team kleine doelen, die in 4 tot 8 weken te realiseren zijn. Dat is overzichtelijk en haalbaar en moedigt mensen aan om er mee aan de slag te gaan.

Als ik me voorneem om in het weekend al het onkruid in de tuin te wieden en ik komt tot 2 m2 dan heb ik een ontevreden gevoel en gaat de hele klus me tegenstaan. Als ik me voorneem om elke week 1 m2 te wieden, dan is de kans op succes groot. Zo heb ik iedere week een goed gevoel over mezelf en ga ik het steeds leuker vinden.


Overleg

3. Beperk het aantal doelen

Ik ken een school waar, net als op veel andere scholen, elk jaar weer een heel ambitieus jaarplan klaarlag. Op een gegeven moment heeft het team rigoureus besloten om nog maar voor drie doelen per jaar te kiezen. De schoolleider voelde de eerste maanden lichte paniek over dat ze zo weinig deden, maar einde jaar constateerde ze dat ze nog nooit zoveel hadden gedaan. Er ontstond namelijk een diepgang, waar alle collega’s veel van leerden. En de verbeteringen die ze gerealiseerd hadden, waren structureel.


4. Successen zijn er om te vieren

Lerarenteams zijn zo betrokken en zo bezig met wat nog beter kan, dat het vieren van successen geregeld vergeten wordt. Vier het als een doel behaald is en ga die dag niet direct bezig met alweer het volgende doel te formuleren. Denk hierbij niet alleen aan taart en andere calorierijke traktaties, er zijn veel leuke alternatieven. Je kunt bijvoorbeeld elke collega een onderbouwd compliment geven voor zijn/haar bijdrage aan het behalen van het doel. Doe dat zelf of laat het de collega’s onderling doen. Of vraag een aantal leerlingen wat zij ervaren in de klas, nu het doel gerealiseerd is, film dat met je telefoon en toon dat aan het team.


5. Ritmiek

Bouw ruimte in de roosters voor een wekelijks ritme  om samen aan de realisatie van de doelen te werken. Als dit incidenteel gebeurt, zijn mensen vaak weer vergeten waar ze de vorige keer mee bezig waren en gaat het niet leven.

Hoe doe je dat in de veelal overvolle en complexe roosters? Breng het aantal vergadering drastisch terug en vervang deze door werksessies. Vergaderen is óver werk praten, in een werksessie ga je áán het werk. Het team bepaalt de acties die die week gedaan moeten worden om de realisatie van het doel dichterbij te brengen. Vervolgens gaan ze in kleine groepjes of duo’s direct samen aan het werk.

Aan wat voor soort acties moet je dan denken? Het kan een analyse van een hardnekkig probleem zijn. Of onderzoek naar de beste onderwijskundige oplossing voor een dilemma. Of de vertaling van het doel naar de les. Bijvoorbeeld, stel dat het doel is ‘Formatieve toetsing en feedback tijdens de les’. Leraren bedenken in kleine groepjes welke toetsvragen ze tijdens de les kunnen stellen en hoe ze de antwoorden bij de leerlingen ophalen, zonder dat dat veel tijd kost. Tijdens een volgende werksessie kunnen ze bespreken hoe het gegaan is, wat er beter kan en wat de volgende stap richting formatieve feedback wordt.

Tot slot misschien wel de allerbelangrijkste tip van dit blog: ga het gewoon DOEN!


Vond je deze 5 tips nuttig? Deel ze dan via: