Nationaal Programma Onderwijs
Het doel van het Nationaal Programma Onderwijs is om leerlingen en studenten te helpen hun gaven en talenten tot bloei te brengen, ondanks de coronacrisis en de gevolgen daarvan voor het onderwijs. Daartoe wordt de komende twee en een half jaar € 8,5 miljard extra geïnvesteerd in het gehele onderwijs, van het funderend onderwijs tot en met het hoger onderwijs.
Hoe je met schaarse capaciteit maximaal effect bereikt met het Nationaal Programma Onderwijs
De Corona-crisis heeft diepe sporen achtergelaten in het onderwijs. Leerlingen en leraren zijn door een jojo van lock-downs en thuisonderwijs gegaan. Inmiddels zijn de scholen weer allemaal open, maar de achterstanden zijn opgelopen en dat raakte kwetsbare kinderen het hardst.
De overheid kwam vorig jaar in actie met het ‘Nationaal Programma Onderwijs’ met forse financiële ondersteuning. Maar het zijn de schoolleider en de leraren die het verschil maken. Een blik leraren opentrekken? Vergeet het maar met het lerarentekort. Wat dan? Hoe zorg je dan voor een ijzersterk schoolprogramma? De oplossing ligt in het kiezen voor die interventies die, binnen de schaarse tijd van leraren, het meeste opleveren. Welke interventies zijn dat?
De overheid komt te hulp: het Nationaal Programma Onderwijs
Het goede nieuws is dat de overheid scholen te hulp schoot met het Nationaal Programma Onderwijs. Met het Nationaal Programma Onderwijs wordt een enorm bedrag geïnvesteerd; € 8,5 miljard voor een periode van 4,5 jaar. Geld voldoende dus. Maar daarmee is er niet vanzelf een oplossing.
We weten allemaal dat een goede leraar voor de klas het verschil maakt, onderzoek na onderzoek toont dat aan. En die goede leraren, laat daar nou net een tekort aan zijn. Bovendien zijn die leraren moe, na twee jaar lang ‘vol gas’ gaan met Corona.
Je kunt proberen op een andere manier capaciteit te regelen. Bijvoorbeeld bijles door studenten, inzet van vrijwilligers, inschakelen van externen. Maar uiteindelijk maakt een sterke leraar voor de klas het verschil.
Je zult dus met schaarse leraar-capaciteit in moeten zetten op structurele verbetering. Hoe doe je dat?
Je kunt proberen op een andere manier capaciteit te regelen. Bijvoorbeeld bijles door studenten, inzet van vrijwilligers, inschakelen van externen. Maar uiteindelijk maakt een sterke leraar voor de klas het verschil.
Je zult dus moeten woekeren met schaarse leraar-capaciteit. Hoe doe je dat?
Hoe ga je om met schaarse capaciteit?
Door dát te doen dat het meeste oplevert. Zo simpel is het: keuzes maken.
Maar wat levert het meeste op?
Er zijn drie dingen die het verschil maken:
- Een sterk lerarenteam op een school met een verbetercultuur
- Gebruik van ‘evidence informed’ technieken in de klas
- Extra maatregelen gericht op achterstanden
FIGUUR 1: UITKOMST ONDERZOEK INSPECTIE NAAR SCHOOLVERSCHILLEN
1. Een verbetercultuur op school
Scholen met een verbetercultuur – een cultuur waarin leraren samen met hun schoolleider en leerlingen elke dag het onderwijs een beetje beter maken – die bereiken meer leerwinst met hun leerlingen. Dat constateren zowel de Onderwijsinspectie als McKinsey. Zij deden allebei onderzoek naar de grote verschillen in leerwinst tussen Nederlandse scholen.
Behalve meer leerwinst is er nog een reden om met een verbetercultuur aan de slag te gaan: werkplezier in je team en het aanpakken van werkdruk. Na twee jaar Corona is dat harder nodig dan ooit. Waarom een verbetercultuur hierbij helpt? Kijk maar naar wat de Onderwijsraad in haar advies Tijd voor focus schrijft over werkdruk:
‘Scholen die de werkdruk goed weten te beheersen, hebben een cultuur en structuur waarin ruimte is om prioriteiten te stellen, taken doelgericht uit te voeren en ze slim te verdelen. Baken het werk af. Zodat leraren zich kunnen focussen op de kern van hun vak: het geven én ontwikkelen van onderwijs.’
Zo’n cultuur creëren klinkt eenvoudig, maar kan in de praktijk pittig zijn. Echter, Onderzoek van de Universiteit Utrecht op 231 scholen die werken met leerKRACHT laat zien dat het kan. De onderzoekers constateren dat daar binnen één jaar een lerende cultuur ontstaat en dat leraren aantoonbaar beter worden in hun vak.
Wat doen leraren die aantoonbaar meer bereiken met hun leerlingen? Daar kan onderzoek meer over vertellen.
2. Gebruik van evidence informed technieken in de klas
Wat werkt? Onderwijsonderzoeker Pedro De Bruyckere zegt er dit over: “Niet alles werkt en niets werkt altijd in het onderwijs”.
Wat Pedro hiermee zegt is dat onderzoek je kan helpen keuzes te maken (‘evidence informed’), maar dat je er niet blind op kunt vertrouwen (‘evidence based’).
Toch is de consensus van onderzoekers dat er wel degelijk lessen getrokken kunnen worden uit wat leraren doen die met hun leerlingen meer leerwinst realiseren. Als je boeken als Klaskit van Pedro de Bruyckere of Wijze Lessen van Paul Kirschner erbij pakt, zie je al snel overeenkomsten: activeer relevante voorkennis, leer je leerlingen effectief leren, evalueer en geef feedback, et cetera.
Onderzoek van de Engelse Education Endowment Foundation (EEF) laat het potentiële effect zien van deze en andere interventies. Zij constateren dat veel niet werkt, maar een aantal dingen wel degelijk. Sterker nog: het toepassen van interventies als feedback, zelfregulatie en het versterken van leesvaardigheid, kunnen leerlingen maanden leerwinst per jaar opleveren.
Ok, we weten nu wat werkt op schoolniveau (een verbetercultuur) en wat mogelijk werkt in jouw klas (‘evidence informed’).
Kun je nog meer doen om achterstanden in te halen?
Zeker, je kunt een aantal gerichte interventies op schoolniveau inzetten. Maar die werken niet allemaal even goed. En sommige kosten meer tijd dan andere. Hoe kom je tot een keuze?
FIGUUR 2: OVERZICHT VAN DE 6 MEEST EFEFCTIEVE INTERVENTIES VOLGENS DE EEF
3. Extra maatregelen gericht op onderwijsachterstanden
Je kunt niet alles. Hoe bepaal je dan waar je mee aan de slag gaat? Bij die keuze zijn twee dingen belangrijk:
- Welke interventies leveren de meeste leerwinst op?
- Welke interventies kosten leraren de minste tijd?
Het goede nieuws is dat hier net onderzoek naar is gedaan. Het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) publiceerde het onderzoek ‘Onderwijsachterstanden voorkomen en verkleinen’ van onderzoeksinstituut LEARN! van de Vrije Universiteit. De onderzoekers keken naar de interventies waar de meeste scholen voor kozen in het eerdere programma van het ministerie van onderwijs voor het terugdringen van achterstanden.
Uit hun onderzoek komen drie interventies die veel opleveren: peer tutoring (met name in het VO), één op één begeleiding en professionalisering van leraren. En een aantal die relatief veel tijd kosten maar weinig effect bereiken: verlengde schooldagen en zomerscholen.
FIGUUR 3: OVERZICHT INTERVENTIES WEGWERKEN ONDERWIJSACHTERSTANDEN
Hoe maak je keuzes met je team?
Het Nationaal Programma Onderwijs geeft je veel financiële armslag. Maar hoe zet je die in?
Je kunt besluiten te kiezen voor de korte termijn. Met ‘extra maatregelen’ zoals zomerschool of extra begeleiding. Maar dan missen jullie en je leerlingen kansen. Kansen om met evidence informed te werken aan jullie lespraktijk en meer leerwinst. Kansen om met een verbetercultuur op school de werkdruk aan te pakken en het onderwijs structureel beter te maken.
Wat is jullie keuze?
Volg één van onze webinars
En hoor meer over het effectief inzetten van de NPOnderwijs-gelden
Meer informatie
Verwante onderwerpen
Kansenongelijkheid
Verbetercultuur op menukaart NPO
Verbetercultuur
Verbeterbord
Schoolverschillen in het PO
Scholen verschillen in de leerresultaten die hun leerlingen behalen. Deze poster toont factoren die verschil maken (waar het gaat om het handelen van leraren en schoolleiders) en een suggestie voor een werkwijze om als team samen aan de slag te gaan om hoge(re) leerresultaten te realiseren.
Wil je over jullie NPO & de verbetercultuur met ons in gesprek?
Nationaal Programma Onderwijs
Minister Van Engelshoven en minister Slob informeren de Tweede Kamer over de investeringen in het onderwijs via het Nationaal Programma Onderwijs: steunprogramma voor herstel en perspectief.
Een verbetercultuur op de menukaart van het Nationaal Programma Onderwijs
Jullie NPO-plan: kies je alleen voor aanpakken van vertragingen of voor duurzame schoolontwikkeling? Met een verbetercultuur ga je voor een duurzame keuze