12 juli 2022 • Leestijd: 9 minuten
“De jarenlange terugloop van de taal-, reken- en burgerschapsvaardigheden moet eindelijk een halt toegeroepen worden. Dat is broodnodig om jongeren volwaardig mee te kunnen laten doen aan de maatschappij” stelt de Inspectie van het Onderwijs in het rapport de Staat van het onderwijs. Volgens hen is dit niet alleen noodzakelijk, maar ook haalbaar. Dat klinkt in theorie prachtig, maar hoe is dit ook in jouw klas realiseerbaar? Voor je gevoel heb je nu al te weinig tijd, dus hoe schiet je direct raak? Dat vergt twee focuspunten. Ten eerste weten wat werkt in de verschillende domeinen en ten tweede een doelgerichte aanpak met het hele team.
Volgens SLO zijn basisvaardigheden een set aan taal-, reken- en burgerschapsvaardigheden die leerlingen nodig hebben, omdat ze onmisbaar zijn om te kunnen deelnemen aan de samenleving. Bij taalvaardigheden gaat het om doelgericht lezen, schrijven, kijken/luisteren, spreken en gesprekken voeren in functionele taalgebruikssituaties. Bij rekenen gaat het om kritisch kwantitatief denken en rekenwiskundig probleem-oplossen. Burgerschapsonderwijs gaat over het aanleren van de basisnormen en -waarden in onze samenleving.
Leer je het lezen, schrijven en/of rekenen op de basisschool niet goed aan, dan stapelt dat op tijdens de middelbare school en vervolgonderwijs. Met alle gevolgen van dien voor het latere persoonlijke leven. Uit de diverse onderzoeken die stichting Lezen en Schrijven aanhaalt, blijkt namelijk dat minimale basisvaardigheden hèt recept is voor een minder gezond leven, werkeloosheid en financiële problemen. Urgentie genoeg dus om de basisvaardigheden op peil te krijgen! Wat is er concreet aan de hand? Volgens OESO is de uitkomst van internationaal leesonderzoek zorgwekkend. Nederlandse leerlingen scoren lager dan alle voorgaande jaren en voor het eerst ook lager dan de 15 EU-landen.Bijna een kwart van de leerlingen leest op 15-jarige leeftijd niet op het niveau dat nodig is om goed te kunnen functioneren op school of in de maatschappij. In het rekendomein zien we een soortgelijke tendens. Onderzoek van de Onderwijsinspectie laat namelijk zien dat slechts 33% van de leerlingen aan het einde van het basisonderwijs het streefniveau voor rekenen-wiskunde haalt. De covid-pandemie heeft het er niet beter op gemaakt. Oftewel, het is vijf voor twaalf!
Hoe werk je effectief aan het versterken van de basisvaardigheden binnen de onderwijstijd die je hebt? Het is de kunst is om ‘de juiste dingen te doen’ en ‘die dingen ook juist doen’.
1. De juiste dingen doen: weten wat werkt voor dat domein
Trap niet in de valkuil om het eerste het beste onderzoeks-artikel direct voor waar aan te nemen. Kwalitatief goed onderzoek herken je volgens hoogleraar onderwijs-onderzoek Slavin aan een betrouwbare onderzoeksopzet met experimentele- en controlegroepen, de lengte van het onderzoek en de effectgrootte. Om jezelf zoektijd te besparen, kun je kiezen voor meta-onderzoeken. In dergelijke onderzoeken worden diverse individuele studies samengevoegd en hebben onderzoekers voor jou al een analyse gemaakt van de onderzoekskwaliteit van de betrokken studies. Van Steensel heeft zo’n studie verricht naar het versterken van begrijpend lezen met 7 ‘werkzame principes’ zoals vergroten woordenschat, vergroten kennis van de wereld en verhogen leesmotivatie. Ook op het gebied van rekenen zijn betrouwbare meta studies te vinden, zoals bijvoorbeeld van Van Hickendorff.
Jij staat iedere dag in jouw klas. Door deze onderwijservaring bouw je een ‘fingerspitzengefühl’ op. Wanneer je dit situationele bewustzijn combineert met betrouwbare onderzoeksresultaten ben jij in staat hèt verschil te maken. Zo kom je namelijk tot de best passende interventie voor jouw specifieke onderwijspraktijk. Onderzoek zegt immers altijd iets over de algemene meetbare resultaten in het verleden en heeft niet per definitie ‘weet’ van de best passende verbeterweg voor jouw specifieke onderwijssituatie. Jij wel!
Hoe zou het combineren van betrouwbaar onderzoek met jouw onderwijssituatie in de praktijk kunnen werken? Stel je een leraar voor die aan de slag wil met het verbeteren van begrijpend lezen. In de meta-studie van Van Steensel leest hij dat werken aan de opbouw van kennis, het verhogen van de leesmotivatie en het vergroten van de woordenschat van groot belang is voor leesbegrip. Op basis hiervan bedenkt hij om deze drie werkende principes toe te passen op het klassenthema van dat moment: de Tweede Wereldoorlog. Om de leesmotivatie te verhogen, laat de leerkracht de kinderen allereerst bedenken waar ze nieuwsgierig naar zijn. Vervolgens krijgen de kinderen de opdracht op zoek te gaan naar antwoorden op deze vragen door het lezen van boeken en (digitale) teksten over de Tweede Wereldoorlog. Daarbij krijgen ze de instructie om de betekenis op te zoeken van de onbekende woorden in de tekst. Zo ontstaat een hogere leesmotivatie, grotere woordenschat èn leren de kinderen – uitgaande van hun individuele nieuwsgierigheid – inhoudelijk meer over het thema met als effect een groter leesbegrip.
2. De dingen juist doen: doelgerichte aanpak met het hele team
In het bovenstaande voorbeeld werkt de leerkracht in z’n eentje aan het verbeteren van het leesbegrip. Dat is relatief eenvoudig uit te voeren, want je hebt in dat geval alleen met jezelf van doen. Toonaangevend onderwijsonderzoek van Hattie wijst echter uit, dat de meest effectieve weg voor het verbeteren van onderwijsresultaten is om leraren te laten samenwerken aan een gemeenschappelijk doel. Je bereikt dus pas echt een verbeterdoorbraak wanneer je samen met collega’s aan de slag gaat.
Leraar Gert Verbrugghen heeft op het Alfrinkcollege ervaring opgedaan met het principe ‘samen kom je verder’. Toen zijn school een kant op dreigde te gaan waar hij niet achter stond, had hij twee keuzes. Ofwel vertrekken ofwel zijn collega’s meenemen in de kennis en expertise die hij had opgebouwd. Hij koos voor het laatste. Daarbij wilde hij zijn collega’s niet overtuigen door te zeggen dat de keuzes die ze wilden maken niet werkten, maar hij ging samen met zijn collega’s al lerend op pad. Met een klein groepje – waaronder de kerngroepleider en onderwijsvernieuwers – lazen ze relevante artikelen, keken presentaties en bespraken ze met elkaar de betekenis van deze informatie voor hun school. Op basis hiervan kwam het kleine comité tot een concept dat met alle andere collega’s werd besproken en door hen werd omarmd. Niet omdat Gert Verbrugghen ze hiervan overtuigde, maar omdat ze er zelf van overtuigd waren dat de voorgestelde oplossing het beste was dat ze de leerlingen van de school konden wensen.
Op deze manier met elkaar werken en leren wordt ook wel een lerende organisatie genoemd. Onderwijsonderzoeksbureau NRO biedt in zes onderdelen een praktisch handvat hoe je jouw school gestructureerd kunt ontwikkelen in de richting van zo’n lerende onderwijsorganisatie.
De eerste stap is samen tot focus komen. Kies als team liever twee tot drie gezamenlijke leerlinggerichte thema’s voor het schooljaar, dan dat elke leraar aan andere verbeterthema’s werkt. Wanneer je deze gezamenlijke drie thema’s - verspreid over het hele schooljaar - op een jaarbord zet, kun je elke periode steeds één thema nemen. Voordat je zo’n periode met een nieuw thema start verzamel je leerlingdata van de eigen school over dat thema. Op basis van van deze informatie bepaal je als team waar verbetering nodig is en welke leerlinggerichte doelen je voor dat thema wil bereiken. Daarnaast verzamel je voordat je met zo’n thema aan de slag gaat extern onderzoek, om daaruit een aantal ‘werkzame principes’ te halen die je kunt gaan toepassen in de lespraktijk. Zoals je bijvoorbeeld voor het thema ‘versterken van leesbegrip’ in de verschillende klassen aan de slag kunt gaan met werkzame principes zoals het ‘vergroten van kennis over de wereld’ of ‘vergroten woordenschat’.
In de praktijk ervaren we dat het cruciaal is om het onderwijs-verbeterproces heel gericht uit te voeren: met overzicht en met inhoud. Je houdt het beste overzicht met een verbeterbord, waar je de leerlingdoelen en leerkrachtacties op zet. Dit bord bespreek je elke week op een vast moment. Dat afstemmoment gaat het meest effectief als je er als team bij blijft staan, dan ben je in een kwartier klaar. Daarna kun je in een werksessie met de onderwijsinhoud aan de slag. Bijvoorbeeld door in zo’n werksessie onderzoek te bestuderen en vervolgens samen een lesontwerp te maken dat van lessen uit dat onderzoek gebruik maakt. Als je op deze manier een paar maanden aan de slag gaat is het goed om het effect op de leerlingen te volgen. Wanneer daaruit blijkt dat een verandering in aanpak echt werkt, is het de kunst om die verbeterwinst vast te houden. Bijvoorbeeld via een successenpot of kwaliteitskaart.
Wanneer je blijft doen wat je altijd al deed, kom je niet tot verbetering. Bekijk daarom het handelen van jezelf en je collega’s eens met een nieuwsgierige blik en ontdek – zonder oordeel over goed of fout – wat meer of minder effectief werkt bij de leerlingen in je klas. Dat kan op allerlei manieren. Bijvoorbeeld door elkaars lessen te bezoeken en te kijken naar het effect van een nieuwe leerinterventie op leerlingen, of door successen en lastigheden te delen tijdens een verbeterbordsessie. Vraag dan als collega’s door op het gedrag van de leerkracht dat bijdroeg aan het (minder) succesvolle effect op de leerlingen. Zo krijg je met elkaar zichtbaar wat jullie als leerkrachten kunnen doen of laten om onderwijsverbetering te realiseren.
Twee mensen zien meer dan een. Maak daarom eens samen met een collega een lesontwerp en bekijk welke nieuwe inzichten dat brengt. Om op deze manier samen met je collega’s te leren is een veilig leerklimaat van belang. Maar hoe zorg je daarvoor? Allereerst door zelf het goede voorbeeld te geven en om feedback te vragen. Ook stimuleer je een veilige leercultuur door feedback te geven die feitelijk is (‘wat zag je de leraar doen’) en daarna feitelijk te beschrijven wat het effect van dit leraar-handelen was op de leerling. Als je deze feiten gedeeld hebt als feedback-gever, dan is het belangrijk een stilte te laten vallen, zodat je collega kan reflecteren op zijn of haar handelen en het effect daarvan op de leerlingen. Ons advies over hoe elkaar feedback te geven? Begin gewoon en hou het klein. Dat kan door leraren zelf duo’s te laten vormen en bij elkaar in de klas te laten kijken, Waarbij je als ontvangende leraar aangeeft waar jij feedback over wilt hebben. Zo houd je regie en blijft het veilig.
Je hoeft het wiel niet altijd zelf uit te vinden. Binnen je school of bestuur zit vaak enorm veel kennis die onvoldoende wordt benut. Ook expertise van buiten – met kennis over een specifiek domein in de basisvaardigheden – kan versnelling geven in anders denken en doen in de klas. Wanneer je met een volgend thema aan de slag gaat, laat dan twee of drie collega’s – met affiniteit voor het thema – een aantal relevante onderzoeks-artikelen of Doorloopjes zoeken. Deel deze informatie met alle collega’s en maak op basis hiervan een gezamenlijk lesontwerp.
Gespreid leiderschap is een klimaat waarin leraren op basis van hun expertise initiatieven kunnen nemen en inbreng hebben in besluitvorming, zonder dat dit het proces vertraagt. Geef bijvoorbeeld twee leerkrachten met expertise op een bepaald leerlinggericht doel zes tot acht weken de ‘onderwijskundige sleutel’ van de school in handen: zij begeleiden het team in de werksessies waar het team de voortgang op hun doelen bijhoudt en samen werkt aan het verbeteren van de lessen. De volgende periode nemen twee andere leraren de begeleiding over. Zo spreid je het leiderschap op school en nemen veel leraren het voortouw. Een schoolleider weet niet alles. Een leerkracht ook niet. Wanneer je er samen van overtuigd bent dat je elkaar nodig hebt om jullie leerlingen het best mogelijke onderwijs te bieden, dan is dat een mooie basis.
Oftewel, het versterken van de basisvaardigheden is zeker mogelijk. Het is vooral de kunst om je kostbare tijd te besteden aan de juiste dingen en daar op een effectieve manier samen met je collega’s mee aan de slag te gaan. Onze leerlingen verdienen dat!
Wil je weten wat de leerkracht-aanpak voor je school kan betekenen? Hoe het aansluit bij jullie ambities en bij wat jullie al doen en wat jullie willen gaan bereiken?
In onze gratis webinars kun je zelf ervaren hoe je als school elke dag een beetje beter wordt.
Door je in te schrijven ga je akkoord met ons privacybeleid en geef je toestemming om updates van Stichting leerkracht te ontvangen.